Hoofdstuk 5. Planten - Paragraaf 5.3 Planten voeden zich

Welkom 
Denk om…
Je jas uit, pet af.
Mobiel in de telefoontas
Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. Tas op de grond.
Eten en drinken doe je in de kantine.
5 minuten de tijd.
timer
5:00
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welkom 
Denk om…
Je jas uit, pet af.
Mobiel in de telefoontas
Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. Tas op de grond.
Eten en drinken doe je in de kantine.
5 minuten de tijd.
timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

Planning 
  • Welkom
  • Terugblik   5.2                                            5 min
  • Uitleg 5.3 hoe voeden planten zich 15 min
  • Aan het werk                                              15 min 
  • Afsluiting                                                     10 min 

Slide 2 - Diapositive

Planten groeien
herhaling 5.2

Slide 3 - Carte mentale

Leerdoelen 
Aan het eind van de les weet je..
  • Hoe planten hun eigen voedsel maken. 
  • Wat planten nodig hebben om hun eigen  voedsel te maken.
  • Welke stoffen planten maken. 
  • Waar planten reservevoedsel opslaan.

Slide 4 - Diapositive

Planten voeden zich
- Je herhaalt wat fotosynthese is
- Je herhaalt hoe je fotosynthese uitschrijft
- Je herhaalt hoe een plant zijn eigen voedsel maakt
- Je herhaalt wat een plant met dit voedsel doet

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Wat gebeurt er nu echt? Lees de tekst en kijk naar het plaatje
1: De plant neemt water en mineralen op uit de grond.

2: De plant neemt koolzuurgas (koolstofdioxide) op met het blad.

3: In het blad (bladgroenkorrels) worden koolzuurgas en water met elke gemengd met behulp van zonlicht.

4: Door het mengen ontstaat zuurstof en suikers (glucose).

5: Een deel van de zuurstof wordt aan de lucht gegeven.

6: De overige zuurstof en suiker gebruikt de plant om te leven.


Slide 7 - Diapositive

Samenvattend:
Water + Koolzuurgas (koolstofdioxide) → Zuurstof + Suikers (glucose)
Wat de plant hier boven heeft gedaan, noemen wij fotosynthese.
Foto betekent licht, synthese betekent maken. De plant maakt dus iets met licht. Namelijk eten!

1: De plant neemt water en mineralen op uit de grond.

2: De plant neemt koolzuurgas (koolstofdioxide) op met het blad.

3: In het blad (bladgroenkorrels) worden koolzuurgas en water met elke gemengd met behulp van zonlicht.

4: Door het mengen ontstaat zuurstof en suikers (glucose).

5: Een deel van de zuurstof wordt aan de lucht gegeven.

6: De overige zuurstof en suiker gebruikt de plant om te leven.


Slide 8 - Diapositive

Fotosynthese, hoe schrijf je het op?
Water + Koolstofdioxide (koolzuurgas) → Zuurstof + Glucose (suikers)
Nu missen we alleen iets, eerder stond beschreven dat je nog iets nodig had. Namelijk zonlicht! Waarom staat hij hier dan niet bij? Zonlicht is geen stof, hij hoort niet bij het mengen. Hij moet boven de pijl.
Wij schrijven deze regel dus vanaf nu, zo op:
          Zonlicht
Water + Koolstofdioxide → Zuurstof + Glucose

Slide 9 - Diapositive

Waar gebruikt hij die suiker dan voor?
De plant kan de glucose weer gebruiken en omzetten in andere dingen:

1: Eiwitten, zijn voor groei van de plant en opslag. Eiwitten worden gemaakt met behulp van mineralen uit de grond.

2: Vetten, opslagvoedsel voor de zaadjes.

3: Zetmeel, opslagvoedsel voor plant zelf.

Slide 10 - Diapositive

Waar bewaren planten reservestoffen?
Knollen zijn verdikte wortels of verdikte stengels:
aardappel, rode biet

Bollen bestaan uit een verkorte stengel met verdikte bladeren:
Ui, knoflook

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Zaden
Zaden

Rijst

Slide 14 - Diapositive

Aan het werk 

Slide 15 - Diapositive

Voor fotosynthese heeft de plant ..... nodig?
A
Water en zuurstof
B
Glucose en licht
C
Water, koolstofdioxide en licht
D
Licht, zuurstof en koolstofdioxide

Slide 16 - Quiz

Welke organismen leven van het voedsel dat de bladeren van planten maken?
A
De planten zelf
B
Dieren
C
Planten en dieren
D
De kinderen van de plant, de plant zelf en dieren

Slide 17 - Quiz

Welke stof wordt vooral door de plant gebruikt om te groeien?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Zetmeel
D
Mineralen

Slide 18 - Quiz

Fotosynthese vindt plaats in de?
A
Wortels
B
Bladeren
C
Bloemen
D
Vruchten

Slide 19 - Quiz

Waarom kan fotosynthese niet in de wortels plaatsvinden?

Slide 20 - Question ouverte

In de nacht kan een plant ook fotosynthese doen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Wij ademen koolstofdioxide uit en de plant ademt dit in. Met zuurstof is dit andersom.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Planten slaan het gemaakte voedsel op in de wortels, stengels of bladeren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Als de plant eten opslaat in de bladeren noem je dit een "knol"
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Wat is een "knol"?

Slide 25 - Question ouverte

Waar gebruikt een parasiet een gastplant voor?

Slide 26 - Question ouverte