H10.4 Krachten ontbinden

Welkom! 
Welkom
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom! 
Welkom

Slide 1 - Diapositive

Wat doen we vandaag?

- Huiswerk check
- Herhaling van par 10.3
- Leerdoelen van par 10.4
- Instructie par 10.4
- Samen oefenen met lessonup
- Zelfstandig werken 
- Huiswerk schrijven 

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk check 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Pak je Ipad erbij!

Slide 5 - Diapositive

Sleep de krachten naar de juiste plek:
Spankracht
Veerkracht
Zwaartekracht

Slide 6 - Question de remorquage

De kogel heeft een massa van
1200 kg.
Hoe groot is de zwaartekracht
op de kogel?
A
Fz = 120 N
B
Fz = 1200 N
C
Fz = 12 000 N
D
Fz = 120 000 N

Slide 7 - Quiz

De kogel heeft een massa van
1200 kg. Hij hangt stil.
Hoe groot is de spankracht in de kabel?
A
Fs is groter dan 12 000 N
B
Fs is gelijk aan 12 000 N
C
Fs is kleiner dan 12 000 N
D
Dat kun je niet weten

Slide 8 - Quiz

Is de kracht in de kabel een druk-
of trekkracht?
A
Drukkracht
B
Trekkracht
C

Slide 9 - Quiz

Sleep de krachten naar de juiste plek:
Zwaartekracht
Wrijvingskracht
Normaalkracht
Spankracht

Slide 10 - Question de remorquage

Wat geldt in deze situatie?
A
Fz = Fn + Fs
B
Fz = Fn - Fs
C
Fz = Fs - Fn
D
Fz = Fn × Fs

Slide 11 - Quiz

In welke kabels werkt een spankracht?
A
Alleen in A
B
Alleen in B
C
In A en B
D
In geen van de kabels

Slide 12 - Quiz

Bereken de massa van het blok

Slide 13 - Question ouverte

Werkt er in BC een drukkracht
of trekkracht?
A
Drukkracht
B
Trekkracht

Slide 14 - Quiz

Werkt er in AB een drukkracht
of trekkracht?
A
Drukkracht
B
Trekkracht

Slide 15 - Quiz

Leerdoelen
Je kunt een kracht ontbinden in twee gegeven richtingen.


Je kunt bepalen of krachten in een constructie drukkrachten of trekkrachten zijn.

Slide 16 - Diapositive

10.4 Krachten ontbinden

Slide 17 - Diapositive

Leerdoelen; Je kunt
  1. beschrijven welke krachten werken 0p een voorwerp dat omhoog gehesen wordt
  2. in twee gegeven richtingen een kracht op een voorwerp ontbinden
  3. uitleggen welke rol krachten spelen bij het ontwerpen van een constructie.
  4. richting en grootte bepalen van de krachten die op een constructie werken
  5. aangeven of een kracht op een constructie een druk- of trekkracht is

Slide 18 - Diapositive

Hijsen!
  1. Zwaartekracht en Normaalkracht
  2. Zwaartekracht, normaalkracht en spankracht
  3. Zwaartekracht en spankracht

Slide 19 - Diapositive

Krachten ontbinden
Dit is eigenlijk het omgekeerde van nettokracht. (samenstellen van krachten, resultante kracht)

  • Bij bepalen van de nettokracht weet je twee krachten die samenwerken.
  • Bij krachten ontbinden weet je de nettokracht en wil je de twee samenwerkende krachten weten.

Slide 20 - Diapositive

Voorbeeld
Het vat heeft een gewicht van 525 Newton.
Construeer de kracht in Kabel A.

Slide 21 - Diapositive

Krachten samenstellen Herhaling

Slide 22 - Diapositive

De zwaartekracht

Vanuit het zwaartepunt

Loodrecht naar beneden

Hoe groot zijn de krachten in de touwen?

Slide 23 - Diapositive

Teken eerst de normaalkracht

(beginnen in het touw en loodrecht omhoog even groot als de zwaartekracht)

Fz
Fn

Slide 24 - Diapositive

Maak een parallellogram met de hulplijnen.

De normaalkracht is de diagonaal. De hulplijnen worden de zijdes van het parallellogram.

Slide 25 - Diapositive

Nu heb je je parallellogram, en bepaal je de lengte van de pijlen en de richting.

Slide 26 - Diapositive

F1
F2
Teken de kracht in de touwen en geef ze namen.

Slide 27 - Diapositive

Meet nu de vectoren op, en bereken de kracht aan de hand van de krachtenschaal.

Slide 28 - Diapositive

Praktijk voorbeeld
De pijlen van F1 en F2 zijn allebei 3,2 cm lang. 
Beide krachten 3,2 × 5 kN = 16 kN groot

Als de balk stil in de lucht hangt, is er evenwicht. 
De spankrachten in de kabels zijn dan ook even groot: allebei 16 kN.

Hoe groter de tophoek, hoe groter de kracht in de kabels! Die kunnen breken!
1 cm ≙ 5 kN

Slide 29 - Diapositive

Stappenplan ontbinden
  1. Situatie op schaal tekenen
  2. Bekende kracht op schaal, met krachtenschaal, intekenen.
  3. Eventueel verlengen van 'kabels'.
  4. Met omgekeerde parallellogrammethode kracht ontbinden
  5. De ontbonden krachten bepalen (met schaal)
  6. De getekende krachten in de verlengde lijnen, zijn even groot als de spankracht, maar in tegengestelde richting.

Slide 30 - Diapositive

Zwaartekracht is de bekende kracht

Slide 31 - Diapositive

Dan verleng je de kabels in je tekening

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Lien

Schets
Maak een schets van de situatie en teken de resultante kracht.

Ontbind vervolgens de kracht in de werklijnen

Slide 35 - Diapositive

Voorbeeld examenvragen
In het filmpje op de volgende pagina, worden verschillende examenopgaves behandeld door een docent natuurkunde.
Kijk dit als je dit nog moeilijk vindt!

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Vidéo

Met welke methode kun je een netto kracht het best ontbinden als je de werklijnen van de 2 krachten hebt?
A
Met de kop- staartmethode
B
Met de parallellogram methode
C
Met beide methoden
D
Met geen van beide methoden

Slide 38 - Quiz

Julian wil een kracht ontbinden in twee componenten. In welke tekening heeft hij de kracht op de juiste wijze in twee componenten ontbonden?
A
Tekening A
B
Tekening B
C
Tekening C
D
Tekening D

Slide 39 - Quiz

Leerdoelen; Je kunt
  1. beschrijven welke krachten werken 0p een voorwerp dat omhoog gehesen wordt
  2. in twee gegeven richtingen een kracht op een voorwerp ontbinden
  3. richting en grootte bepalen van de krachten die op een constructie werken
  4. aangeven of een kracht op een constructie een druk- of trekkracht is

Slide 40 - Diapositive

Zelfstandig werken
- Wat? Lees paragraaf 10.4 en maak de opdrachten 1 t/m 8
- Hoe? In stilte (zachtjes overleggen met je buur mag)
- Klaar? Maak testjezelf van par 10.4

Ben je niet klaar in de klas?
Huiswerk: de resterende opdrachten en testjezelf van par 10.4

Slide 41 - Diapositive