Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
GMK
Hartfalen
Hartritmestoornissen
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Aan het begin van de video wordt een oorzaak van hartfalen genoemd. Welke en verklaar dit
Slide 3 - Question ouverte
Antwoord
Hartinfarct. Na een hartinfarct is een deel van de hartspier afgestorven waardoor het hart beschadigd is. Het hart kan dus niet meer het benodigde vermogen leveren om het bloed goed rond te pompen.
Slide 4 - Diapositive
Noem drie verschijnselen van hartfalen
Slide 5 - Question ouverte
Antwoord
Door ophoping van bloed in de longen: benauwdheid en kriebelhoest
Door ophoping van bloed in het lichaam: vochtophoping (oedeem) wat dikke enkels en buikklachten geeft
Vermoeidheid bij inspanning, later zelfs in rust.
Slide 6 - Diapositive
Welke vier niet medicamenteuze adviezen worden in de video genoemd?
Slide 7 - Question ouverte
Antwoord
zoutbeperking
niet roken
alcoholbeperking
vochtbeperking
bewegen zoveel als mogelijk
Slide 8 - Diapositive
Behandeling hartfalen
Gericht op:
Verlaging van de weerstand in de bloedvaten -> door verlaging van de bloeddruk --> spanning in de wand verlagen of verminderen hoeveelbloed: ACE remmers en Diuretica
Vergroten van de hartkracht: hartglycosiden: Digoxine: versterking van de contractiekracht van het hart. Hierdoor worden het slagvolume en het hartminuutvolume vergroot;
Slide 9 - Diapositive
Digoxine heeft een smalle therapeutische breedte en een lange halfwaardetijd, leg uit....
Slide 10 - Question ouverte
Begrippen
Smalle therapeutische breedte - gnm. waarbij er een klein verschil zit tussen de werkzame en de toxische dosis
De halfwaardetijd is de tijd die nodig is om de hoeveelheid van het geneesmiddel in het bloed te halveren, bij digoxine duurt dit dus lang.
Hierdoor dus gevaar voor overdosering!!
Slide 11 - Diapositive
Bij welke hartaandoening is er iets mis met de elektrische prikkels?
A
Hartfalen
B
Hartritmestoornis
C
Angina pectoris
Slide 12 - Quiz
Hartritmestoornissen
Stoornis in de prikkelgeleiding van het hart.
Behandeling vaak combi met antistollingsmiddel vanwege, door de ritmestoornis, een verhoogd risico is op trombose in de hartboezems.
Behandeling: Bètablokkers, calciumantagonisten en
Slide 13 - Diapositive
behandeling 1
hartglycosiden --> digoxine
voorkomen of bestrijden de ritmestoornis maar nemen niet de oorzaak weg
Slide 14 - Diapositive
Voor welke indicatie wordt digoxine ook gebruikt?
A
Angina pectoris
B
Hartfalen
C
Hypertensie
D
Hypercholesterolemie
Slide 15 - Quiz
Wat is een groot nadeel aan digoxine?
Slide 16 - Question ouverte
behandeling 2
Anti-aritmica:
Amiodaron
Flecaïnide
doel: vertraagt de prikkelgeleiding door de zenuwen en vermindert de prikkelbaarheid van de hartspier. Hierdoor vertraagt de hartslag en wordt de hartslag weer regelmatig.
Slide 17 - Diapositive
behandeling 3
B-blokkers
Metoprolol
Bisoprolol
Sotalol
Werking: Ze vertragen de hartslag waardoor het hart minder snel moet pompen en hierdoor minder hard moet werken. Het herstelt het sinusritme echter niet.
Slide 18 - Diapositive
behandeling 4
Calciumantagonisten
Verapamil
Diltiazem
Werking: De calciumantagonisten diltiazem en verapamil remmen de langzame calciuminstroom: in de hartspiervezels en gladde spieren van de vaatwand. Hierdoor relaxeert het spierweefsel
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
casus
Casus: Hartritmestoornissen bij een 68-jarige patiënt
Achtergrond:
De 68-jarige meneer Janssen komt op de Spoedeisende Hulp (SEH) met klachten van hartkloppingen, duizeligheid en kortademigheid. Hij heeft een voorgeschiedenis van hypertensie en diabetes type 2. Meneer Janssen gebruikt momenteel metformine 850 mg tweemaal daags en amlodipine 5 mg eenmaal daags.
Slide 21 - Diapositive
Onder welke groep van amlodipine?
A
bètablokker
B
ace-remmers
C
calciumantagonist
D
diuretica
Slide 22 - Quiz
casus
Presentatie:
Bij aankomst is zijn hartslag onregelmatig met een frequentie van 140 slagen per minuut. Zijn bloeddruk is 132/85 mmHg. Er worden geen acute neurologische afwijkingen gevonden. Het ECG toont een onregelmatig, smal QRS-complex zonder duidelijke P-toppen, passend bij atriumfibrilleren.
Slide 23 - Diapositive
een ander woord voor atriumfibrilleren is
A
boezemfibrilleren
B
kamerfibrilleren
C
ventrikelfibrilleren
Slide 24 - Quiz
casus
Behandeling:
Na overleg met de cardioloog wordt besloten tot de volgende aanpak:
Frequentiecontrole:
Meneer Janssen krijgt een intraveneuze bolus van metoprolol 5 mg, gevolgd door een onderhoudsdosering van metoprolol 50 mg tweemaal daags.
Slide 25 - Diapositive
Onder welke groep van metoprolol?
A
bètablokker
B
ace-remmers
C
calciumantagonist
D
diuretica
Slide 26 - Quiz
casus
Antistolling:
Gezien het verhoogde risico op trombo-embolieën wordt gestart met een directe orale anticoagulantia, namelijk apixaban 5 mg tweemaal daags.
Slide 27 - Diapositive
casus
Eventuele cardioversie:
Indien de symptomen aanhouden en de frequentiecontrole onvoldoende effect heeft, wordt elektrische cardioversie overwogen.