Woordenschat H5: samenstellingen

Welkom bij Nederlands
H5  Woordenschat : samenstellingen


Mevrouw Ori
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands
H5  Woordenschat : samenstellingen


Mevrouw Ori

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel van deze les:
Aan het eind van deze les weten de leerlingen :
- hoe ze de betekenis van een samenstelling moeten opzoeken in het woordenboek.
- wat de betekenis van een samenstelling is.
- de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit deze paragraaf.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een samenstelling? Geef ook een voorbeeld van een samenstelling.

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

samenstelling
A
2 of meer verschillende woorden die dezelfde betekenis hebben
B
combinatie van 2 of meer woorden die niet los kunnen voorkomen
C
2 of meer verschillende woorden die een verschillende betekenis hebben
D
combinatie van 2 of meer woorden die elk ook los kunnen voorkomen

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een samenstelling?
A
dierentuin
B
waterfles
C
computer
D
schermpjes

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is GEEN samenstelling?
A
Voetbal
B
Gebak
C
speelplein
D
Handdoek

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit is geen samenstelling
Dit is wel een samenstelling.

 Chocolade

     Bestek

   Schatkist
 
   Schoolreis

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een samenstelling:

+

Slide 8 - Question ouverte

In kerkklok hoor je de laatste k van kerk of de eerste k van klok niet. Toch schrijf je kerkklok omdat het woord een samenstelling is van kerk en klok.
Schrijf de samenstelling op:

+

Slide 9 - Question ouverte

Handtas klinkt soms als */hantas/: de d van hand valt weg in de uitspraak. Toch schrijf je handtas omdat het woord een samenstelling is van hand en tas
Schrijf de samenstelling op:


Slide 10 - Question ouverte

Tandpasta klinkt soms als */tampasta/: hierbij mist niet alleen een letter in de uitspraak, maar veranderen ze zelfs naar een andere letter. Toch schrijf je tandpasta, omdat het woord een samenstelling is van tand en pasta
Schrijf de samenstelling op:

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk deel van een samenstelling is het belangrijkste voor de betekenis?
A
Eerste
B
Laatste
C
Geen
D
Allebei :-)

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welke woorden bestaat de samenstelling?
Volleybalkampioen

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welke woorden bestaat de samenstelling?
Plantenbak

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welke woorden bestaat de samenstelling?
Telefoonoplader

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Herkent iemand de spreekwoorden?

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreekwoorden en uitdrukkingen
Spreekwoord: onveranderlijke hele zin met een bepaalde wijsheid.


Uitdrukking: vaste woordgroep met een figuurlijke betekenis. 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een uitdrukking
A
is een wijsheid of opvatting die geformuleerd is in een hele zin (in de tegenwoordige tijd) die je niet kunt aanpassen
B
is een woordcombinatie met een vaste betekenis. Je kunt een uitdrukking een beetje veranderen

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreekwoorden/gezegden hebben een...
A
letterlijke betekenis
B
figuurlijke betekenis

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een kenmerk van spreekwoorden?
A
De betekenis staat niet in een woordenboek.
B
Er staat altijd een zelfstandig naamwoord in.
C
Het zijn vaste zinnen die je niet kunt veranderen.
D
Er komt altijd een mens of dier in voor.

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je een spreekwoord of uitdrukking in het woordenboek opzoekt, kijk je
A
bij de eerste letter van het spreekwoord
B
bij het eerste bijvoeglijke naamwoord van het spreekwoord
C
bij het eerste werkwoord van het spreekwoord
D
bij het eerste zelfstandig naamwoord van het spreekwoord

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een kenmerk van spreekwoorden?
A
De betekenis staat niet in een woordenboek.
B
Er staat altijd een zelfstandig naamwoord in.
C
Het zijn vaste zinnen die je niet kunt veranderen.
D
Er komt altijd een mens of dier in voor.

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreekwoord of uitdrukking?
Opstaan voor dag en dauw.
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreekwoord of uitdrukking?

Daar komt de aap uit de mouw.
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreekwoord of uitdrukking?

Zo sterk zijn als een leeuw
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreekwoord of uitdrukking?

Het zijn vogels van enerlei veren.
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreekwoord of uitdrukking?

Als hadden geweest is, is hebben te laat.
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreekwoord of uitdrukking?

Hij groeit op voor galg en rad.
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreekwoord of uitdrukking?

In de huid kruipen van

A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreekwoord of uitdrukking?

Lachen als een boer met kiespijn

A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreekwoord of uitdrukking?

Honger hebben als een paard
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreekwoord of uitdrukking?

Gauw aangebrand zijn.
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreekwoord of uitdrukking?

Al doende leert men.

A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreekwoord of uitdrukking?

Door de mand vallen
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitdrukking of spreekwoord?

Het is vijf voor twaalf
A
uitdrukking
B
spreekwoord

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitdrukking of spreekwoord?

Op eieren lopen
A
uitdrukking
B
spreekwoord

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Einde les, tot de volgende keer!

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions