1KM L21 H1 Taalverzorging

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • Leesboek
  • Schrift of collegeblok
  • Pen
timer
2:00
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • Leesboek
  • Schrift of collegeblok
  • Pen
timer
2:00

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Dagopening
  • Lesdoelen
  • Mededelingen
  • Lezen
  • Huiswerk bespreken
  • Synoniemenquiz
  • Theorie
  • Zelfstandig werken
  • Huiswerk
  • Evaluatie les

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
  • Ik kan opzoeken of een woord een de- of een het-woord is
  • Ik kan de woorden deze, die, dit en dat op de juiste manier gebruiken
  • Ik kan hoofdletters, punten, vraagtekens en uitroeptekens gebruiken
  • woorden met au en ou goed spellen

Slide 3 - Diapositive

Mededelingen
Wat moet ik weten?

Slide 4 - Diapositive

Lezen in stilte
timer
10:00

Slide 5 - Diapositive

Nakijken
  • Opdracht 1 t/m 5 op blz. 30/31

Slide 6 - Diapositive

Opdracht 1
de – deze – die                                                    het – dit – dat
afspraak                                                                  bereik
bestelling                                                                blad
cola                                                                            bureau
dj                                                                                 feest
generatie                                                                 ijsje
gitaar                                                                         lot
hamburger                                                             overzicht
scooter                                                                     respect
vijand                                                                         schema
vriendelijkheid                                                      theater

Slide 7 - Diapositive

Opdracht 2
1. Ik ben de sleutel van mijn fiets kwijtgeraakt.
2. Staat in het overzicht wanneer we moeten spelen?
3. Tijdens het interview viel het geluid weg.
4. Het jongetje struikelde over de snoeren van de lamp.
5. In de fabriek naast ons huis maken ze onderdelen voor motoren.
6. Björn kwam te laat voor de presentatie van zijn vriend.

Slide 8 - Diapositive

Opdracht 3
1. dit of dat opstel
2. deze of die radio
3. dit of dat feest
4. deze of die film
5. deze of die lijst
6. dit of dat geluid

Slide 9 - Diapositive

Opdracht 4
1. Die smartphone is voor driehonderd euro te koop bij dat winkeltje op de hoek.
2. Heb jij dat wonderlijke verschijnsel op die foto’s gezien?
3. Denk jij dat die atleet die prestatie kan verbeteren?
4. Dat ene beeld uit dat filmpje raak ik maar niet kwijt.
5. Die acteur laat die emotie duidelijk zien in zijn spel.
6. Moet ik dat bedrag overmaken naar die rekening?


Slide 10 - Diapositive

Opdracht 5
1. die feesttent
2. dit dure schilderij
3. deze tag
4. Dit blauwe shirt, deze spijkerbroek
5. dat gesprek
6. die opsomming





Slide 11 - Diapositive

Nakijken
  • Opdracht 1 t/m 3 op blz. 32/33

Slide 12 - Diapositive

Opdracht 1
Alkmaar – Atlascollege – Erasmusbrug – Griekenland – Kastanjelaan – Madurodam – Walibi – Yvonne

Slide 13 - Diapositive

Opdracht 2
1. vraagteken: Zullen we morgen naar de bioscoop gaan?
2. uitroepteken: Dat was een fantastisch doelpunt!
3. punt: Eerste kerstdag valt dit jaar op een maandag.
4. punt: Met onze kat in de fietsbak fietsen we naar de dierenarts.
5. vraagteken: Vind je deze opdracht lastig?
6. uitroepteken: Doe die deur nou eens achter je kont dicht!

Slide 14 - Diapositive

Opdracht 3
1. Meneer Jongsma is zo sterk, hij tilt met gemak dertig kilo aardappels op!
2. Heb je op internet informatie gevonden over Barcelona?
3. Op 11 november word ik alweer 13 jaar, joepie!
4. Mijn kleine zusje Jente speelt nog met poppen.
5. Vanuit het zuiden komt warm weer naar Europa.
6. Je zou toch maandag even langskomen?


