Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
Éléments de cette leçon
Welk symbool zie je hier
A
lamp
B
draad
C
schakelaar
D
batterij
Slide 1 - Quiz
Welk symbool zie je hier
A
lamp
B
draad
C
schakelaar
D
batterij
Slide 2 - Quiz
Wat is geen spanningsbron?
A
accu
B
batterij
C
schakelaar
D
dynamo
Slide 3 - Quiz
Een stroom- of Ampéremeter is altijd parallel geschakeld.
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quiz
Opdracht 2
Slide 5 - Diapositive
Wat is het antwoord?
Slide 6 - Question ouverte
Sleep de letters op de juiste plek in de formuledriehoek
X
P
U
I
Slide 7 - Question de remorquage
Wat is de formule om het energieverbruik te berekenen?
A
E = P : t
B
E = t : P
C
E = P x t
D
0 = E : P x t
Slide 8 - Quiz
Een stofzuiger van 750W wordt één uur gebruikt. Bereken de verbruikte energie in kWh
Slide 9 - Question ouverte
Het vermogen van een wasmachine is 20kW. De wasmachine verbruikt een energie van 120 kWh. Hoelang stond de wasmachine aan?
Tip 1
Matchen de eenheden van E en P met elkaar. of moet je omrekenen?
Tip 2
De standaardformule is E = P x t
Doe de driehoek! Hoe kan je t berekenen?
Slide 10 - Question ouverte
Een gloeilamp van 60 W geeft 10 W aan licht en 50 W aan warmte af. Wat is het licht rendement?
Slide 11 - Question ouverte
Een accu kan 10 ampère voor 5 uur leveren. Bereken de capaciteit van de accu.
A
Capaciteit = 10 / 5 = 2 Ah
B
Capaciteit = 10 x 5 = 50 Ah
C
Capaciteit = 10 - 5 = 5 Ah
D
Capaciteit = 10 + 5 = 15 Ah
Slide 12 - Quiz
Een lampje dat 50 mA verbruikt kan op een volle batterij 16 uur branden. Wat is de capaciteit van de batterij?
A
800 mAh
B
1600 mAh
C
3,125 mAh
D
0,32 mAh
Slide 13 - Quiz
Bij kortsluiting wordt de stroom afgesloten door:
A
door de energie maatschappij
B
zekering
C
aardlekschakelaar
D
aarderail
Slide 14 - Quiz
In de meterkast zitten verschillende dingen voor de veiligheid. Een ding kun je gebruiken om de spanning van de hele installatie te halen. Wat is hiervan de naam?
A
aardlekschakelaar
B
hoofdschakelaar
C
de zekering
D
de kilowattuur meter
Slide 15 - Quiz
Een zekering beschermt tegen
A
Brand
B
Kortsluiting
C
Overbelasting
D
Overbelasting en kortsluiting
Slide 16 - Quiz
Een huisinstallatie bestaat altijd uit meerdere groepen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Er is een zekering doorgeslagen, wat is een mogelijke oorzaak?