Les 6 Unidad 4 klinkerwissel

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

BIENVENIDOS 

A LA CLASE 

DE ESPAÑOL

HOY

corregir los deberes

trabajar en los verbos con un cambio vocal

- huiswerk nakijken -

- werken aan de werkwoorden met klinkerwissel -

LEERDOEL: Ik kan praten over dagelijkse handelingen

Hoe werken wij hier vandaag aan?

We gaan oefenen met de werkwoorden met klinkerwissel

BELANGRIJK: Blijf de regelmatige werkwoorden herhalen [-ar / -er / -ir]

Los deberes

Het huiswerk

Lezen van de uitleg E - I

Maken van de opdrachten A + B

LOS VERBOS E - I

Ik kan werkwoorden met een klinkerwissel gebruiken

LOS VERBOS  E - I

pedir

servir

elegir

seguir  (let op: yo sigo)

reír

vestirse

repetir

Deze werkwoorden

leer je als e - i klinkerwissel

Ik kan werkwoorden met een klinkerwissel gebruiken

Haz los ejercicios en tu cuaderno

Ik kan werkwoorden met een klinkerwissel gebruiken

A.

1. Yo quiero un zumo de naranja.

2. ¿Qué prefieres tú?

3. ¿A qué hora cierra el supermercado?

4. Paco y yo empezamos a las ocho y media.

5. Y vosotros, ¿a qué hora empieza la clase?

6. Carmen no entiende a la profesora.

B. 

1. ¿Nosotros pedimos la cuenta?

2. Sí, yo la pido.

3. El cuchillo sirve para cortar la carne.

4. El profesor repite todo.

5. ¿Qué eliges tú?

6. Los niños siguen a los padres.

Ik kan werkwoorden met een klinkerwissel gebruiken

Laatste onderdeel klinkerwissel

Werkwoorden met klinkerwissel

o - ue

Ik kan werkwoorden met een klinkerwissel gebruiken

zorg dat je leert welke een klinkerwissel hebben en hoe je deze toepast

Ik kan werkwoorden met een klinkerwissel gebruiken

Oefening

 1. Juan no ________ (poder) venir a la biblioteca.

 2. Yo _______ (encontrar) mis llaves en la mesa.

 3. Nosotros siempre __________ (contar) esta historia.

 4. Mi amiga ___________ (acostarse) a las nueve.

 5. Tú __________ (dormir) a las once.

 6. Las flores _________  (costar) 10 euros.

 7. Vosotros __________ (volver) a casa.

Wederkerende werkwoorden

Herken je de wederkerende werkwoorden nog?

llamarse / acostarse / llavarse etc

me / te/ se / nos / os / se

Ik kan werkwoorden met een klinkerwissel gebruiken

Las respuestas

 1. Juan no puede venir a la biblioteca.

 2. Yo encuentro mis llaves en la mesa.

 3. Nosotros siempre contamos esta historia.

 4. Mi amiga se acuesta a las nueve.

 5. Tú duermes a las once.

 6. Las flores cuestan 10 euros.

 7. Vosotros volvéis a casa.

Ik kan werkwoorden met een klinkerwissel gebruiken

Extra opdachten

Op teams kun je extra oefenen met de klinkerwissels van

e - i  en  e - ie

Ik kan werkwoorden met een klinkerwissel gebruiken

Bijna klaar

We hebben nu bijna alle werkwoorden gezien die we nodig hebben. We kennen vanuit vorig jaar de regelmatige werkwoorden met -ar / -er / -ir . Ook hebben we geoefend met ser / estar / tener / llamarse.

Deze periode hebben we de werkwoorden met klinkerwissels geleerd.

Nu zijn er nog 3 werkwoorden over. 

In de volgende dia gaan we deze bekijken

Ik kan werkwoorden met een klinkerwissel gebruiken

Hacer / Salir / Venir

Deze werkwoorden worden op dezelfde manier vervoegd als de regelmatige werkwoorden ( -ar / -er / -ir). 

Het enige verschil is de yo - vorm voor hacer en salir

.. en venir die zowel een afwijkende ik-vorm heeft als klinkerwissel

Ik kan werkwoorden met een klinkerwissel gebruiken

LA pág 72

haz los ejercicios 1, 2 y 3

Ik kan werkwoorden met een klinkerwissel gebruiken

Los deberes

Maak de opdrachten af van LA pág 72

Maak 4.18 en 4.19 uit je LE

Ik kan werkwoorden met een klinkerwissel gebruiken