4H Beco par. 2.2, 2.3 en 2.6

2.24a
Indexcijfer omzet 2019?
A
400.000 / 250.000 x 100
B
450.000 / 250.000 x 100
C
450.000 / 400.000 x 100
1 / 23
suivant
Slide 1: Quiz
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

2.24a
Indexcijfer omzet 2019?
A
400.000 / 250.000 x 100
B
450.000 / 250.000 x 100
C
450.000 / 400.000 x 100

Slide 1 - Quiz

2.24e
Indexcijfer afzet 2019
A
5 /4 x 100
B
90.000 / 62.500 x 100
C
450.000 / 250.000 x 100

Slide 2 - Quiz

2.26c
A
200 x 260 / 100
B
200 / 260 x 100
C
260 / 200 x 100

Slide 3 - Quiz

2.28c
A
120 x 108 / 100
B
120 / 108 x 100
C
108 / 120 x 100

Slide 4 - Quiz

2.28d
A
5,95 x 1,04 x 1,02 x 1,025
B
5,95 x 1,085
C
beide zijn goed

Slide 5 - Quiz

Hw. antwoorden
2.24a : 2018 = 400.000 / 250.000 x 100 = 160
2.24b : ( 450.000 - 400.000 ) / 400.000 x 100 = 12,5%
2.24c : 5 / 4 x 100 = 125
2.24d : 450.000 / 5 = 90.000
2.26a : 720.000 / 240 x 100 = 300.000
2.26b : 720.000 / 240 x 260 = 780.000
2.28a : 20.000 / 100 x 120 = 24.000
2.28b : 20.000 / 100 x 88 = 17.600

Slide 6 - Diapositive

Rob heeft voor zijn eerste 2 toetsen voor Beco een 6,9 ( SO ) en een 5,7 ( proefwerk ) gehaald. Gemiddeld staat hij nu ...
A
lager dan 6,3
B
6,3
C
hoger dan 6,3

Slide 7 - Quiz

Ongewogen gemiddelde <----> Gewogen gemiddelde
geen rekening houden                 wel rekening houden
met wegingsfactoren                        met wegingsfactoren

Slide 8 - Diapositive

SO 8,0 en 7,0; PW 6,0 en 6,5; Tentamen 4,0
SO telt 1x mee, PW 2x en Tentamen 3x
Cijfer op 1 decimaal?

Slide 9 - Question ouverte

Verkoop 10.000 producten A voor € 3,-
20.000 producten B voor € 5,50
40.000 producten C voor € 7,50
Wat is de gemiddelde verkoopprijs
A
5,33
B
6,29

Slide 10 - Quiz

Je bent een meesterbakker in stroopwafels en kunt ze thuis maken voor € 0,50 per stuk.
Op een markt kun je ze verkopen voor € 1,25 per stuk.
De marktkraam kost wel € 300,- huur per dag.
Hoeveel moet je er minimaal verkopen om de huur terug te verdienen?


Slide 11 - Diapositive

Je bent een meesterbakker in stroopwafels en kunt ze thuis maken voor € 0,50 per stuk.
Op een markt kun je ze verkopen voor € 1,25 per stuk.
De marktkraam kost wel € 300,- huur per dag.
Hoeveel moet je er minimaal verkopen om de huur terug te verdienen?

Winst per stroopwafel € 0,75
300 / 0,75 = 400

Slide 12 - Diapositive

aantal stroopwafels = X
Kosten = 0,50X + 300
Opbrengsten = 1,25X
1,25X = 0,50X + 300
0,75X = 300
X = 400

Slide 13 - Diapositive

Wat zijn vreemde valuta?
A
buitenlands geld
B
wisselkoersen
C
provisiekosten
D
Euro's

Slide 14 - Quiz

Gisteren € 1,- = $ 1,10
Vandaag € 1,= $ 1,30
de wisselkoers van de euro is ...(1)
de wisselkoers van de dollar is ...(2)
A
1 gedaald 2 gedaald
B
1 gedaald 2 gestegen
C
1 gestegen 2 gedaald
D
1 gestegen 2 gestegen

Slide 15 - Quiz

Josha is in Japan en betaalt 6.000 Yen voor sushi.
De wisselkoers is: 100 Yen = 0,20 Euro
Hoeveel euro heeft Laganty uitgegeven?
A
60 x 0,20 = 12
B
6.000 x 0,20 = 1.200
C
6.000 : 20 = 300
D
Ze lust geen sushi.

Slide 16 - Quiz

Wisselkoersen
De hoeveelheid van een valuta die je krijgt of moet betalen voor 1 euro

Aankoopkoers : als we vreemde valuta bij de bank kopen

Verkoopkoers : als we vreemde valuta aan de bank verkopen

Slide 17 - Diapositive

Wisselkoersen
€ 1 : Aankoopkoers DKK 7,403 ; Verkoopkoers DKK 7,483

Je gaat op vakantie naar Denemarken en koopt voor € 200,- aan Deense Kronen

200 x 7,403 = DKK 1.480,60

Slide 18 - Diapositive

Wisselkoersen
€ 1 : Aankoopkoers DKK 7,403 ; Verkoopkoers DKK 7,483
200 x 7,403 = DKK 1.480,60

De vakantie wordt geannuleerd. Je gaat de Kronen weer verkopen aan de bank

1.480,60 / 7,483 = € 197,86

Slide 19 - Diapositive

Je wilt voor een reis naar Denemarken € 250 besteden. Hoeveel kronen kun je voor dat bedrag kopen?

Slide 20 - Question ouverte

Je koopt 150 Poolse zloty's. Hoeveel euro betaal je daarvoor?

Slide 21 - Question ouverte

Je wisselt bij de bank 500 Turkse lira's in. Hoeveel euro krijg je daarvoor?
De provisiekosten zijn € 4.

Slide 22 - Question ouverte

Hw.
Opgave 2.14, 2.16 en 2.30

Slide 23 - Diapositive