Slide 15 - Diapositive

Wat is een synoniem voor absent?
A
Ziek
B
Verstuurd
C
Afwezig
D
Ongelukkig

Slide 16 - Quiz

Wat is een synoniem voor aansteken?
A
Vuur
B
Besmetten
C
Nadoen
D
Proberen

Slide 17 - Quiz

Wat is een synoniem voor vermoedelijk?
A
Gezellig
B
Heldhaftig
C
Interessant
D
Waarschijnlijk

Slide 18 - Quiz

Wat is een synoniem voor studies?
A
Onderzoeken
B
Boeken
C
Opdrachten
D
Universiteiten

Slide 19 - Quiz

Wat is een synoniem voor imiteren?
A
Vervelend doen
B
Veranderen
C
Tot rust komen
D
Nadoen

Slide 20 - Quiz

Wat is een synoniem voor intelligent?
A
Dom
B
Vatbaar
C
Slim
D
Vreemd

Slide 21 - Quiz

Wat is een synoniem voor leerlingen?
A
Kinderen
B
Scholieren
C
Klasgenoten
D
Kletsers

Slide 22 - Quiz

Wat is een synoniem voor relatie?
A
Verband
B
Gevoelens
C
Emoties
D
Verplichting

Slide 23 - Quiz

Wat is een synoniem voor precies?
A
Uitgebreid
B
Exact
C
Ongetwijfeld
D
Totaal

Slide 24 - Quiz

Wat is een synoniem voor dringend?
A
Haast
B
Problemen
C
Tekort
D
Snel

Slide 25 - Quiz

Wat is een synoniem voor maken?
A
Hebben
B
Krijgen
C
Produceren
D
Armbandjes

Slide 26 - Quiz

Welk synoniem heb je geleerd voor emoties?

Slide 27 - Question ouverte

Welk synoniem heb je geleerd voor ongetwijfeld?

Slide 28 - Question ouverte

Welk synoniem heb je geleerd voor opschrijven?

Slide 29 - Question ouverte

Welk synoniem heb je geleerd voor tekort?

Slide 30 - Question ouverte

Wat is een synoniem?

Slide 31 - Question ouverte

Hoofdletters
  • Aan het begin van de zin
  • Bij namen
  • NIET bij maanden, dagen en windstreken
timer
5:00

Slide 32 - Diapositive

Leestekens
  • Een punt bij gewone zinnen
  • Na een vraag een vraagteken
  • Extra nadruk geef je met een uitroepteken


Slide 33 - Diapositive

Betekenis zoeken
  • Zoek de betekenis in de tekst 

  1. Tussen haakjes of tussen komma's
  2. Zoek de betekenis in de volgende zin
  3. Zoek de betekenis in de vorige zin

Slide 34 - Diapositive

Tussen haakjes of tussen komma's

Marleen werd een vedette, een beroemd persoon, door het winnen van de olympische medaille.

Slide 35 - Diapositive

Zoek de betekenis in de volgende zin

Alle acteurs waren naar de première van de film gekomen. Acteurs zijn vaak aanwezig als een film voor de eerste keer getoond wordt.


Slide 36 - Diapositive

Zoek de betekenis in de vorige zin

De jonge profvoetballer laat zijn zaken regelen door iemand anders. Deze manager werkt ook voor andere voetballers. 


Slide 37 - Diapositive

Zelfstandig werken
Maak opdracht 4 en 5 op blz. 32/33
&
Maak opdracht 1 t/m 4 op blz. 50/52

Heb je vragen? Steek je vinger op!

Klaar? 
Maak opdracht 6 (blz 33) OF Ga lezen in je leesboek
timer
10:00

Slide 38 - Diapositive

Rustig samenwerken
Maak opdracht 4 en 5 op blz. 32/33
&
Maak opdracht 1 t/m 4 op blz. 50/52

Heb je vragen? Steek je vinger op!

Klaar?
Maak opdracht 6 (blz. 33) OF Ga lezen in je leesboek
timer
10:00

Slide 39 - Diapositive

Huiswerk
Datum:
Woensdag 11 november

Maken:
Maak opdracht 4 en 5 op blz. 32/33
&
Maak opdracht 1 t/m 4 op blz. 50/52

Slide 40 - Diapositive

Lesdoelen
  • Ik kan opzoeken of een woord een de- of een het-woord is
  • Ik kan de woorden deze, die, dit en dat op de juiste manier gebruiken
  • Ik kan hoofdletters, punten, vraagtekens en uitroeptekens gebruiken
  • woorden met au en ou goed spellen

Slide 41 - Diapositive

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 42 - Diapositive