4.5 Het wijk- en buurtprofiel

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

4.5 Buurtprofiel & woonomgeving

4.5 Het wijk- en buurtprofiel

Lesdoel

• wijk- en buurtprofielen opstellen aan de hand van de inrichting van de openbare ruimte, woningkenmerken en bewonerskenmerken en deze met elkaar vergelijken;
• uit een (gedeeltelijk) wijk- en buurtprofiel de samenstelling van de woningvoorraad afleiden;
  
• uit een (gedeeltelijk) wijk- en buurtprofiel de bevolkingssamenstelling afleiden.
  

Wat gaan we doen?

Woningkenmerken van verschillende wijken bekijken

Wijken

Buurten

1819

1909

Woningkenmerken

1. Ouderdom (bouwjaar).

2. Eigendom (koop, huur of van een woningcorporatie).

3. Woningtype (vrijstaand, rijtjeshuis, portiekflat, galerijflat).

4. Staat van onderhoud (goed, slecht, gerenoveerd).

Herenhuizen

1. 1800-begin 1900 (bouwjaar).

2. Koop of verhuurd in etages 

3. Vrijstaand of luxe rijtjeshuizen.

4. Goede staat van onderhoud

5. Welvarende buurten of studenten.

 Arbeiderswijken

1. Begin 1900 (bouwjaar).

2. Koop of vaak huur 

3. Kleine rijtjeshuizen

4. Goede staat van onderhoud

5. Vroeger arme buurten, langzaam beter door gentrificatie

Jaren '30 woningen

1. 1920-1945 (bouwjaar).

2. Koop 

3. Vrijstaand of luxe rijtjeshuizen/ twee onder een kap

4. Goede staat van onderhoud

5. Welvarende buurten

Jaren '50 woningen

1. 1948-1960 (bouwjaar).

2. Koop maar vaak huur

3. Galerijflats of portiekflats, soms kleine rijtjeshuizen

4. Matige staat van onderhoud

5. Minder welvarende buurten

Jaren '70 en 80 bloemkoolwijk

1. 1970-1980 (bouwjaar).

2. Koop soms huur.

3. Woonerven en rijtjeshuizen

4. Goede staat van onderhoud

5. Middenklasse

Vinex-wijk

1. Vanaf begin jaar '90 (bouwjaar).

2. Koop soms huur.

3. Buurt met veel aandacht voor water.

4. Goede staat van onderhoud

5. Middenklasse en vooral jonge gezinnen

Woningkenmerken

1. Ouderdom (bouwjaar).

2. Eigendom (koop, huur of van een woningcorporatie).

3. Woningtype (vrijstaand, rijtjeshuis, portiekflat, galerijflat).

4. Staat van onderhoud (goed, slecht, gerenoveerd).

Bewoners

kenmerken

• Grootte huishouden (alleenstaand, gezin)
• Etniciteit(migratie achtergrond of niet)
• Inkomen (hoogte van het inkomen)
• Gezinsfase (jonge kinderen, ouderen zonder kinderen etc.)
• Leeftijd bewoners

Wanneer zijn deze woningen gebouwd?

Jaren 1960-'70

Na-oorlogse wederopbouw 1945-60

21e eeuw

19e eeuw / vroeg 20e eeuw

Wat voor woningtypes zijn het?

Galerijflat

portiek-etagewoningen

Modern appartement

19e eeuwse arbeiderswoningen

Moderne eengezinswoning / rijenwoning