Ch 4 - E: Writing (Gebiedende wijs)

Gebiedende wijs
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Gebiedende wijs

Slide 1 - Diapositive

Homework check!
Page 172 - 175
Exercises 58 - 62 (61 niet)

Slide 2 - Diapositive

Lesson goals
At the end of this lesson:
I can use the imperative.

Slide 3 - Diapositive

Imperative (Gebiedende wijs)
You want to tell someone they have to do something.
Sit down!
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.

Je gebruikt de gebiedende wijs (in het Engels dus imperative) wanneer je iemand vertelt wat diegene moet doen. 
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.

The Imperative
De Gebiedende Wijs

Slide 4 - Diapositive

Imperative (Gebiedende wijs)
You want to tell someone they have to do something.
Sit down!
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.

Sit down!                            Ga zitten!
Open your books!            Doe je boeken open!
Be quiet!                             Wees stil!
Eat your meal!                   Eet je maaltijd op!
The Imperative
De Gebiedende Wijs

Slide 5 - Diapositive

Imperative (Gebiedende wijs)
You want to tell someone they have to do something.
Sit down!
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.

The Imperative
De Gebiedende Wijs
Je gebruikt don't als iemand iets niet moet doen.
Sit down! 
Open your books!
Be quiet!
Don't sit down! 
Don't open your books!
Don't be quiet!

Slide 6 - Diapositive

Imperative (Gebiedende wijs)
You want to tell someone they have to do something.
Sit down!
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.

The Imperative
De Gebiedende Wijs
Je maakt de imperative door het hele werkwoord te gebruiken zonder 'to'
To sit
To walk
To cross
Sit down!
Walk fast!
Cross the bridge.

Slide 7 - Diapositive

Wees op tijd!
A
Take your time.
B
Are on time.
C
Be on time.
D
Come in the right time.

Slide 8 - Quiz

Ga naar boven!
A
Turn up
B
Go upstairs
C
Go down
D
Up stairs

Slide 9 - Quiz


Je mag niet drinken hier!
A
Drink here!
B
Does not drink here.
C
Drink not here.
D
Don't drink here.

Slide 10 - Quiz

Schiet op!
A
Shoot up
B
Hurry up
C
Hurry on
D
No hurry

Slide 11 - Quiz


Vertaal: Poets je tanden.
(to brush)

Slide 12 - Question ouverte


Vertaal: Niet praten!
(to talk)

Slide 13 - Question ouverte


Vertaal: Lees jouw boek.
(to read)

Slide 14 - Question ouverte

Zet de volgende zin in de gebiedende wijs:

... in the lake (not/to swim)

Slide 15 - Question ouverte

Zet de volgende zin in de gebiedende wijs:

... your homework (to do)

Slide 16 - Question ouverte

Zet de volgende zin in de gebiedende wijs:

... during the lesson (not/to talk)

Slide 17 - Question ouverte

Zet de volgende zin in de gebiedende wijs:

... the animals in the zoo (not/to feed)

Slide 18 - Question ouverte

Zet de volgende zin in de gebiedende wijs:

... the instructions (to read)

Slide 19 - Question ouverte

Let's get to work

Blz 26-27
Opdr 29 t/m 31

Blz 28-29
Opdr 32 t/m 33


Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien