Verleden tijd van werkwoorden

1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Hoe zet je een werkwoord in de verleden tijd?

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Wat is de stam van pakken?

Slide 17 - Question ouverte

Wat is de verleden tijd enkelvoud van pakken?

Slide 18 - Question ouverte

Wat is de verleden tijd meervoud van pakken?

Slide 19 - Question ouverte

Wat is de stam van leggen?

Slide 20 - Question ouverte

Wat is de verleden tijd enkelvoud van leggen?

Slide 21 - Question ouverte

Wat is de verleden tijd meervoud van leggen?

Slide 22 - Question ouverte

Wat is de stam van doden?

Slide 23 - Question ouverte

Wat is de verleden tijd enkelvoud van doden?

Slide 24 - Question ouverte

Wat is de verleden tijd meervoud van doden?

Slide 25 - Question ouverte

Wat is de stam van leven?

Slide 26 - Question ouverte

Wat is de verleden tijd enkelvoud van leven?

Slide 27 - Question ouverte

Wat is de verleden tijd meervoud van leven?

Slide 28 - Question ouverte

Wat is de stam van Schudden?

Slide 29 - Question ouverte

Vul in schudden.
Ik ..... zijn hand gisteren
A
schudde
B
schudden
C
schudte
D
schudten

Slide 30 - Quiz

Wat is de stam van Antwoorden?

Slide 31 - Question ouverte

vul in antwoorden.
Hij ..... gisteren pas heel laat.
A
antwoordte
B
antwoordde
C
anwoorde
D
antwoordten

Slide 32 - Quiz

Wat is de stam van Voeden?

Slide 33 - Question ouverte

vul in voeden.
Wij ..... gisteren de paarden.
A
voedte
B
voedten
C
voedden
D
voedde

Slide 34 - Quiz

Wat is de stam van Landen?

Slide 35 - Question ouverte

vul in bloeden.
De wonden ..... heel erg
A
bloedde
B
bloedt
C
bloedden
D
bloedte

Slide 36 - Quiz

Wat is de stam van Landen?

Slide 37 - Question ouverte

vul in antwoorden.
Het vliegtuig ..... gisteren pas heel laat.
A
landt
B
landden
C
landten
D
landde

Slide 38 - Quiz

Onregelmatige werkwoorden

Slide 39 - Diapositive

Onregelmatige werkwoorden
Beginnen-begon- ik ben begonnen
Drinken-dronk-Ik heb gedronken
Dwingen-dwong-Ik heb gedwongen
Klinken-klonk-Ik heb geklonken
Schrikken-schrok-Ik ben geschrokken

Slide 40 - Diapositive

Ik ben ..........(schrikken)

Slide 41 - Question ouverte

Ik .......(drinken, verleden tijd) mijn cola op.

Slide 42 - Question ouverte

Mijn moeder ......(dwingen verleden tijd) mij om mijn eten op te eten.

Slide 43 - Question ouverte

Disk thema 18.....De toekomst

Slide 44 - Diapositive

Waar woon jij over 10 jaar?

Slide 45 - Carte mentale

Wat wil je later worden?

Slide 46 - Carte mentale

Wil je later kinderen?

Slide 47 - Carte mentale

Vraag elkaar: 
Hoe ziet jouw leven eruit als je 30 bent?
Hoe ziet jouw leven eruit als je 40 bent?
Hoe ziet jouw leven eruit als je 50 bent?
Hoe ziet jouw leven eruit als je 60 bent?
Hoe ziet jouw leven eruit als je 70 bent?

Slide 48 - Diapositive