Werkwoordspelling week 37 M1 les 3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom klas 

werkwoordspelling & fictie

Vandaag

Werkwoordspelling

1. 10 min stil lezen.
2. Nakijken H27 opdracht 1 t/m 3
3. LessonUp werkwoordspelling algemeen
4. zelfstandig werken in LessonUp: theorie en opdrachten H 27 lesboek. 
5. 10 min keuze: bordspel werkwoordspelling in groepjes van vijf of boekenlegger. 
   

Lesdoelen 

1. Je weet hoe je een persoonsvorm in de verleden tijd vervoegt.

Stil lezen......

......en dan is het echt stil!

Herhaling vorige les

We zijn met de personeelsvorm in de tegenwoordige tijd aan de slag gegaan. 

Herhaling vorige les

We zijn met de personeelsvorm in de tegenwoordige tijd aan de slag gegaan. 

Nakijken opdrachten H26.

Aan de slag

Lees de onderstaande dia's met theorie door en beantwoord daarna de dia's met vragen. 

Werkwoordspelling

Persoonsvorm verleden tijd

Doel

Aan het einde van de les hebben we de regels herhaald voor de persoonsvorm verleden tijd: sterke en zwakke werkwoorden

Werkwoordspelling: pvvt - zwakke werkwoorden

Mijn moeder werkte drie dagen in de week.

Wij werkten drie dagen in de week.

Werkwoordspelling: pvvt - sterke werkwoorden

Ik zwom naar de overkant.

Wij sliepen in een tentje op de camping.

Wat weet je nog over het spellen van de persoonsvorm in de verleden tijd - zwakke werkwoorden en sterke werkwoorden?

Persoonsvorm verleden tijd - zwakke werkwoorden

Onderwerp enkelvoud = ik - vorm + te / de

Onderwerp meervoud = ik-vorm + ten / den 

Te(n) of de(n)?
- verlengproef (langer maken!)

- 't eX KoFSCHiP
   hele werkwoord min -en
   laatste letter in het kofschip? JA = -te(n),  NEE = -de(n)

Persoonsvorm verleden tijd - sterke werkwoorden

• Veranderen in de verleden tijd van klank
  
  
• Eigen vorm (uit je hoofd leren! geen regels)
  

juist

onjuist

Je gebruikt het kofschip in de verleden tijd bij sterke werkwoorden.

Als het onderwerp enkelvoud is, is de regel: ik-vorm + te/de

Je gebruikt de verlengproef om te kijken of je een -te(n) of -de(n) krijgt.

Zwakke werkwoorden veranderen van klank.

Wat is de persoonsvorm in de verleden tijd enkelvoud?

KRABBEN

1. krab
2. krabte
3. krabde
4. krabtde

Wat is de persoonsvorm in de verleden tijd meervoud?

RUSTEN

1. rust
2. ruste
3. rustten
4. rustte

Wat is de persoonsvorm in de verleden tijd enkelvoud?

RUIKEN

1. ruik
2. rook
3. ruikte
4. roken

Wat is de juiste spelling van de persoonsvorm verleden tijd?

Door de verkoudheid [...] ik heel erg

1. hoeste
2. hoestte
3. hoesten
4. hoestten

Wat is de juiste spelling van de persoonsvorm verleden tijd?

Arjan en Junior [...] alles over de inbraak.

1. wisten
2. weten
3. wist
4. weten

Wat is de juiste spelling van de persoonsvorm verleden tijd?


Met één klik (vergroten) Chiel de foto op zijn beeldscherm.

1. vergrote
2. vergroote
3. vergrootte
4. vergrootten

Hoe zou jij het woord spellen?

Mieke [antwoorden] netjes in het Engels.

In hoeverre lukt het jou om de persoonsvorm in de verleden tijd te spellen?

😒🙁😐🙂😃

Huiswerk

Huiswerk voor vrijdag 16 september

• Maken H27 opdracht 1 t/m 4

Daar mag je nu mee aan de slag!

Zijn voor jou de lesdoelen behaald

Ik kan de persoonsvorm in de verleden tijd correct vervoegen. 

Laatste 10 min: keuze

Je maakt een boekenlegger, kleurtjes en het format liggen voorin de klas. 

Of je gaat in groepjes van 5 het bordspel werkwoordspelling doen, zie volgende dia voor uitleg. 

Bordspel werkwoordspelling

Eén iemand van jullie groepje pakt een bordspel met pionnen en dobbelstenen. 

Punten bijhouden op een blaadje. 

Hoe ging deze les?

Wat heb je geleerd vandaag?

Wat vond je leuk aan deze les? 

Heeft iemand vragen?

Volgende les

• We gaan aan de slag met de theorie van de fictie opdracht.
• Nakijken huiswerk.
• Verder met werkwoordspelling H27

Huiswerk

Maken H 26 blz. 57 opdracht 4 t/m 6