Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.
Éléments de cette leçon
Klinisch redeneren
Steven Frowein
Docent zorg
Rivor
Slide 1 - Diapositive
Met klinisch redeneren koppel je
Eigen observaties en interpretatieskoppelen aan kennis over fysiologie, anatomie, pathologie/ ziekteleer, kennis over medicijnen). Op die manier kun je als zorgprofessional goed onderbouwen welke acties/interventies je moet inzetten bij ziekte/ beperking/gedrag of een probleem van medische aard. En welke vervolgstappen er genomen moeten worden.
Slide 2 - Diapositive
zorgpadprofessional.noordhoff.nl
Slide 3 - Lien
Waarom?
Wat er is met de cliënt aan de hand? Waarom verandert zijn/haar gezondheidstoestand? Welke acties zijn er nodig en welke uitkomsten zijn hierbij mogelijk?
Slide 4 - Diapositive
Lesdoelen
De student benoemt de 6 stappen van het klinisch redeneren.
De student benoemt het belang van klinisch redeneren in relatie tot de werkpraktijk
De student legt de stappen van het klinisch redeneren uit
De student past de stappen van het klinisch redeneren toe in een casus
Stap 3: Aanvullende observaties en onderzoeken (bijv. observatielijst of meting)
Stap 4: verpleegkundig beleid (PES/smart)
Stap 5: verloop monitoren (SOAP)
Stap 6: reflectie (STARRT)
Slide 11 - Diapositive
Stap 1.
Orientatie op de situatie
Opdracht stap 1
Wat houd stap 1 in?
Welke redeneermiddelen kun je gebruiken in stap 1?
Wat is de SBAR, MEWS en ABCD methodiek?
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
www.fortior.info
Slide 14 - Lien
Slide 15 - Diapositive
hoe werkt de MEWS?
Bij het afnemen van het EWS 'scoort' de patiënt op de zes vitale functies van de mens (ademhalingsfrequentie, saturatie, bloeddruk, temperatuur, hartfrequentie, bewustzijn). Hoe hoger de score, hoe meer de patiënt vitaal bedreigd is. ...
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Stap 2.
Mogelijke problemen in kaart brengen
Opdracht stap 2
Wat houd stap 2 in?
Welke classificatiesystemen kunnen er worden gebruikt in stap 2?
Wat is een hypothese?
Geef 4 voorbeelden van een hypothese
Slide 19 - Diapositive
Stap 3.
Aanvullende onderzoeken en observaties
Opdracht stap 3
Wat houd stap 3 in?
Welke aanvullende onderzoeken kun je uitvoeren?
Welke observatielijsten gebruik jij in de praktijk? Geef 4 voorbeelden
Slide 20 - Diapositive
www.zorgvoorbeter.nl
Slide 21 - Lien
www.zorgvoorbeter.nl
Slide 22 - Lien
Stap 4.
Verpleegkundig beleid bepalen
Opdracht stap 4
Wat houd stap 4 in?
Beschrijf 'verpleegkundig beleid'.
Welke redeneerhulpmiddelen kun je gebruiken bij stap 4?
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Vidéo
Stap 5.
Het verloop monitoren
Wat houd stap 5 in?
Welke redeneerhulpmiddelen kun je gebruikten bij stap 5?