Disk Thema 1 les 1

DISK Thema 1 Kennismaken
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

DISK Thema 1 Kennismaken

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?

  • nieuwe online methode
  • starten met thema 1
                      kennismaken
  • nieuwe woorden leren

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

woordspin
Welke woorden weet je bij het thema 
kennismaken?

Slide 4 - Diapositive

Disk


 DISK woordenlijsten 

Slide 5 - Diapositive

Nieuwe woorden

Slide 6 - Diapositive

de achternaam
  • de naam van je familie
  • voornaam <--> achternaam
  • de achternaam - de achternamen

zin
Hij heet Henk Bosch. 
Henk is zijn voornaam en 
Bosch is zijn achternaam

Slide 7 - Diapositive

altijd
  • de hele tijd 
  • elke keer weer

zin
Ik ben altijd op tijd op school. 
Op maandag moet ik altijd voetballen.

Slide 8 - Diapositive

het antwoord
  • reactie op een vraag
  • op een vraag geef je een antwoord

zin
Ik geef antwoord op de vragen.

Slide 9 - Diapositive

belangrijk
  • Dit zeg je als iets van groot belang is. Het heeft grote gevolgen.
  • Het is belangrijk om iedere dag op school te komen.
  • Het is belangrijk om Nederlands te leren.

    zin: De minister-president is voor Nederland belangrijk. 

Slide 10 - Diapositive

bijna
  • nog niet 
  • niet helemaal

  • zin: Ik ben bijna klaar met deze opdracht.
  • zin: Hij was bijna te laat. 

Slide 11 - Diapositive

bijvoorbeeld
  • dit zeg je als je een voorbeeld gaat geven dat je uitleg duidelijker maakt

  • zin: Ik ga bijvoorbeeld niet lopen maar fietsen.
  • zin: In Nederland hebben wij veel vakantiedagen. Bijvoorbeeld
    1 januari is een vrije dag!

Slide 12 - Diapositive

de broer

Slide 13 - Diapositive

de club
  • groep mensen die samen iets doen, bijvoorbeeld een voetbalclub
  • de club -  de clubs

    zin: Als je lid bent van een club, is dat goed voor je Nederlands. 

Slide 14 - Diapositive

de dag
  • de dag <---> de nacht
  • de dag - de dagen 
  • zin: Op welke dag hebben we sport? Op woensdag.
  • zin: Over 2 dagen is het weekend.

Slide 15 - Diapositive

dansen
ik dans, hij danst, wij dansen

Slide 16 - Diapositive

Inloggen in Disk

Slide 17 - Diapositive

DISK Zelfstandig werken

Slide 18 - Diapositive

Opdracht
Maak bron 1 en 2

Klaar?
Maak met 3 woorden een zin in je schrift.

Slide 19 - Diapositive