H1b - 20230622 - H7 - P4 - P5

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 1

§7.4A: Parallellogram

Is een rechthoek een parallellogram?

1. Ja
2. Nee

Een parallellogram heeft twee evenlange overstaande zijden

1. Juist
2. Onjuist

De overstaande hoeken van een parallellogram zijn even groot.

1. Juist
2. Onjuist

1

2

3

4

§7.4B: Ruit

Een ruit is een bijzonder parallellogram.

1. waar
2. niet waar

Wat is NIET waar:
De diagonalen van een ruit .....

1. snijden elkaar midden door
2. staan loodrecht op elkaar
3. zijn even lang
4. zijn bissectrices

1

2

3

4

Opgaven maken (in stilte)

Maak de volgende opgaven:

§7.4A (blz. 55 en verder): opgaven 41,42,43,44

§7.4B (blz. 67 en verder): opgaven 46,47,48,49

Heb je een vraag:

Ik beantwoord nog even geen vragen:

lees de theorie nog eens goed door

kijk in de uitwerkingen naar de volgende stap

sla de opgave even over en ga door met de volgende opgave

over een paar minuten doe ik een opgave voor

§7.4C: Trapezium

1

2

3

4

§7.4C: Vlieger

Welk figuur is dit?

1. Ruit
2. Vlieger
3. Trapezium
4. Parallellogram

Een vlieger is een parallellogram

1. Juist
2. Onjuist

Bij welke vierhoeken staan de diagonalen altijd loodrecht op elkaar?

1. rechthoek
2. trapezium
3. ruit
4. parallellogram

Hoe heet dit figuur?

1. parallellogram
2. Vlieger
3. trapezium
4. gelijkbenig trapezium

Welk figuur is dit?

1. Rechthoek
2. Trapezium
3. Parallellogram
4. Ruit

Hoe heet dit figuur:

1. Trapezium
2. Vlieger
3. Parallellogram
4. Vierhoek

1

2

3

4

Opgaven maken (in stilte)

Maak de volgende opgaven:

§7.4C (blz. 68 en verder): opgaven 51,52,53,54

Heb je een vraag:

Ik beantwoord nog even geen vragen:

lees de theorie nog eens goed door

kijk in de uitwerkingen naar de volgende stap

sla de opgave even over en ga door met de volgende opgave

over een paar minuten doe ik een opgave voor

Afsluiten

huiswerk:

opg. 60 t/m 65

OF 

opg. 57, 58, 59, 62, 63

belangrijk!

voor Z-hoeken en F-hoeken heb je 2 evenwijdige lijnen nodig

Z-hoeken

z-hoeken

de Z hoeft geen scherpe hoeken te hebben

                                                     het mag ook een Z in spiegelbeeld zijn 

Voorbeeld

In de afbeelding hiernaast zal ik, in de volgende dia's, een aantal Z-hoeken 

aangeven. 

Voorbeeld

Met rood heb ik een Z-hoek aangegeven. Dit betekent dat hoek S2 en R1 even groot zijn. Dus:

Voorbeeld

Nu heb ik met rood een andere Z-hoek aangegeven.

Dit betekent dat hoek R2 en Q2 even groot zijn.

Voorbeeld

Nog een voorbeeld.

Hier is hoek S3 even groot als hoek R2.

Wat heb je nodig voor een z-hoek?

Welke Z-hoek hoort bij hoek C2

1. A1
2. A3
3. B1
4. B2

Welke hoek is even groot als B1?

1. D1
2. D2
3. B2
4. A

Z-hoeken.
Welke hoek is even
groot als F ?

∠

1

1. ∠F​2​​
2. ∠E​2​​
3. ∠E​1​​
4. ∠D​2​​

Z-hoeken.
Welke hoek is even
groot als ?

∠B​1​​

1. ∠F​2​​
2. ∠E​2​​
3. ∠E​1​​
4. ∠D​2​​

Hoe groot is hoek Q3?

Hoe groot is hoek Q3?

Hoe groot is hoek D4?

Hoe groot is hoek D4?

Maak de volgende opgaven:

§7.5A (blz. 70 en verder): opgaven 58,59,60,61

Heb je een vraag:

Ik beantwoord nog even geen vragen:

lees de theorie nog eens goed door

kijk in de uitwerkingen naar de volgende stap

sla de opgave even over en ga door met de volgende opgave

over een paar minuten doe ik een opgave voor