Woordsoorten bijvoeglijk naamwoord

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD
WOORDSOORTEN
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD
WOORDSOORTEN

Slide 1 - Diapositive

PROGRAMMA
  1. Lezen - 10 min.​
  2. Leerdoelen. - 5 min.
  3. Instructie - 10 min.
  4. Zelfstandig werken. - 10 min.​
  5. Reflectie - 5 min.​

Slide 2 - Diapositive

LEERDOEL
  • Ik kan een bijvoeglijk naamwoord herkennen in een zin

Slide 3 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord (BN)
Een bijvoeglijk naamwoord (bn) vertelt iets over een zelfstandig naamwoord. 

Wat een leuke fiets.
LW
BN
ZN

Slide 4 - Diapositive

Zo vind je een BN
Een bijvoeglijk naamwoord staat meestal vóór het zelfstandig naamwoord
  • een mooie film (zn); nieuwe , grote huizen (zn)

Soms staat het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord: 
  • De film (zn) is mooi. De huizen (zn) zijn nieuw en groot.

Een BN heeft vaak een korte vorm (zonder -e) en een lange vorm (met een -e): 
  • zwak → zwakke; mooi → mooie.

Bij de meeste bijvoeglijke naamwoorden kun je de ‘trappen van vergelijking’ gebruiken: 
  • gaaf – gaver – gaafst




Slide 5 - Diapositive

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord 
Zegt van welk materiaal iets gemaakt is:
  •  een zilveren oorbel, een plastic emmer

Slide 6 - Diapositive

Benoem het (de) bijvoeglijk naamwoord(en): Na een lange vliegreis landde Mariska in het warme Vietnam.

Slide 7 - Question ouverte

Benoem het (de) bijvoeglijk naamwoord(en): Dat verwende, zeurende ventje huilt, omdat hij het grote cadeau wil hebben.

Slide 8 - Question ouverte

Benoem het (de) bijvoeglijk naamwoord(en): Lisa kreeg een grote doos met Belgische bonbons.

Slide 9 - Question ouverte

Zelfstandig werken
Wat ga je maken:
Grammatica: woordsoorten, Bijvoeglijk naamwoord 

M1A + M1B
--> opdracht 1 t/m 6

Slide 10 - Diapositive

Zelfstandig werken
Wat ga je maken:
Grammatica: woordsoorten, Bijvoeglijk naamwoord 

M1C + M1D
--> opdracht 1 t/m 4

Slide 11 - Diapositive