Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
1.6 Nederland: Regionale verschillen
Slide 1 - Diapositive
Wat is het economisch hart van Nederland?
A
High Tech campus Eindhoven
B
Twente
C
Randstad
D
Noord-Nederland
Slide 2 - Quiz
Welke vier grote steden zijn gelegen in de Randstad?
Slide 3 - Question ouverte
Slide 4 - Vidéo
Het economisch hart
De Randstad:
- Meeste werkgelegenheid
- Meeste inwoners - Wordt het meeste geld verdiend
Slide 5 - Diapositive
Mainport
Een mainport is een knooppunt van verschillende transportroutes.
- Spoor - Lucht - Water - Weg
Slide 6 - Diapositive
Welke mainports kent Nederland?
A
Eindhoven Airport + Schiphol Aiport
B
Schiphol Airport + Rotterdamse haven
C
Rotterdamse haven + Eindhoven airport
D
Maastricht airport + Rotterdamse haven
Slide 7 - Quiz
Mainport Rotterdamse haven
- Ligging
- Grootste van Europa - Bereikbaarheid
Slide 8 - Diapositive
'Pioneering Spirit'
De uiteindelijk afmetingen bedragen een verbluffende 382 bij 124 meter. Waardoor je op vele plekken aan boord geen flauw idee hebt dat je op een schip zit. De bouwkosten? 2,6 miljard euro.
Slide 9 - Diapositive
Wat kun je aflezen van de kaart?
gemeenten met lage inkomens in noorden en zuiden
rijke gemeenten in westen en midden (Randstad)
hoge inkomens meer in kleine gemeenten dan in grote steden
Een inwoner van Drenthe, Groningen of Friesland verdient gemiddeld 7% minder dan de rest van Nederland
Slide 10 - Diapositive
Kenmerken rijke buurten
- Hoog opgeleide bevolking
- Bepaalde beroepen (dokter, tandarts) komen vaker voor
- Leeftijdsopbouw :weinig jongeren en ouderen
- Kwaliteit van de woningen: beter - Bevolkingssamenstelling: vooral autochtoon
Slide 11 - Diapositive
Kenmerken arme buurten
- Laag opgeleide bevolking
- Leeftijdsopbouw: veel jongeren (bijv. studenten) en/of ouderen
- Kwaliteit woningen --> minder goed - Bevolkingssamenstelling (allochtoon/autochtoon)
Slide 12 - Diapositive
Wat is GEEN kenmerk van een arme buurt?
A
Veel studenten
B
Veel bejaarden
C
Veel hoogopgeleiden
D
Veel mensen met een uitkering
Slide 13 - Quiz
- Bebouwingsdichtheid - Bevolkingsdichtheid
- Congestie - Luchtkwaliteit - Waterkwaliteit
Verschillen in de woonomgeving
Slide 14 - Diapositive
Tekst
Stedelijke gebieden
Landelijke gebieden
Congestie
Rust
Lage bebouwingsdichtheid
Hoge bevokingsdichtheid
Betere lucktkwaliteit
Gebrek aan ruimte
Lagere bevolkingsdichtheid
Weinig sociale cohesie
Slide 15 - Question de remorquage
Verschillen in waterkwaliteit
Waterkwaliteit in stedelijke gebieden hetzelfde als in landelijke gebieden.
Slide 16 - Diapositive
Verschillen in levensverwachting
Wat valt op aan de kaart?
Inwoners van dorpen net buiten de grote steden hebben gemiddeld een hogere levensverwachting, hoe komt dat?
Slide 17 - Diapositive
Waarin zijn de regionale verschillen binnen Nederland niet groot?
A
Luchtkwaliteit
B
Waterkwaliteit
C
Bevolkingsdichtheid
D
Aantal files (congestie)
Slide 18 - Quiz
Waar is het luchtkwaliteit het slechts in Nederland?
Slide 19 - Question ouverte
Slide 20 - Vidéo
Welke bewering klopt niet?
A
Inwoners van dorpen net buiten de grote steden hebben een hogere
levensverwachting
B
Waterkwaliteit in stedelijke gebieden is aanzienlijk beter dan in landelijke gebieden
C
Gemeenten met lage inkomens liggen vooral in
noorden en zuiden
D
Waterkwaliteit in stedelijke gebieden is hetzelfde als in landelijke gebieden
Slide 21 - Quiz
Wat heb je deze les geleerd? Noteer begrippen, korte zinnen of steekwoorden :)