Les 7 Kleding Linnengoed en schoeisel

Kleding, Linnengoed en Schoeisel


1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
Wonen en HuishoudenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Kleding, Linnengoed en Schoeisel


Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleding heeft verschillende functies. Kleding draag je niet alleen om er leuk uit te zien. Noem een andere.

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar let je op wanneer je kleding koopt?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel je gaat werkkleding kopen voor een cliënt die als dagbesteding in de moestuin werkt.
Welke twee punten vind jij dan belangrijk?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Textielsoorten
Natuurlijke vezels
Natuurlijke grondstof en natuurlijke bewerking
Half-synthetisch
Natuurlijke grondstof en chemische bewerking
Synthetische, 
Chemische grondstof (onderdeel van aardolie), chemische bewerking
Mengvezel,
Om de eigenschappen van de stof te versterken

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Natuurlijke vezels
Dierlijke grondstof;
Wol, Zijde, Mohair, Leer, Bont,

Plantaardige grondstof;
Katoen, Linnen, Hennep, Bamboe, Jute

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Half synthetische vezels
(tri) acetaat,  - voeringstof = glimmend, glad

Viscose (Rayon) = kunstzijde
Cupro
Lyocell
Modal

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mengvezels
Wol met polyester
Katoen met Elastan
Viscose met Zijde

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Synthetische Vezels
  • Polyamide / Nylon,
  • Acryl / Polyacryl / Dralon = kunstwol
  • Fleece
  • Polyester
  • Lycra / Elastan = elastische vezel
  • Sympatex = sportkleding

Slide 9 - Diapositive

poly
Welke natuurlijke vezels hebben de genoemde eigenschap?
Kreukt weinig of niet:
A
Zijde / Wol
B
Linnen
C
Katoen
D
Acetaat / Viscose

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voelt koel aan/is koel in het dragen:
A
Wol / Zijde
B
Polyester
C
Katoen / Linnen
D
Fleece

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kan krimpen in de was:
A
Stof van dierlijke vezels
B
Stof van plantaardige vezels
C
Stof van half synthetische vezels
D
Stof van synthetische vezels

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het wasproces

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat maakt dat de was schoon wordt?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het opslaan en sorteren
  • Vuile natte was drogen voordat je het opslaat
  • Besmet was goed verzamelen in plastic zak en direct behandelen.
  • Sorteren op kleur, materiaal en temperatuur.
  • Haal vooraf de zakken leeg, sluit ritsen, kleding binnenste buiten wassen
  • Kijk op wasetiket 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wassen
Milieubewust wassen
  • Zoveel mogelijk op lage temperatuur.
  • machine reinigen 
  • volle trommel

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wasprogramma's
  • Witte / Bonte was  = katoenen was
  • Kreukherstellende was  = mengvezels met katoen of minder strijkwerk
  • Fijne was = alle (half) synthetische was
  • Wolwas = alle wol 
  • Handwas

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De handwas
  • Alle kleding die niet in de machine gewassen mag worden
       Kwetsbare vezels, zoals; Wollen en Elastische vezels 
  •  Nieuwe kleding  
        Gekleurd, Om te zien of ze kleur afgeven
  • Kleding die snel weer nodig zijn,
       b.v. Sportkleding, o.i.d.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een groen badlaken gaat in de
A
Witte was
B
Bonte was
C
Fijne was
D
Kreukherstellende was

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een rood t-shirt van viscose gaat in de
A
Witte was
B
Bonte was
C
Fijne was
D
Wolwas

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Keukengoed met de kleur rood, groen en wit gaat in de
A
Witte was
B
Bonte was
C
Fijne was
D
Kreukherstellende was

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wasmiddelen
Voorwasmiddel
Wit wasmiddel 
Bont wasmiddel
Fijn wasmiddel
Wolwasmiddel

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Drogen
Waslijn buiten (voorkeur)
Waslijn binnen
Wasdroger 
Let op ; Ventileer goed bij drogen.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar let je op wanneer je schoenen koopt?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schoeisel
  • Passend schoeisel = pasvorm, veilig en comfortabel, ventilerend
  • Materiaal  = Leer, Kunststof, Stof


Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk wasmiddel is geschikt voor de volgende soorten textiel?
Zijden gekleurde blouse
A
inweekmiddel
B
fijnwasmiddel
C
wolwasmiddel
D
bontwasmiddel

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Witte vitrage:
Witte vitrage:












A
Wit wasmiddel
B
Bont wasmiddel
C
Fijn wasmiddel
D
Wolwasmiddel

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk wasmiddel is geschikt voor de volgende soort textiel?
Elastische spijkerbroek
A
Wit wasmiddel
B
Bontwasmiddel
C
Fijn wasmiddel
D
Wolwasmiddel

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem 2 .nadelen van een wasdroger

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Boek:  Leefomgeving
Maak de verwerkingsvragen van Thema 2, Hoofdstuk 6

Maak Praktijksituatie
Gijs helpt Francien op weg met de zorg voor de kleding

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions