examenvoorbereiding

Je mag iets te eten en drinken meenemen
A
Altijd
B
Zolang het geen herrie/geluid maakt
C
Alleen als je het vooraf laat controleren
1 / 28
suivant
Slide 1: Quiz
LOBMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Je mag iets te eten en drinken meenemen
A
Altijd
B
Zolang het geen herrie/geluid maakt
C
Alleen als je het vooraf laat controleren

Slide 1 - Quiz

Je mag gaan zitten...
A
Altijd op dezelfde plek
B
Waar een kaart met je naam ligt
C
Op alfabetische volgorde

Slide 2 - Quiz

Als je te laat komt wordt je toegelaten...
A
Tot een half uur na aanvang
B
niet
C
Zo lang als je zelf wilt

Slide 3 - Quiz

De examens...
A
Liggen al klaar als je binnen komt
B
Worden onder jullie toezicht geopend, dicht pakket
C
worden door een examinator van het CITO gebracht

Slide 4 - Quiz

Problemen met je rekenmachine (batterij leeg, instellingen, stuk...)
A
mag de surveillant bij helpen
B
moet je zelf vooraf gefixt hebben
C
mag alleen bij geholpen worden als je er niets aan kunt doen

Slide 5 - Quiz

Je mag weg
A
Niet in het laatste kwartier
B
Niet in het eerste uur
C
Zowel A als B
D
Nooit, gewoon uitzitten.

Slide 6 - Quiz

Wis 5 - Engels 5 - NL 5 - ECO 5 - Beco 5 - Gesch 6 - MAW 6
Kan ik nog slagen?


A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

Wis 5 - Engels 5 - NL 5 - ECO 5 - Beco 5 - Gesch 6 - MAW 6 - Combinatiecijfer 6
Kan ik nog slagen?


A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Je mag een blaadje met je antwoorden en de opgaven meenemen
A
Altijd als je klaar bent
B
Nooit
C
Alleen na afloop van het examen
D
een half uur na het examen

Slide 9 - Quiz

Je wordt onwel tijdens het examen...
A
Pech, afmaken en naar huis
B
altijd melden achteraf
C
altijd direct melden

Slide 10 - Quiz

Je mag op het examen schrijven
A
met elke kleur pen
B
pen of potlood, zwart of blauw
C
Zwarte of blauwe pen

Slide 11 - Quiz

Als een antwoord op je examen niet goed leesbaar is
A
Mag je een eigen handschriftexpert inschakelen
B
gaat het examen naar een derde corrector
C
Mag je het zelf achteraf voorlezen
D
pech

Slide 12 - Quiz

Tijdens het examen mag je naar het toilet
A
Nooit
B
Maximaal één keer
C
Meer keer mag, er loopt iemand mee

Slide 13 - Quiz

Tijdens een examen vind je een vraag vaag gesteld....
A
De surveillant mag de woorden/zin uitleggen
B
je gebruikt je woordenboek
C
Je komt achteraf uitleggen bij de docent hoe je de vraag begrepen en dus beantwoord hebt

Slide 14 - Quiz

Je hebt je (eind)cijferlijst opgehaald en wilt hogere cijfers halen...
A
Je mag herkansen
B
Pech, alleen als je gezakt bent een her

Slide 15 - Quiz

Je moet op het CE voor alle vakken gemiddeld een 5,5 halen
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Je mag altijd kladpapier gebruiken
A
Alleen bij wiskunde
B
alle vakken

Slide 17 - Quiz

Donderdag 9 juni wordt iedereen gebeld met de uitslag. Wanneer zijn de eerste her's?
A
maandag daarop
B
twee weken tijd om te leren
C
twee tot drie weken laten

Slide 18 - Quiz

Je mag type-ex gebruiken
A
niet
B
wel, juist netjes

Slide 19 - Quiz

Jas, tas, telefoon, horloge....
A
Mag niet naar binnen, speciale kapstokken
B
Op school in je locker of thuislaten

Slide 20 - Quiz

Je hebt een SE opdracht nog niet gemaakt / er staat geen cijfer
A
Eindexamen ongeldig
B
School regelt dat achteraf

Slide 21 - Quiz

Als je dyslexie hebt of werkt op een laptop
A
Zit je vooraan in de zaal
B
zit je in een aparte ruimte
C
Zit je overal tussendoor

Slide 22 - Quiz

Hoe laat wordt je verwacht?
A
Kwartiertje voor aanvang
B
gewoon bij de starttijd van het examen
C
half uur voor aanvang

Slide 23 - Quiz

één reden gevraagd, je geeft er twee
A
dubbel zoveel kans
B
alleen de eerste wordt nagekeken
C
altijd fout. Een gevraagd is niet twee

Slide 24 - Quiz

Meerkeuzevraag
A
Altijd een hoofdletter
B
kleine letter of hoofdletter, mag je zelf weten
C
voor de zekerheid het hele antwoord overschrijven.

Slide 25 - Quiz

Bruikbare sites voor het eindexamen
A
havovwo.nl
B
examenblad.nl
C
mijneindexamen.nl
D
alle

Slide 26 - Quiz

Een examen mag je achteraf inzien
A
ja (na de uitslag)
B
direct na het maken
C
niet, geheim

Slide 27 - Quiz

Je nummert het werk dat je inlevert
A
1/3, 2/3, 3/3 etc
B
blad 1, blad 2, blad 3
C
niet nummeren, alleen maar slordig

Slide 28 - Quiz