Week 24 (10-2023) klas 2 schrijven

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Guten Tag

Wie geht es euch?

• jas uit
• oortjes uit
  
• mobiel in de wandtas
  
• boek/schrift/pen op tafel

Als je aan je tafel zit, ga je in stilte de woorden op pagina 152 leren!

 

Wir fangen an mit Logo Erklärt!

Das solltet ihr über WhatsApp wissen!

5 Minuten

www.zdf.de

Was machen wir heute?

• Schreiben

Lernziele dieser Stunde:

• Je weet hoe je in het Duits een mail/brief moet opstellen;
• Je hebt geoefend met schrijven

An die Arbeit!

Aan het werk:

Was?    Je gaat een persoonlijke mail schrijven in de 

              juiste vorm. 

Wie?     op een A4, 

Hilfe?    ein Wörterbuch

Zeit       25 Minuten
Fertig? ruil jouw brief met je buurman/buurvrouw. 

                Kijk of de vorm klopt: datum, aanhef, eerste zin, 

                slotzin, groet. 

               

 

An die Arbeit!

Schrijf de mail.

• Schrijf de datum:
• Schrijf de aanhef.
  
• Schrijf dat het met jou goed gaat. (let op de  eerste letter van de eerste zin!)
• Schrijf dat je volgende maand jarig bent. Noem ook de datum.
  
• Schrijf dat je een feestje wilt geven.
• Schrijf dat je het leuk zou vinden als hij/zij ook komt.
• Schrijf dat zij/hij dan bij jou kan overnachten.
  
• Schrijf dat je erg hoopt dat zij/hij kan komen.
  
• Sluit af met een groet

               

 

Huiswerk

HAUSAUFGABEN:

de mail afmaken 

en :

lernen:

die Wörterliste aus Seite 152

Heb ik de leerdoelen behaald?

• Je weet hoe je in het Duits een mail/brief moet opstellen;
  
• Je hebt geoefend met schrijven

Abschluss

Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af

• na mijn startsignaal: inpakken
• zitten blijven tot de bel gaat- stil


• dan: klaar :)

Tschüss!

Bis zum nächsten Mal!

Guten Tag

Wie geht es euch?

• jas uit
• oortjes uit
  
• mobiel in de wandtas
  
• boek/schrift/pen op tafel

Als je aan je tafel zit, ga je in stilte de woorden op pagina 152 leren!

 

Wir machen weiter mit Logo Erklärt!

Was mit Hochsee gemeint ist

1 Minute

www.zdf.de

Was machen wir heute?

• Wir kontrolieren die Briefe
• Wir werden lesen und eine Zusammenfassung machen

Lernziele:

• Du kannst eine einfache Geschichte auf Deutsch verstehen
• Du kannst eine kurze Zusammenfassung machen (auf Niederländisch)

An die Arbeit!

An die Arbeit:

Was?     Ik ga in het Duits een verhaal voorlezen en jullie maken hier in het Nederlands

               een samenvatting van.

Wie?       selbstständig

Hilfe?     keine

Zeit?       25 Minuten
Fertig?   In groepen van 4 bespreken jullie waar het verhaal over ging. Je maakt 

                 samen één samenvatting. Jullie wijzen één persoon aan die straks dan 

                 samenvatting voorleest. 

 

Heb ik de leerdoelen behaald?

• Kann ich eine einfache Geschichte auf Deutsch verstehen
  
• Kann ich eine kurze Zusammenfassung machen (auf Niederländisch)

Abschluss

Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af

• na mijn startsignaal: inpakken
• zitten blijven tot de bel gaat- stil


• dan: klaar :)

Tschüss!

Bis zum nächsten Mal!