Herhaling

Elk chromosoom bevat ...... genen
A
een
B
meerdere
1 / 19
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Elk chromosoom bevat ...... genen
A
een
B
meerdere

Slide 1 - Quiz

Een allel is een variant van een
A
gen
B
chromosoom

Slide 2 - Quiz

De informatie voor de erfelijke eigenschappen van een organisme heet het
A
genotype
B
fenotype

Slide 3 - Quiz

Alle eigenschappen van een organisme heet het
A
genotype
B
fenotype

Slide 4 - Quiz

De informatie voor je erfelijke eigenschappen is opgeslagen in genen. Elk gen bestaat uit twee allelen.
Hoeveel allelen voor één erfelijke eigenschap bevat de eicel?
A
1
B
2

Slide 5 - Quiz

Een persoon die in elke celkern twee allelen heeft voor steil haar, is voor deze eigenschap
A
heterozygoot
B
homozygoot

Slide 6 - Quiz

Een persoon die heterozygoot is voor de eigenschap haarvorm, heeft in elke celkern twee ......... allelen voor deze eigenschap.
A
dezelfde
B
verschillende

Slide 7 - Quiz

In een stamboom is een rondje een
A
Man
B
Vrouw

Slide 8 - Quiz

Een homozygoot dominant genotype voor eigenschap G noteer je als
A
GG
B
gg
C
Gg

Slide 9 - Quiz

Welke personen hebben geen sproeten?

Slide 10 - Question ouverte

Welk allel is dominant?
A
Met sproeten
B
Zonder sproeten

Slide 11 - Quiz

Twee geslachtscellen versmelten bij ..... voortplanting.
A
geslachtelijke
B
ongeslachtelijke

Slide 12 - Quiz

Nakomelingen van dezelfde ouders hebben .......
A
hetzelfde genotype
B
verschillende genotype

Slide 13 - Quiz

De omgeving kan de kans op een mutatie ....
A
wel beïnvloeden
B
niet beïnvloeden

Slide 14 - Quiz

Een paard en een ezel kunnen zich samen voortplanten. Hun nakomelingen heten muilezels. Muilezels kunnen zich niet voortplanten, ze zijn onvruchtbaar.
Behoren paarden en ezels tot dezelfde soort?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

e verzamelnaam voor technieken, waarbij organismen worden gebruikt om producten voor mensen te maken, is

Slide 16 - Question ouverte

biotechnologie

Slide 17 - Question ouverte

Organismen waarvan de erfelijke eigenschappen door de mens zijn veranderd, heten

Slide 18 - Question ouverte

Misschien heb je weleens penicilline van de dokter gekregen. Penicilline is een antibioticum dat helpt tegen ontstekingen. Penicilline wordt gemaakt door een schimmel. De schimmel maakt penicilline om zich te beschermen tegen bacteriën die de schimmel in de natuur aanvallen.
De penicilline die je van een arts krijgt, is een voorbeeld van:
A
biotechnologie
B
genetische modificatie

Slide 19 - Quiz