2HV ABCD Chapitre 2 18 décembre

Programme lundi le 18 décembre 2023
Leerdoelen: Oefenen voor de toetsen 
Na deze les:
- heb ik alle drie de onderdelen (woorden, zinnen & grammatica) geoefend .
- weet ik welke onderdelen ik al goed beheers en welke nog niet.
- weet ik hoe ik mij verder kan voorbereiden op de toetsen 
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Programme lundi le 18 décembre 2023
Leerdoelen: Oefenen voor de toetsen 
Na deze les:
- heb ik alle drie de onderdelen (woorden, zinnen & grammatica) geoefend .
- weet ik welke onderdelen ik al goed beheers en welke nog niet.
- weet ik hoe ik mij verder kan voorbereiden op de toetsen 

Slide 1 - Diapositive

Programme du jour

1) Alle drie de onderdelen (zinnen/woorden/grammatica) klassikaal oefenen via LessonUp. 
2) Aan de hand van klassikale oefentoets: keuzemenu om te trainen voor vocabulaire, phrases-clés & grammaire A,B, C en D

Slide 2 - Diapositive

oefenen
2HV - Oefentoets
Chapitre 2, bron ABCD




Slide 3 - Diapositive

Nu: klassikale korte oefentoets
Pak je mobiel er maar bij!

Je gaat in je browser naar lessonup.app 
Je hoeft niet in te loggen of een account aan te maken.
De code komt zo in beeld.

Slide 4 - Diapositive

1. Woorden

Slide 5 - Diapositive

chercher
l'oiseau
le lapin
le poisson
la poule
dormir
la vache

Slide 6 - Question de remorquage

Choisis (kies):
Les couleurs de l'Argentine sont le bleu et le ________
A
blanc
B
noir

Slide 7 - Quiz

Choisis (kies):
_________! La France n'est plus le champion du monde :(
A
Quelle horreur
B
Heureusement

Slide 8 - Quiz

Choisis (kies):
Je vais _________. J'aime Minecraft.
A
aller en ville
B
jouer à console

Slide 9 - Quiz

Vertaal: la soeur jumelle

Slide 10 - Question ouverte

Vertaal: casse-pied

Slide 11 - Question ouverte

activités
famille
fils unique
regarder la télé
rigoler
frère jumeau
faire du sport
parents

Slide 12 - Question de remorquage

Vertaal: anders

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal: andere

Slide 14 - Question ouverte

2. Zinnen (phrases-clés)

Slide 15 - Diapositive

Hierna ga je zinnen vertalen
Let op: zet ook de punten/vraagtekens/uitroeptekens er bij!
Anders wordt het antwoord fout gerekend.

Slide 16 - Diapositive

Vertaal:
Heb je een dier?

Slide 17 - Question ouverte

Vertaal:
Ja, ik heb een kat en een hamster.

Slide 18 - Question ouverte

Vertaal:
Hoe heet hij?

Slide 19 - Question ouverte

Vertaal:
Hij heet Philip.

Slide 20 - Question ouverte

3. Grammatica
Regelmatige werkwoorden vervoegen

Slide 21 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 22 - Diapositive

Doelen van deze les:
-We herhalen de vorm van het bijvoeglijk naamwoord
-Jullie herhalen de juiste plaats van het bijvoeglijk naamwoord

Slide 23 - Diapositive

In welke zin staat een bijvoeglijk naamwoord?
A
Zij heeft echt een mooie auto!
B
Mijn vader werkt graag.
C
Wat loop jij snel!
D
Wil jij iets vragen?

Slide 24 - Quiz

VORM
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
grand
grande
meervoud
grands
grandes

Slide 25 - Diapositive

In welke zin staat een bijvoeglijk naamwoord?
A
Je suis une fille hollandaise.
B
Ma mère adore les fleurs.
C
Demain, nous allons faire du shopping.
D
J'ai oublié mes livres.

Slide 26 - Quiz

Welke zin is grammaticaal correct?
A
J'ai une copine français.
B
Mon père a un vélo grises.
C
Nous avons une grands maison.
D
Elle a une petite soeur.

Slide 27 - Quiz

Welke zin is grammaticaal correct?
A
J'ai une petit soeur
B
Il a deux amis françaises
C
J'ai une amie hollandais
D
Il a un chien noir

Slide 28 - Quiz

Uitzonderingen!
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
meervoud
enkelvoud
meervoud
goed
bon
bons
bonne
bonnes
mooi
beau
beaux
belle
belles
nieuw
nouveau
nouveaux
nouvelle
nouvelles
oud
vieux
vieux
vieille
vieilles

Slide 29 - Diapositive

Zet het bijvoeglijk naamwoord "bon" in de juiste vorm:
J'ai une ________ copine.

Slide 30 - Question ouverte

Welke zin is grammaticaal correct?
A
Nous avons une beau maison.
B
J'ai une belle voiture.
C
Il est un beaux garçon.
D
Ils ont un belle jardin.

Slide 31 - Quiz

PLAATS
Het is een grijze kat.                                   C'est un chat gris.
Het is een schattig konijn.                            C'est un lapin adorable.

Wat valt je op?

Slide 32 - Diapositive

PLAATS
Het is een grijze kat.                                   C'est un chat gris.
Het is een schattig konijn.                            C'est un lapin adorable.

Wat valt je op?
* In het Nederlands staat het bijvoeglijk naamwoord altijd VOOR het zelfstandig naamwoord.
* In het Frans staat het er meestal juist ACHTER.

Slide 33 - Diapositive

Welke zin klopt NIET?
A
Il a une table brune.
B
Elsa a un oncle espagnol.
C
J'ai une française copine.
D
Vous avez un vélo orange?

Slide 34 - Quiz

Uitzonderingen!
De volgende bijvoeglijk naamwoorden staat VOOR het zelfstandig naamwoord!

bon
un bon acteur
nouveau
les nouvelles chaussures
beau
la belle fille
petit
un petit garçon
grand
les grandes maisons
vieux
la vieille dame

Slide 35 - Diapositive

Welke zin is grammaticaal FOUT?
A
Des vieilles maisons
B
Les petites filles
C
Le livre beau
D
Le nouveau portable

Slide 36 - Quiz

Welke 6 Franse bijvoeglijke naamwoorden komen VOOR het zelfstandig naamwoord??

Slide 37 - Question ouverte

Einde van de oefentoets

Slide 38 - Diapositive

Nu: Oefen-keuzemenu
Bedenk voor jezelf op welk onderdeel je nog moet leren.
  • Woorden?
    Dan ga je Slim Stampen (bron A, B) 
  • Zinnen?
    Dan ga je Slim Stampen (bron C) 
  • Grammatica?
    Bekijk nog eens de uitlegvideo's in GL online. Dan Slim Stampen (bron D).
  • Klaar? Leren vocabulaire E (bron E)

Slide 39 - Diapositive