Oefentoets rep 2

Oefentoets rep 2
Maak de toets alleen.
Probeer alle grammatica zonder je boek erbij in te vullen.
De woordjes en de zinnen mag je opzoeken in je boek. 
Mocht ik zien dat je ergens moeite mee hebt krijg je hier komende donderdag extra opdrachten voor.
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets rep 2
Maak de toets alleen.
Probeer alle grammatica zonder je boek erbij in te vullen.
De woordjes en de zinnen mag je opzoeken in je boek. 
Mocht ik zien dat je ergens moeite mee hebt krijg je hier komende donderdag extra opdrachten voor.

Slide 1 - Diapositive

Repetitie cap 2
Wat moet je leren:

- Presente perfecto, regelmatig + onregelmatig (capítulo 1 bron D)  
- Ser, estar en hay (capítulo 2 bron D)  
- De indefinido (regelmatige vormen)
- De tijdsaanduidingen van de presente perfecto



- De tijdsaanduidingen van de indefinido
- Je herkent in een zin of je de presente perfecto of de pretérito indefinido moet gebruiken
- vocabulaire 2.1 t/m 2.4 beide kanten op
- Frases clave bron E + K Ne-SP

Slide 2 - Diapositive

¿SER O ESTAR?
Vul bij de volgende vragen de juiste vorm van ser of estar in.

Slide 3 - Diapositive

Mi madre_____una mujer muy simpática.
A
estás
B
está
C
eres
D
es

Slide 4 - Quiz

Me perro se llama Layka, tiene las orejas grandes y______negra.

Slide 5 - Question ouverte

Mis hermanas juegan al fútbol, _____muy deportivas.

Slide 6 - Question ouverte

Vosotros_____unas chicas guapas.

Slide 7 - Question ouverte

Hoy hemos trabajado mucho______cansados.

Slide 8 - Question ouverte

La casa de mis padres______muy cerca de mi casa.

Slide 9 - Question ouverte

Mis tíos______profesores de francés.

Slide 10 - Question ouverte

Tú_____inteligente.
La fiesta______mañana a las ocho.
No me siento bien_____enfermo.

Carlos y yo,__________mejores amigos.
Karina y Stefanie, ¿________en el centro?
somos
es
eres
estáis
estoy

Slide 11 - Question de remorquage

¿Indefinido o perfecto?
Vul bij de volgende slides de juiste vorm van de perfecto of de indefinido in. 

Slide 12 - Diapositive

¿Tú (estar)___en Sevilla alguna vez?

Slide 13 - Question ouverte

Esta semana nosotros (ir)____a la playa.

Slide 14 - Question ouverte

Ayer yo (comer)____una hamburguesa

Slide 15 - Question ouverte

Hoy yo____un bocadillo de tomate.
A
como
B
he comido
C
comes
D
ha comido

Slide 16 - Quiz

El año pasado mi madre _______en un hospital.
A
trabajas
B
ha trabajado
C
trabaja
D
trabajó

Slide 17 - Quiz

Este año tú (ir de vacaciones)_____a Italia.

Slide 18 - Question ouverte

¿Nunca vosotros (ver)_____la película Harry Potter?

Slide 19 - Question ouverte

La semana pasada Caro y Lina no (preparar)______los deberes.

Slide 20 - Question ouverte

Este verano mi hermana (trabajar)____en un restaurante española.

Slide 21 - Question ouverte

Hoy tú (hacer)_______los deberes.

Slide 22 - Question ouverte

Últimamente mi hermana (practicar)____mucho deporte.

Slide 23 - Question ouverte

El otro día yo (hablar)____por teléfono con mi padre.

Slide 24 - Question ouverte

Voca 2.1 t/m 2.4
Kies in de volgende zinnen uit het goede woord dat in de zin past en vertaal deze naar het Spaans. Een soortgelijke opdracht krijg je op de toets. 

Slide 25 - Diapositive

Estoy nerviosa, hoy es _____ con Eduardo. de date/de droom

Slide 26 - Question ouverte

Mi madre me ha mandado______.
een berichtje / zelfs

Slide 27 - Question ouverte

Primero hago los deberes y_____voy al centro. botsen/daarna

Slide 28 - Question ouverte

pelearse
la cola
fuerte
la salida
el traje
chocar

Slide 29 - Question de remorquage

mareado
sombrero
el miedo
parar
esperar
la libertad

Slide 30 - Question de remorquage

Frases clave bron E + J
Vertaal de volgende zinnen naar het Spaans, denk aan de vraagtekens op z'n kop en overige leestekens. Hier mag je je boek bij gebruiken.

Slide 31 - Diapositive

Heb je een vriendinnetje?

Slide 32 - Question ouverte

Hoe is jouw ideale vriendje?

Slide 33 - Question ouverte

Moeten er overeenkomsten zijn?

Slide 34 - Question ouverte

Mijn ideale vriendinnetje heeft blond haar en blauwe ogen.

Slide 35 - Question ouverte

Wat betekent vriendschap voor jou?

Slide 36 - Question ouverte

Wie is je beste vriend?

Slide 37 - Question ouverte

Hebben jullie nooit ruzie?

Slide 38 - Question ouverte