W50 FA 2G les online

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Bienvenue 2VH1

Semaine 50

Du 7 au 11 décembre

Chapitre 2

La semaine dernière

• On répète:
• Vous avez fait l'épreuve du chapitre 2.
• Vous avez fait et corrigé les devoirs en ligne.
• Nous avons parlé de la grammaire et du vocabulaire du chapitre 2.

Cette semaine

En classe (op school):

• l'épreuve chapitre 2: vocabulaire et phrases-clés A et B et grammaire D

En ligne (online les):

• faire et corriger les exercices et grammaire D et vocabulaire A et B
• répondre aux questions

À la maison (thuis):

• Partie E les exercices 23 à 26
• Apprendre vocabulaire E et répéter grammaire D

Cette semaine

À la fin de cette semaine......

vous pouvez (kunnen jullie):

• begrijpen wat je per opdracht moet doen op grandeslignes online en in je boek.

vous savez (kennen jullie):

• de plaats en vorm van het bijv. naamwoord.
• woorden en zinnen van bron A en bron B van chapitre 2.

Les exercices en ligne

Welke opdrachten gingen goed?

19B

17D

18

Welke opdrachten kunnen beter?

17C

16D

On répète + expliquer

Chapitre 2 'Ados du monde'

On va répéter la grammaire et faire et corriger les exercices.

Doel: jullie kennen de plaats en de vorm van het bijv. naamwoord en je kunt de antwoorden van de grammatica-opdrachten verbeteren. Je begrijpt wat je fout hebt gedaan en hoe het vervolgens werkt.

Maak aantekeningen!

Grammaire: l'adjectif qualificatif

Wat is dat? Wat doet het?

Expliquer

Basisregel:

Het bijv. naamwoord past zich aan aan het zelfst. naamwoord:

Un jean bleu                             deux jeans bleus

Une jupe bleue                        deux jupes bleues

	Mannelijk	Vrouwelijk
Enkelvoud		+e
Meervoud	+s	+es

les exercices en ligne

Laten we kijken naar de instructies in het Frans bij de opdrachten.

Wat moet je bij deze opdracht doen? Pak je boek erbij en kijk op p.6.

Complète les phrases. Attention à la forme et à la place de l’adjectif. Remplis X si tu ne mets pas d’adjectif.

Bekijk nu opdracht 17f op de volgende slide. We gaan het samen bespreken en jij vult de opdracht daarna in.

Expliquer

Let op:

Un jean gris                             deux jeans gris

Un jean rouge                         une jupe rouge                        deux jupes rouges

Onregelmatige vormen:

p. 70

les exercices en ligne

Laten we kijken naar de instructies in het Frans bij de opdrachten.

Wat moet je bij deze opdracht doen?

Complète les phrases comme dans l’exemple. Attention à la forme et à la place de l’adjectif.

Exemple: (grand + fête) - Je vais organiser une grande fête pour mon anniversaire.

Zoek nu opdracht 17c op in je boek of online. We gaan samen bespreken en jij vult de opdracht daarna in.

Les réponses 

Ex 17c)

1. grande fête
2. petits cousins
3. copain francais
4. beau costume
5. grand gâteau
6. belle chanson

les exercices en ligne

Laten we kijken naar de instructies in het Frans bij de opdrachten.

Wat moet je bij deze opdracht doen?

Écris le bon adjectif. Attention aux formes irrégulières (onregelmatig).

Zoek nu opdracht 16d op in je boek of online. We gaan samen bespreken en jij vult de opdracht daarna in.

Les réponses 

Ex 16d)

1. vieille  = maison: vrl enkv
2. belles = chambres : vrl mv
3. grand = jardin: mnl enkv
4. petits = lapins: mnl mv
5. préféré = animal : mnl mv

Les réponses 

Ex 16c)

1. grandes     = vacances : vrl mv
2. vieux  = chien : mnl enkv
3. préféré  = cousin: mnl enkv
4. bon  = il: mnl enkv
5. belle = villa : vrl enkv
6. prochaine = semaine  vrl enkv.

Les réponses 

Ex 16e)

1. une nouvelle robe
2. un vieux jean
3. deux belles filles
4. deux nouveax vélos /deux nouvelles bicyclettes
5. deux vieilles voitures
6. deux beaux garcons

Les réponses 

Ex 17a)

1. J'habite dans une grande maison.
2. Elle est dans un quartier moderne.
3. J'ai une belle chambre.
4. Nous avons de nouveaux voisins.
5. Ce sont des gens sympas.

Les réponses 

Ex 17b)

Bijvoelijk naamwoorden die voor het zelfstandig naamwoord komen (we lezen van boven naar beneden):

jeune	grand	vieux	bon
joli	long	petit	mauvais
beau	nouveau	gros	haut

Les réponses 

Ex 17d) Voorbeeldzinnen

1. J'ai une famille adorable.
2. Je vais dans un grand collège.
3. J'aime mon sac à dos noir.
4. J'habite dans une jolie ville.
5. Nous avons une petite maison.

Les réponses 

Ex 18) Voorbeeldzinnen. Let op: alles begint met il of elle!

1. Il est vieux, il a 86 ans.
2. Il porte une chemise bleue et un pantalon gris.
3. Il est néerlandais.
4. Elle est marocaine.
5. Elle est grande.
6. Elle porte une robe rouge et des chaussures rouges.

En ligne

Partie E regarder

cahier d'activités p. 76 & 77

Doel: jullie kunnen de belangrijkste informatie uit een film begrijpen.

Ex 20

Les devoirs

Af: vendredi, le 11 décembre 2020

Faire: 

Ex 23 à 26

Apprendre: 

Vocabulaire et phrases-clés A et B (p. 88, 89)

Het huiswerk maak je deze week online en wordt gecontroleerd!

Leertips Vocabulaire

• Leer je woordjes elke dag (10 min). Herhalen, herhalen, herhalen!
• Begin met het doorlezen van de woordjes.
• Vervolgens bedek je ze met een blaadje of je hand en overhoor je jezelf (mondeling).
• Ken je alle woordjes?! Ga dan aan de slag via quizzlet, wrts of via Grandes Lignes online, etc. en overhoor jezelf.
• Elke week krijg je er een nieuw stukje bij, blijf de eerdere stukjes wel herhalen!