Oefentoets omgangskunde

• omganskunde
• MBO
• Studiejaar 1

Bij omgangskunde leer je......

1. Hoe je met jezelf omgaat
2. Hoe je met anderen omgaat
3. Hoe je met jezelf en anderen omgaat

De omgang met anderen valt onder het sociale gebied.

1. juist
2. onjuist

Wat is karakter?

1. Iemand die je graag wilt zijn maar wie je nog niet bent
2. Het geheel van iemands duurzame eigenschappen
3. Een deel van je persoonlijkheid dat niet in elke situatie hetzelfde is.
4. Karakter zijn de normen en waarden waarmee je bent opgegroeid

Wat is persoonlijkheid

1. Alleen je normen en waarden
2. Wie je wilt zijn
3. Het unieke van ieder mens
4. Alle antwoorden zijn juist

Wat wordt er bedoeld met iemands identiteit?

1. Het enige dat blijft ondanks wisselende situaties .
2. De waarden, normen en uitgangspunten op basis waarvan iemand naar de wereld kijkt.
3. Het proces waarin iemand waarden en normen aangeleerd krijgt.
4. Ander antwoord

Karakter is aangeboren en onveranderbaar

1. Juist
2. onjuist

Wat is GEEN aangeboren eigenschap?

1. Lengte
2. Kleur ogen
3. Gedrag
4. Huidskleur

Nurture betekent..

1. Aangeleerd
2. Aangeboren

Is jouw identiteit aangeboren?

1. Je identiteit is deels aangeboren, deels ontwikkeld.
2. Nee, je identiteit wordt bepaald door je ervaringen.
3. Ja, je wordt met jouw identiteit geboren

Socialisatie is het proces waarin de omgang met anderen leert om je sociaal te gedragen

1. Waar
2. niet waar

Stelling 1. Het zelfbeeld komt altijd overeen met de werkelijkheid.
Stelling 2. Het zelfbeeld is het beeld dat je van jezelf hebt.

1. Stelling 1 is juist, stelling 2 is niet juist
2. Stelling 1 is niet juist, stelling 2 is juist
3. Stelling 1 & 2 zijn juist
4. Stelling 1 & 2 zijn niet juist

Een traumatische ervaring kan leiden tot een laag zelfbeeld

1. Juist
2. Onjuist

Je 'fysieke omgeving' is de ruimte waarin iemand zich bevind

1. Waar
2. Niet waar

Wat hoort NIET bij de
'sociale omgeving'

1. Gezin
2. Werk
3. Opvoeding
4. Geloof

Bepaalde factoren veroorzaken prikkels die aanzetten tot gedrag. Wat speelt hierbij een belangrijke rol?

1. Motivatie
2. Emotie
3. Normen en waarden
4. Opvoeding