Prehistorie of historie

Prehistorie en historie
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Prehistorie en historie

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kent het verschil tussen prehistorie en historie.
  • Je kan vertellen hoe de mensen leefden in de prehistorie.
  • Je weet dat de prehistorie ook nog eens onderverdeeld is in drie periodes.



Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Prehistorie

Slide 4 - Diapositive

Waar denk jij aan bij de prehistorie?

Slide 5 - Question ouverte

Prehistorie
  • De prehistorie eindigt niet overal ter wereld op hetzelfde moment!

  • Als een volk een schrift ontwikkelt dan begint voor dat volk de historie en eindigt de prehistorie

Slide 6 - Diapositive

Prehistorie =
A
Erg oud, net als m'n mobieltje
B
De tijd van vòòr het internet
C
De tijd van de dino's
D
Voorgeschiedenis

Slide 7 - Quiz

In de prehistorie konden mensen lezen en schrijven
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

In de prehistorie was het ...
A
heel warm
B
hetzelfde als nu
C
heel koud

Slide 9 - Quiz

Wat betekent de prehistorie?
A
De tijd dat mensen leerden lezen en schrijven.
B
De tijd dat mensen nog niet konden lezen en schrijven.
C
De tijd dat mensen gereedschappen maakten van steen.
D
De tijd dat mensen leefden van de landbouw.

Slide 10 - Quiz

Prehistorie
  • Historie = geschreven geschiedenis

  • Pre = voor

  • Tijd vóór dat mensen konden schrijven 

Slide 11 - Diapositive

Prehistorie kun je verdelen in drie tijden: 



Slide 12 - Diapositive

Indeling van 'onze' prehistorie

Slide 13 - Diapositive

De prehistorie kun  je verdelen in drie tijdperken. Hieronder staan de tijdperken van oud naar 'jong'. 
  1. De steentijd
  2. De bronstijd
  3. De ijzertijd 


  • In de steentijd leefden de mensen als jagers.
  • In de bronstijd werden er materialen gemaakt van brons --> smelten en combineren van koper en tin: brons.
  • De ijzertijd begon +- 700 v.Chr. 
Naam van de tijdperken
De tijdperken hebben hun naam te danken aan het materiaal waarvan de wapens in die tijd waren gemaakt. 

Slide 14 - Diapositive

De mannen hielden zich vooral bezig met het jagen op dieren en ook met vissen. Meestal deden ze dat in groepen. Ze jaagden op allerlei grote en kleine dieren.
De taak van de vrouwen was het verzamelen van allerlei eetbare bessen, noten, planten en zaden. Ook zorgden zij voor de kinderen. 
De jagers en verzamelaars waren nomaden. Dat wil zeggen dat ze niet lang op een plaats bleven. Als het voedsel op was trokken ze verder. Daarom zijn hun verblijven ook eenvoudig, geen mooie houten huizen, maar simpele tenten van dierenhuid. Je moest het allemaal makkelijk mee kunnen nemen. Vaak sliepen ze ook gewoon in natuurlijke schuilplaatsen, zoals grotten.
Bijna alles van de gevangen dieren werd gebruikt. Het vllees werd gegeten. De huid werd verwerkt tot kleding en tenten. De pezen werden gebruikt als touw en van de botten werden allerlei gebruiksvoorwerpen, maar ook sieraden gemaakt.
De pijlpunten, vuistbijlen en andere scherpe gebruiksvoorwerpen werden voornamelijk van steen gemaakt. Daarom noemen we deze periode ook wel de Steentijd.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Flinstones Jabadabadoe
De serie speelt zich af in de steentijd, in het fictieve plaatsje Bedrock. Hierin leven uitgestorven dieren als mammoeten, dinosauriërs, pterosauriërs, sabeltandtijgers en dodo's samen met holbewoners. Daarbij ging men eraan voorbij dat dinosauriërs en pterosauriërs allang uitgestorven waren toen de mens op aarde verscheen. 

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Wat deden ze niet in de prehistorie?
A
Ze speelden met elkaar.
B
Ze gingen soms zwemmen in een beek.
C
Brood kopen in de winkel en drinken uit de kraan.
D
Een speer en pijl en boog maken.

Slide 19 - Quiz

Wat kunnen wij beter dan de mensen in de pre historie?
A
Vuur maken met een vuurstok.
B
Met mes en vork eten.
C
Met pijl en boog schieten.
D
Wonden verzorgen met genezende planten.

Slide 20 - Quiz

De mensen trokken van de ene plek naar de andere. Waarom deden ze dat?
A
Ze wilden graag wat van de wereld zien.
B
Ze moesten vluchten voor wilde dieren.
C
Ze wilden andere mensen ontmoeten.
D
Ze wilden op zoek gaan naar voldoende voedsel

Slide 21 - Quiz

Waarvan maakten jagers/verzamelaars hun kleding?
A
Wol
B
Huiden van dieren.
C
Bladeren
D
Van niks want ze liepen in hun blootje.

Slide 22 - Quiz

Waarvan maakten de jagers/verzamelaars bijlen en pijlpunten?
A
ijzer
B
klei
C
hout
D
vuursteen

Slide 23 - Quiz

Waarom wilden jagers/verzamelaars niet zoveel spullen in huis hebben?
A
Ze moesten alles gemakkelijk mee kunnen nemen als ze gingen vertrekken.
B
Ze vertrouwden elkaar niet want er werd veel gestolen in die tijd.
C
Ze hadden een hekel aan opruimen dus daarom wilden ze niet zoveel spullen.
D
De winkels hadden nog naar weinig spullen te koop.

Slide 24 - Quiz

Wat vonden jagers/verzamelaars in de natuur?
A
Noten, vruchten en honing.
B
Zout en peper.
C
Snoep en drop.
D
Graan en meel.

Slide 25 - Quiz

Wat deed een jager/verzamelaar als hij voedsel gevonden had?
A
Alleen aan zijn beste vrienden geven.
B
Alles zelf opeten.
C
Het voedsel eerlijk verdelen met iedereen.
D
Alles voor geld verkopen.

Slide 26 - Quiz

Waarom bleven jagers/verzamelaars niet als grote groep bij elkaar?
A
Dan zouden ze te vaak ruzie krijgen.
B
Dan maken ze veel lawaai en jagen ze de dieren weg.
C
Er was dan niet genoeg voedsel voor de hele groep.
D
Het begon saai te worden.

Slide 27 - Quiz

Wat kon wel in de pre historie?
A
Sommen uitrekenen en een kaart lezen.
B
Rijden met een karretje en een poesje verzorgen.
C
De was ophangen aan de waslijn.
D
Vissen vangen.

Slide 28 - Quiz

Hoe werd vuur gemaakt in de pre historie?
A
Dat konden ze helemaal niet.
B
Aansteker of lucifer.
C
Met stokjes, hout en stro.
D
Met een vergrootglas.

Slide 29 - Quiz

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 30 - Question ouverte