Fictie en Lezen

Fictie en non-fictie
Fictie en Lezen
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Fictie en non-fictie
Fictie en Lezen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lezen 



Vraag voor de volgende sheet: welke tekstdoelen ken je? 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekstdoelen

Slide 3 - Carte mentale

Informeren: de lezer iets nieuws vertellen 
Amuseren: de lezer vermaken of laten lezen voor zijn plezier 
Overhalen: de lezer overhalen iets te doen 
Uitleggen: de lezer uitleggen hoe iets zit of hoe je iets doet 
Overtuigen: een mening geven en uitleggen waarom die mening waar is
Leesplan 
1. Verkennen 
Voor het lezen: waar gaat de tekst over?

2. Begrijpen 
Tijdens het lezen: begrijpen wat een tekst vertelt.

3. Verwerken
Na het lezen: waar ging de tekst over? Wat weet je nu?

 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leesmanieren
  • Verkennend lezen 
Je bekijkt de tekst en vraagt je af: waar gaat de tekst over? 

  • Grondig lezen
Je leest een tekst van begin tot eind om het helemaal te begrijpen.

  • Zoekend lezen
Je leest niet de hele tekst, maar stukjes om snel antwoord op je vraag te krijgen.

 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het onderwerp van een tekst geef je aan in één of meerdere woorden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we het titeltje dat boven een alinea staat?
A
Bron
B
Titel
C
Inleiding
D
Tussenkopje

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Open de website op de volgende sheet 
Lees de tekst verkennend
3 minuten 
Uit hoeveel alinea's bestaat deze tekst? 
Welke tussenkopjes staan er in de tekst?

Slide 8 - Diapositive

  • 4 alinea's
  • Naar de opvang
  • Klimaatverandering

Slide 9 - Lien

https://www.kidsweek.nl/nieuws-dieren/levende-zeepaardjes-gevonden-op-waddeneilanden
Fictie 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fictie


Non-fictie
  • Verzonnen verhalen 
  • Teksten en beelden over de werkelijkheid 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fictie


Non-fictie
  • Verzonnen verhalen 
  • Voorbeelden: stripverhaal, gedicht en film


Niet-realistisch
  • Teksten en beelden over de werkelijkheid 
  • Voorbeelden: krantenbericht en studieboek

Realistisch

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fictie


Non-fictie
  • Verzonnen verhalen 
  • Voorbeelden: stripverhaal, gedicht en film
  • Teksten en beelden over de werkelijkheid 
  • Voorbeelden: krantenbericht en studieboek 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Filmfragment 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 16 - Quiz

Waarom is dit fictie? 
Is dit verhaal realistisch of niet-realistisch? Waarom?
Fictie of non-fictie?

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fictie of non-fictie?
Fictie of non-fictie?

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non fictie

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Is dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verhaalsoorten
Fantasy
Verhaalsoort met verzonnen wezens.

Sciencefiction 
Verhalen die zich afspelen in een andere tijd of ruimte  (vaak in de toekomst).

Thriller
Spannend verhaal. 

Detective
De hoofdpersoon lost een misdrijf op door speurwerk.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verhaalsoorten
Fantasy
Verhaalsoort met verzonnen wezens.

Sciencefiction 
Verhalen die zich afspelen in een andere tijd of ruimte  (vaak in de toekomst).

Thriller
Spannend verhaal. 

Detective
De hoofdpersoon lost een misdrijf op door speurwerk.
Er zijn nog veel meer verhaalsoorten:
Spookjes, historisch dieren, griezelverhaal, oorlog en verzet, humor, sport

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk verhaalsoort past bij Frozen 2?
A
Griezelverhaal
B
Thriller
C
Sprookjes
D
Sciencefiction

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Beoordelingswoorden 
Als je een verhaal leest dan doet dat iets met je. Je vindt een verhaal bijvoorbeeld grappig of juist saai

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beoordelingswoorden 
Als je een verhaal leest dan doet dat iets met je. Je vindt een verhaal bijvoorbeeld grappig of juist saai

Grappig en saai zijn voorbeelden van beoordelingswoorden: deze woorden geven aan wat jij van een verhaal vindt.

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem twee
andere beoordelingswoorden

Slide 34 - Carte mentale

Voorbeelden van andere beoordelingswoorden: 

  • Spannend
  • Herkenbaar 
  • Leerzaam 
  • Origineel 
Gedicht 

Slide 35 - Diapositive

Lees het gedicht met de klas
Gedicht 
Versregels 
De regels in een gedicht

Strofe
Een groepje regels

Rijm 
Woorden met dezelfde klanken

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel strofes heeft het gedicht? Typ met getallen!

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijzonder taalgebruik
- Herhaling
Woorden worden herhaald, of hetzelfde woord wordt vaker gezegd, maar net op een andere manier.

- Opsomming
Er worden dingen na elkaar opgenoemd.

- Tegenstelling
Dingen worden tegenover elkaar gezet, waardoor verschillen opvallen.

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

't Was oorlog. We zaten gewoon in de klas.
Je was bang... voor een vak waar je slecht in was.
Je was bang... voor een beurt, zo ineens voor het bord.
Niet bang voor de oorlog, maar bang voor je rapport.
A
Herhaling
B
Opsomming
C
Tegenstelling

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

En daartoe, het donkere licht vervulde mijn hart.
A
Herhaling
B
Opsomming
C
Tegenstelling

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions