MK herhaling HS 4-5-6

Politiek T4
Herhaling HS 4-5-6
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijkundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Politiek T4
Herhaling HS 4-5-6

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Omschrijf de stroming 'populisme' in eigen woorden

Slide 3 - Question ouverte

vrijheid
gelijkheid
Liberalisme staat voor:

Slide 4 - Question de remorquage

In welke politieke stroming hoort de VVD?
A
Socialisme
B
Liberalisme
C
Rechts- extremisme
D
Christendemocratien

Slide 5 - Quiz

Links
Rechts
Midden
Liberalisme
Sociaal democratie
Christen-democratie

Slide 6 - Question de remorquage

Deze stroming zegt dat ze luisteren naar de ''wil van het volk''
A
Ecologisme
B
Rechts-extremisme
C
Populisme

Slide 7 - Quiz

"burgers moeten voor elkaar zorgen" is een standpunt van
A
de sociaal-democraten
B
de liberalen
C
de christen-democraten
D
de rechts-extremisten

Slide 8 - Quiz

'Deregulering' betekent:
A
verzorgingsstaat
B
grondrechten
C
minder landelijke regels
D
normvervaging

Slide 9 - Quiz

Liberalisme
Sociaal-democratie 
Christen-democratie 
Christelijk geloof en naastenliefde 
Gelijkheid en solidariteit 
Vrijheid

Slide 10 - Question de remorquage

Een kenmerk van de ecologische stroming is:
A
gelijkheid
B
vrijheid
C
milieubewustzijn
D
solidariteit

Slide 11 - Quiz

We kennen in Nederland verschillende politieke stromingen. Welke partij hoort bij de ecologische stroming?
A
D66
B
PvdA
C
VVD
D
GroenLinks

Slide 12 - Quiz

Waarmee eindigt een geslaagde kabinetsformatie?
A
Het aanstellen van een informateur
B
Het aanstellen van een formateur
C
Een regeerakkoord
D
Het beëdigen van ministers en staatssecretarissen

Slide 13 - Quiz

Nederland is nu een monarchie maar de macht van de koning is beperkt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Als ministers verantwoordelijk zijn voor hun eigen daden en die van de Koning spreken we van ...
A
passief actieve rechten
B
ministeriele activicatie
C
een onzinnige regeling
D
ministeriele verantwoordelijkheid

Slide 15 - Quiz

Welke macht van de Trias Politica zie je hier?

Slide 16 - Question ouverte

Hoeveel leden heeft de Eerste Kamer?

Slide 17 - Question ouverte

Om hun wetgevende taak uit te kunnen voeren hebben Kamerleden het stemrecht, het recht van het recht van initiatief en het recht van..........
A
Interpellatie
B
Amendement
C
vragen stellen
D
Motie

Slide 18 - Quiz

De Kamer is het niet eens met de wijze waarop de bouw van een nieuwe tunnel wordt gefinancierd:

A
Recht van motie
B
Recht om vragen te stellen
C
Budgetrecht
D
Stemrecht

Slide 19 - Quiz

Einde

Slide 20 - Diapositive