15-11 Present continuous

Welcome to today's English lesson!
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welcome to today's English lesson!

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Take out your books and start reading, please 
timer
15:00

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

By the end of this lesson, you...
...have refreshed your memory on the present continuous
...know what exceptions there are in the present continuous.
...know how to use the present continuous in a question
...know how to use the present continuous in a negative sentence

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

PLANNING

  1. Grammar uitleg: Present Continuous
  2. Exercises Present Continuous
  3. Homework Time !

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Present continuous: vorm
We are playing in the yard. 
Cathy is waiting for the bus. 
I am calling my grandmother right now. 

vorm van 'to be' + hele ww + ing


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Present continuous: uitzonderingen
I am lying to you. --> hele ww: lie
--> eindigt een ww op -ie, vervang het voor -y

She is baking a cake. --> hele ww: bake
--> eindigt een ww op een -e


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Present continuous: vraagzinnen
I am baking a cake. 
Am I baking a cake?

She is telling a story.
Is she telling a story?

Zet de vorm van 'to be' vooraan de zin om een vraagzin te maken. 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Present continuous: ontkenning
I am baking a cake. 
I am not baking a cake. 

She is telling a story.
She is not telling a story.

Zet 'not' achter de vorm van 'to be' om een ontkennende zin te maken.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer gebruik je de present continuous.
A
Als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Als iets nu gebeurt.
C
Als iets in het verleden gebeurde.
D
Als iets in de toekomst gaat gebeuren.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke zin staat in de present continuous?
A
We are working.
B
We work.
C
We worked.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet in de present continuous. Schrijf het zo:
"-She... (fall)" wordt: she is falling
- I... (take)
- the dog... (die)
-They... (stare)

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak van de volgende zin in een vraagzin én een ontkennende zin:
The woman is working at the office.

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak van de volgende zin in een vraagzin én een ontkennende zin:
William and Charlie are watching a show.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig werken
wat
Maak opdr. 19 t/m 21
Hoe
Zelfstandig 
Tijd
12 min.               
Hulp
Kom naar bureau docent 
Klaar
1. Woordjes A leren 
2. Huiswerk maken 
timer
12:00

Slide 14 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Voor mij is de Present Continuous nu...
Helemaal duidelijk!
Nog niet helemaal duidelijk.
Helemaal niet duidelijk.

Slide 15 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

What did you learn during this lesson?
Wanneer gebruik je de present continuous?


Hoe maak je een vraagzin in de present continuous?

Maak een ontkennende zin van: She is shopping. 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

What did you learn this lesson?
Wanneer gebruik je de present continuous?
--> Je gebruikt de present continuous wanneer iets op dit moment bezig is. 
Hoe maak je een vraagzin in de present continuous?

Maak een ontkennende zin van: She is shopping. 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

What did you learn this lesson?
Wanneer gebruik je de present continuous?
--> Je gebruikt de present continuous wanneer iets op dit moment bezig is. 
Hoe maak je een vraagzin in de present continuous?
--> Zet de vorm van 'to be' vooraan de zin. 
Maak een ontkennende zin van: She is shopping. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

What did you learn this lesson?
Wanneer gebruik je de present continuous?
--> Je gebruikt de present continuous wanneer iets op dit moment bezig is. 
Hoe maak je een vraagzin in de present continuous?
--> Zet de vorm van 'to be' vooraan de zin. 
Maak een ontkennende zin van: She is shopping. 
--> she is not shopping

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions