H5.2 Strijd om wereldwijde invloed

H5.2 : Strijd om wereldwijde invloed
Leerdoel a • Je kunt beschrijven wat de oorzaak (1) en de gevolgen van de Blokkade van Berlijn waren (2).
1.
In 1948 namen de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Frankrijk een maatregel die belangrijk was voor het herstel van de economie in hun zones. Er was geen overleg met de Sovjet-Unie geweest hierover.



1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H5.2 : Strijd om wereldwijde invloed
Leerdoel a • Je kunt beschrijven wat de oorzaak (1) en de gevolgen van de Blokkade van Berlijn waren (2).
1.
In 1948 namen de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Frankrijk een maatregel die belangrijk was voor het herstel van de economie in hun zones. Er was geen overleg met de Sovjet-Unie geweest hierover.



Slide 1 - Diapositive

H5.2 : Strijd om wereldwijde invloed
Leerdoel a • Je kunt beschrijven wat de oorzaak (1) en de gevolgen van de Blokkade van Berlijn waren (2).

2a. De Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Frankrijk om hun zones samen te voegen tot één land. Zo ontstond in 1949 de Bondsrepubliek Duitsland (BRD). Ook de Sovjetzone werd in
1949 een apart land met een eigen naam: de Duitse Democratische
Republiek (DDR).

Slide 2 - Diapositive

H5.2 : Strijd om wereldwijde invloed
Leerdoel a • Je kunt beschrijven wat de oorzaak (1) en de gevolgen van de Blokkade van Berlijn waren (2).

2b. Een ander belangrijk gevolg van de Blokkade van Berlijn waren de oprichting van de NAVO in 1949 en het Warschaupact.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Opdracht-1
Gebruik HB bron 1 en het stappenplan van WB
bron 1.
a.
stap 1: Vergelijk de houding van de Verenigde
Staten tegenover Korea in deze bron met de
houding van enkele jaren daarvoor. Welke
verandering in houding zie je in de bron?
De Verenigde Staten sturen troepen naar Korea.

Slide 5 - Diapositive

Opdracht 1
b.
stap 2: Was dat een politieke, economische of sociale verandering?
A Een politieke verandering.
B Een economische verandering.
C Een sociale verandering.
D Geen van de drie.

Slide 6 - Diapositive

Opdracht 1
c.
stap 3: Was dat een grote of kleine verandering? Onderstreep het juiste woord. Deze verandering was groot / klein.

Slide 7 - Diapositive

d.
stap 4: Was de verandering plotseling of geleidelijk?
Plotseling.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Opdracht 2
a.
Om welke reden kwam de Sovjet-Unie in actie in Hongarije?
A De Sovjet-Unie wilde de Hongaren straffen voor de Tweede Wereldoorlog.
B De Russen waren bang dat de Hongaren de Sovjet-Unie zouden aanvallen.
C De Sovjet-Unie wilde een opstand tegen het communisme tegenhouden.
D De Sovjet-Unie wilde in Hongarije het communisme invoeren.

Slide 10 - Diapositive

Opdracht 2
a.
Om welke reden kwam de Sovjet-Unie in actie in Hongarije?
A De Sovjet-Unie wilde de Hongaren straffen voor de Tweede Wereldoorlog.
B De Russen waren bang dat de Hongaren de Sovjet-Unie zouden aanvallen.
C De Sovjet-Unie wilde een opstand tegen het communisme tegenhouden.
D De Sovjet-Unie wilde in Hongarije het communisme invoeren.

Slide 11 - Diapositive

Opdracht 2
b.
Reageerden de Russen snel of langzaam? Leg je antwoord uit. (stap 4)
 

Slide 12 - Diapositive

Opdracht 2
b.
Reageerden de Russen snel of langzaam? Leg je antwoord uit. (stap 4)
(redelijk) Snel. Een maand nadat de opstand was uitgebroken, hadden de Russen de opstand al neergeslagen.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Opdracht 3
a.
Onderstreep de juiste woorden. (stap 3)
De jongeren op de foto vallen een Russische tank aan. Ze deden dat voordat / nadat de Sovjet-Unie in actie was gekomen. Dit ingrijpen van de Sovjet-Unie was een kleine / grote verandering.

Slide 15 - Diapositive

Opdracht 3
a.
Onderstreep de juiste woorden. (stap 3)
De jongeren op de foto vallen een Russische tank aan. Ze deden dat voordat / nadat de Sovjet-Unie in actie was gekomen. Dit ingrijpen van de Sovjet-Unie was een kleine / grote verandering.

Slide 16 - Diapositive

Opdracht 3
b.
Vergelijk HB bron 3 met HB bron 2. Welke twee overeenkomsten zie je? (stap 2 en stap 4)
□ Beide bronnen gaan over een economische verandering.
□ Beide bronnen gaan over een politieke verandering.
□ De verandering op beide bronnen is klein.
□ De verandering op beide bronnen is plotseling.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Diapositive

Opdracht 4
a.
Gebruik HB bron 6 van paragraaf 1. Toen de Amerikanen Russische raketten op Cuba ontdekten, schrokken ze erg. Leg met behulp van HB bron 6 uit waarom de Verenigde Staten zo bang waren voor de raketten op Cuba.

Slide 20 - Diapositive

Opdracht 4
a.
Gebruik HB bron 6 van paragraaf 1. Toen de Amerikanen Russische raketten op Cuba ontdekten, schrokken ze erg. Leg met behulp van HB bron 6 uit waarom de Verenigde Staten zo bang waren voor de raketten op Cuba.
Cuba ligt dicht bij de Verenigde Staten. De Amerikanen waren bang
dat de Russen nu gemakkelijk de Verenigde Staten konden beschieten met raketten.

Slide 21 - Diapositive

Opdracht 4
b.
Hoe reageerden de Verenigde Staten op de plaatsing van Russische raketten op Cuba? Twee antwoorden zijn goed. (stap 1)
□ De Amerikanen vroegen de Russen om de raketten weg te halen.
□ De Verenigde Staten stuurden soldaten en tanks naar Cuba.
□ De Verenigde Staten blokkeerden Cuba met marineschepen.
□ De Amerikanen stopten met het kopen van Russische producten.

Slide 22 - Diapositive

Opdracht 4
b.
Hoe reageerden de Verenigde Staten op de plaatsing van Russische raketten op Cuba? Twee antwoorden zijn goed. (stap 1)
□ De Amerikanen vroegen de Russen om de raketten weg te halen.
□ De Verenigde Staten stuurden soldaten en tanks naar Cuba.
□ De Verenigde Staten blokkeerden Cuba met marineschepen.
□ De Amerikanen stopten met het kopen van Russische producten.

Slide 23 - Diapositive

Opdracht 4
c.
Vergelijk HB bron 4 met HB bron 5. Bij welk conflict grepen de Verenigde Staten hard in met militaire middelen? (stap 3)
Bij de Vietnamoorlog.

Slide 24 - Diapositive

Opdracht 4
d.
Vergelijk je antwoord bij vraag a met je antwoord bij vraag c. Wat valt je op? (stap 1)
 

Slide 25 - Diapositive

Opdracht 4
d.
Vergelijk je antwoord bij vraag a met je antwoord bij vraag c. Wat valt je op? (stap 1)
De Verenigde Staten traden harder op in Vietnam dan in Cuba. Dat is
vreemd, want Cuba ligt dichter bij de Verenigde Staten dan Vietnam.
De situatie op Cuba was dus gevaarlijker voor de Verenigde Staten dan de situatie in Vietnam.

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Opdracht 5
a.
Vergelijk HB bron 1 tot en met 5. Welk conflict duurde het langst? (stap 4)
 

Slide 28 - Diapositive

Opdracht 5
a.
Vergelijk HB bron 1 tot en met 5. Welk conflict duurde het langst? (stap 4)
De Vietnamoorlog (1955 - 1975).

Slide 29 - Diapositive

Opdracht 5
b.
Bij welk conflict stonden de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie rechtstreeks tegenover elkaar?
A Bij het conflict van HB bron 1.
B Bij het conflict van HB bron 3.
C Bij het conflict van HB bron 4.
D Bij het conflict van HB bron 5.

Slide 30 - Diapositive

Opdracht 5
d.
Welk woord hoort op de lege plek? (stap 2)
De Verenigde Staten en de Sovjet-Unie grepen vaak in. Hun ingrijpen had altijd een bepaald doel. Vaak was dit een … doel.
A politiek
B cultureel
C sociaal
D militair

Slide 31 - Diapositive

huiswerk
H5.3 : Duitsland verdeeld, blz.118 t/m 121

Maken opdrachten 1 t/m 7

Inleveren (26 april) de praktische opdracht (blog of speech) hfd-4.



Slide 32 - Diapositive