2hva 11-11-2024 - tekstverbanden en signaalwoorden (1)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom bij Nederlands!

Todo:

• liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?
  

Op tafel heb je liggen:

• lesboek
  
• schrift
• pen

Wat gaan we deze les doen

• Huiswerk H1 LV kort bespreken
• Uitleg H2 LV Tekstverbanden en signaalwoorden
• Huiswerk maken

Bespreken huiswerk

H1 LV opdrachten 1 t/m 5

1. Wat is de hoofdzaak in een tekst?
2. Wat is de bijzaak in een tekst?
3. Waar vind je de hoofdzaken in een tekst?
4. Waar staat de hoofdzaak van een alinea meestal?

Hoofdzaak: belangrijkste informatie in de tekst

Bijzaak: minder belangrijk => uitleg, voorbeelden.

Hoofdzaken staan op voorkeursplaatsen => inleiding, slot

Hoofdzaak alinea in de kernzin => meestal eerste zin (soms laatste). Soms ook in de tweede. De eerste zin geeft dan het verband met de vorige alinea aan. 

Na deze lessen kun je

• tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.
• concluderende, redengevende en oorzakelijke verbanden herkennen in een tekst. 

Doel

1. Denk eerst zelf na over het antwoord.
2. Bespreek je antwoord met je buurman/buurvrouw.
3. We bespreken de antwoorden in de klas. 

Tekstverbanden en signaalwoorden

(H2 LV, blz. 42)

Tekstverband	Signaalwoorden
Concluderend verband => conclusie	dus , daarom , dat houdt in, kortom, concluderend, al met al
Redengevend verband => waarom	omdat, daarom , dus , want, de reden hiervoor is, dankzij
Oorzakelijk verband => waardoor (geen invloed op)	doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus , dankzij.

Hoofd- en bijzaken en kernzinnen

(H1 LV, blz. 12)

Onthouden van een tekst:

Zet hoofdzaken in een schema of samenvatting

Schema

• onderstreep de hoofdzaken. Let op de voorkeursplaatsen.
• noteer belangrijkste informatie. Geef opsommende verbanden aan met nummers, dots of streepjes. Tegenstellende met pijltjes <->

Samenvatting

• onderstreep de hoofdzaken
• neem kernzinnen en andere hoofdzaken over. Maak een samenhangende tekst. Gebruik signaalwoorden om verbanden aan te geven.

We beginnen samen aan opdracht 1

H2 LV opdracht 1

Wat:

H2 LV (v.a. blz. 42): maak opdracht 1 af.

Hoe:
Je werkt eerst alleen, na 5 minuten mag je overleggen met je buurman/buurvrouw 

Klaar?

Ga verder met opdracht 2.

Iedereen

Kijk de opdrachten na. Ben je daar ook mee klaar, dan laat je het aan mij zien.

Hulp nodig?

Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 

Vraag het de docent als

je het echt niet meer weet.

geel: fluisterniveau 

Overleg met diegene naast je

groen:  fluisterniveau 

Overleg met diegene naast je of vraag het

de docent  

Aan het werk!

Je kunt 

• tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.
  
• concluderende, redengevende en oorzakelijke verbanden herkennen in een tekst. 

Doel

Volgende les

Huiswerk 

donderdag 14 november

H2 LV (v.a. blz. 42): opdracht 1 en 2

Toets!

22 november LV H1 en H2