Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
3.5 Factoren voor economische groei
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Lezen
Uitleg
Zelfstandig werken
Leerdoelen
Afsluiten
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
Ik kan de 3 productiefactoren natuur, arbeid en kapitaal beschrijven Ik kan uitleggen hoe de productiefactoren de economische ontwikkeling van een land kunnen beïnvloeden
Ik kan uitleggen waarom de economische ontwikkeling in sommige landen sneller verloopt dan in andere landen
De middelen die nodig zijn om goederen of diensten te produceren.
(Natuur, Arbeid en Kapitaal)
Slide 7 - Diapositive
Productiefactoren
Natuur
grondstoffen en energie voor productie
Arbeid noodzakelijke arbeid voor de productie Kapitaal huisvesting, machines, transportmiddelen
Slide 8 - Diapositive
Natuur
Natuurlijke hulpbronnen vormen startpunt economie
Export; verkopen van grondstoffen, goederen en diensten aan buitenland
Slide 9 - Diapositive
Voorbeeld: Venezuela
De 298.400 miljard vaten olie die het land produceert zijn niet voor de eigen bevolking, een gigantisch deel wordt verkocht aan het buitenland.
Slide 10 - Diapositive
Dit betekent niet dat het land direct rijk is als er genoeg grondstoffen aanwezig zijn.
Slide 11 - Diapositive
Arbeid
Slide 12 - Diapositive
In het begin zijn vaak goedkope arbeidskrachten nodig, naarmate het land zich verder heeft ontwikkeld is er meer vraag naar geschoold personeel.
De bedrijven die vaak geschoold personeel nodig hebben doen vaak aan innovatie (De ontwikkeling van nieuwe of verbeterde producten en diensten.)
Slide 13 - Diapositive
Kapitaal
Slide 14 - Diapositive
Er is geld nodig om te kunnen investeren in bijvoorbeeld machines. Deze machines zorgen voor een hogere arbeidsproductiviteit.
Slide 15 - Diapositive
Export en Import
EXPORT
IMPORT
Slide 16 - Diapositive
waarom komt economische groei soms moeilijk van de grond?
Slide 17 - Question ouverte
Remmende Factoren
- gebrek aan geld en kennis
- invoerrechten
- politiek
- corruptie
Slide 18 - Diapositive
-Rijke landen vragen vaak extra geld om een product te laten invoeren.
-De verhouding tussen import (goederen het land binnenhalen) en export (goederen aan het buitenland verkopen) is vaak oneerlijk.
-Deze verhouding heet de ruilvoet.
Wanner dit slechter wordt: ruilvoetverslechtering
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
timer
6:00
Aan de slag
Maak 3.5
Eerste 5 min in stilte
Slide 21 - Diapositive
Aan de slag
maak 3.5
Fluistertoon
Fluister alleen met degene naast je
Blijf op je plek
Slide 22 - Diapositive
Wat betekent ruilvoetverslechtering?
Slide 23 - Question ouverte
Kunnen arme of rijke landen voornamelijk profiteren van de productiefactor kapitaal en waarom?
Slide 24 - Question ouverte
Welke drie productiefactoren hebben we besproken?
Slide 25 - Question ouverte
Wat houdt de productiefactor "natuur" in?
Slide 26 - Question ouverte
Wat betekent het begrip "innovatie" ?
Slide 27 - Question ouverte
Leerdoelen
Ik kan de 3 productiefactoren natuur, arbeid en kapitaal beschrijven Ik kan uitleggen hoe de productiefactoren de economische ontwikkeling van een land kunnen beïnvloeden
Ik kan uitleggen waarom de economische ontwikkeling in sommige landen sneller verloopt dan in andere landen