3 mavo weerstand

weerstand 
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

weerstand 

Slide 1 - Diapositive

wat gaan we doen vandaag
  • terugblik op de vorige les
  • huiswerk bespreken
  • wat zijn geleiders en isolatoren
  • wat is elektrische weerstand
  • hoe meet je weerstand
  • wat is het verband tussen spanning, stroomsterkte en weerstand 

Slide 2 - Diapositive

als in een parallelschakeling een lamp wordt verwijderd, gaan de andere lampen ook uit
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

een schakelaar is altijd in serie geschakeld met een apparaat
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

in een parallelschakeling bevinden zich meerdere stroomkringen
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

een isolator is een goede geleider
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

de binnenkant van kabels en snoeren zijn van koper
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

koper is een goede isolator
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

metalen zijn goede geleiders
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

zuiver water is een goede geleider
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

wat zijn geleiders en isolatoren
  • geleiders laten makkelijk stroom door --> kleine weerstand 
  •  metalen en koolstof goede geleiders

  • isolatoren laten moeilijk tot geen stroom door --> grote weerstand
  • glas, porselein en kunststoffen slechte geleiders                         (isolatoren)

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

wat is elektrische weerstand

Slide 13 - Diapositive

wat is elektrische weerstand
de grootte van de weerstand wordt bepaald door de mate waarin elektronen gehinderd worden om door een voorwerp te stromen

een apparaat waar de stroom makkelijk door heen gaat heeft een kleine weerstand 

weerstand (R) meet je in ohm (Ω)

Slide 14 - Diapositive

hoe meet je weerstand 
met een multimeter kun je zowel 
de spanning, de stroomsterkte en 
de weerstand meten

de multimeter meet de stroom en kan zo 
de weerstand bepalen

Slide 15 - Diapositive

de weerstand geeft aan hoe makkelijk de stroom door het apparaat of draad gaat.

de weerstand van een draad hangt ook af van de lengte, de dikte, de temperatuur en het soort materiaal van de draad 


Slide 16 - Diapositive

aan de slag
maken opgaven 4 t/m 13 
timer
10:00

Slide 17 - Diapositive

wat is het verband tussen spanning, stroomsterkte en weerstand 
hoe meer spanning, hoe meer stroom

hoe meer weerstand, hoe kleiner de stroom

de stroomsterkte wordt dus bepaald door de spanning en de weerstand 

Slide 18 - Diapositive

wet van ohm
weerstand=stroomsterktespanning
R=IU

Slide 19 - Diapositive

R=IU
grootheid
symbool
eenheid
weerstand
R
ohm
spanning
U
volt
V
stroomsterkte
I
ampère 
A

Slide 20 - Diapositive

een tostiapparaat heeft een weerstand van 35,5 Ω. De spanning is 230 V. Hoe groot is de stroomsterkte?

R= 35,5 Ω U = 230 V
I = ?

R = U/I  --> I = U/R

I = 230 / 35,5 = 6,5 A

Slide 21 - Diapositive

Een lampje heeft een weerstand van 30 Ω en er staat een spanning op van 24 V. Bereken de stroomsterkte

Slide 22 - Question ouverte

Door een weerstand van 15 Ω gaat een stroom van 1,2 A. Bereken de spanning.

Slide 23 - Question ouverte

Als er op een luidspreker een spanning van 5 V staat en er gaat een stroom van 0,7 A doorheen. Wat is dan de weerstand van die luidspreker?

Slide 24 - Question ouverte

Als de ventilator op de hoogste stand staat, is de stroomsterkte groter/gelijk/kleiner en de weerstand is dan groter/gelijk/kleiner in vergelijking met de laagste stand.

Slide 25 - Question ouverte

je wilt de spanning meten over de batterij waar plaats je de spanningsmeter?

Slide 26 - Question ouverte

je wilt de stroomsterkte meten door de batterij waar plaats je de spanningsmeter?

Slide 27 - Question ouverte

aan de slag
17 -18-19

Slide 28 - Diapositive