1.3 Australië in de atlas

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • het verschil uitleggen tussen een thematische kaart en een overzichtskaart
  • met het begrip bevolkingsdichtheid uitleggen wanneer een gebied dichtbevolkt of dunbevolkt is
  • kan je beschrijven waar in Australië de bevolkingsdichtheid hoog is en waar laag

Slide 2 - Diapositive

Soorten kaarten
Twee soorten kaarten:

Overzichtskaart = overzicht van een bepaald gebied.

Met wegen, spoorlijnen, meren, bergen, woestijnen

Slide 3 - Diapositive

Soorten kaarten
Twee soorten kaarten:

Thematische kaart = over een onderwerp (thema).

Klimaat, talen, bevolkingsdichtheid.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Herhaling: wat betekent bevolkingsdichtheid?

Slide 6 - Carte mentale

Wat is de regel om bevolkingsdichtheid te berekenen?

Slide 7 - Carte mentale

Bevolkingsdichtheid
In Australië komen gebieden voor met een hoge en een lage bevolkingsdichtheid.

Grote steden: dichtbevolkt = veel mensen per km2

Hoge woontorens in het centrum van Sydney: bevolkingsdichtheid van >1.200 inwoners per km².
Vrijstaande huizen en rijtjeshuizen buiten het  centrum: lagere bevolkingsdichtheid.


Slide 8 - Diapositive

Bevolkingsdichtheid
Buiten de grote steden en in de outback (het binnenland): Dunbevolkt. = weinig mensen per km2

In Outback vaak minder dan 1 inwoner per km².



Slide 9 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • het verschil uitleggen tussen een thematische kaart en een overzichtskaart
  • met het begrip bevolkingsdichtheid uitleggen wanneer een gebied dichtbevolkt of dunbevolkt is
  • kan je beschrijven waar in Australië de bevolkingsdichtheid hoog is en waar laag

Slide 10 - Diapositive

Welke twee soorten kaarten zijn er in de aardrijkskunde?
A
wegenkaarten + thematische kaarten
B
overzichtskaarten + thematische kaarten
C
bergkaarten + overzichtskaarten
D
wegenkaarten + bergkaarten

Slide 11 - Quiz

Dit is een
A
overzichtskaart
B
thematische kaart

Slide 12 - Quiz

Een thematische kaart geeft alle informatie over een gebied.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Een thematische kaart gaat over één onderwerp.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  • weet je waar je de inhoudsopgave, de bladwijzer, de registers en de legenda's in de atlas kan vinden en waarvoor je ze kan gebruiken

Slide 15 - Diapositive

Hoe ziet een kaart in de atlas eruit?
Altijd een kaartblad  = bladzijdenummer

Meerdere kaarten op één bladzijde? Dan gebruiken we ook letters

Kaart van Nederland over Visserij: 54F 
Bladzijde 54 - kaart F

Slide 16 - Diapositive

Hoe ziet een kaart in de atlas eruit?
Bij een grote kaart zijn er hulplijnen = kaartvakken (licht blauwe lijnen) 

In rood genummerd:
Van boven naar beneden: 1,2,3
Van links naar rechts: A,B,C

Handig voor opzoeken van topografische plaatsen op kaarten
In welk kaartvak ligt Algiers?
Algiers ligt in kaartvak D3

Slide 17 - Diapositive

Hoe gebruik je de atlas?
4 belangrijke onderdelen:

  1. Bladwijzer - als je ongeveer weet waar een plaats of gebied ligt.
    Voorin de atlas

  2. Inhoudsopgave
  3. Topografisch register
  4. Trefwoordenregister

Slide 18 - Diapositive

Hoe gebruik je de atlas?
4 belangrijke onderdelen:

  1. Bladwijzer
  2. Inhoudsopgave - als je de titel van de kaart weet
    Blz 2-5
  3. Topografisch register
  4. Trefwoordenregister

Slide 19 - Diapositive

Hoe gebruik je de atlas?
4 belangrijke onderdelen:

  1. Bladwijzer
  2. Inhoudsopgave
  3. Topografisch register -  naam van een plaats/gebergte/rivier 
    Blz 268-293  = alfabetische volgorde
  4. Trefwoordenregister

Slide 20 - Diapositive

Hoe gebruik je de atlas?
4 belangrijke onderdelen:

  1. Bladwijzer
  2. Inhoudsopgave
  3. Topografisch register
  4. Trefwoordenregister = als je op een onderwerp wilt zoeken
    Blz 294 = alfabetische volgorde

Slide 21 - Diapositive

Samen oefenen
  1. Welke kaart gebruik je om te kijken waar Poole ligt?
  2. Welke kaart gebruik je als de bevolkingsdichtheid van Nederland wilt weten?
  3. In welk kaartvak ligt Mati?

Slide 22 - Diapositive

Je gebruikt de bladwijzer, als je de plaats èn het land weet.
A
onjuist
B
juist

Slide 23 - Quiz

In het topografisch register staan alléén de namen van landen en plaatsen.
A
onjuist
B
juist

Slide 24 - Quiz

In het topografisch register staan alle aardrijkskundige namen op alfabet.
A
onjuist
B
juist

Slide 25 - Quiz

Het topografisch register gebruik je als je wel de naam weet, maar niet het land waar het ligt.
A
onjuist
B
juist

Slide 26 - Quiz

Wat betekent: 76 E2
A
kaartvak - kaartblad
B
kaartblad - kaartvak

Slide 27 - Quiz

Begrippenlijst
  • Overzichtskaart
  • Thematische kaart
  • Dichtbevolkt
  • Dunbevolkt
  • Kaartblad
  • Kaartvak
  • Bladwijzer
  • Inhoudsopgave
  • Topografisch register
  • Trefwoordenregister 

Slide 28 - Diapositive