4.2 Waar kun je werken?
1 / 15
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 3 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 4 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 5 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 6 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 7 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 8 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 9 - Vidéo
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat kan een voordeel/ kunnen voordelen zijn met een VOF?
A
Bij ziekte kunnen ze elkaar overnemen
B
Er is maar één iemand die de leiding heeft
C
Ze zijn privé aansprakelijk
D
Je kunt het werk onderling verdelen
Slide 10 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Hoe noemen we de volgende ondernemingsvorm: organisaties die zich inzetten voor goede doelen
A
VOF
B
BV
C
NV
D
Stichting
Slide 11 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving:
winstuitkering aan aandeelhouders
winstuitkering aan aandeelhouders
A
Koers
B
Dividend
C
Vennootschapsbelasting
D
Effectenbeurs
Slide 12 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
De aandelen van een BV worden verhandeld op de effectenbeurs
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quiz
De aandelen van een NV worden wel vrij verhandeld op een effectenbeurs. De aandelen van een BV zijn niet verhandelbaar.
Hoe noemen we de volgende ondernemingsvorm: er zijn twee of meer eigenaren die samen de leiding hebben.
A
Eenmanszaak
B
ZZP'er
C
VOF (vennootschap onder firma)
Slide 14 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Een zelfstandige ondernemer betaald inkomstenbelasting voor zijn/ haar winst.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
