Paragraaf 2 Problemen in de kerk

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Paragraaf 2: Problemen in de kerk

Lesplan

Doel: Ik Ik weet welke kritiek er was op de katholieke kerk en hoe de kerk omging met die kritiek. Ook weet ik welke twee stromingen er ontstonden binnen het christelijk geloof

Doen:  - Terugblik en voorkennis

               - Uitleg paragraaf 4.2

               - Maken: opdrachten van 4.1 of keuzeopdracht

Afsluiten

Terugblik

Rond 1500 begint de vroegmoderne tijd.

Europeanen gaan op ontdekkingsreis om een nieuwe route te vinden naar Azië. Daar zijn specerijen te vinden. Door technische verbeteringen worden de zeereizen mogelijk.

Er zijn verschillende ontdekkingsreizigers; je moet er vier kennen.

De ontdekkingsreizen hadden gevolgen: er ontstonden handelsposten langs de kusten van Azië en Afrika en koloniën in Amerika waar plantages werden gemaakt. De Europese cultuur werd verspreid over de wereld.

Het katholieke geloof

In de middeleeuwen geloofde bijna iedereen in West-Europa in de katholieke kerk.

De paus bestuurde de kerk vanuit Rome. De kerk en de paus hadden veel macht en rijkdom.

Kritiek op de kerk

Er kwam steeds vaker kritiek op de kerk. Bijvoorbeeld over de macht en rijkdom van de geestelijken.

De kerk noemde mensen met kritiek ketters en richtte een speciale rechtbank op om ketters op te sporen. De brandstapel was een veelgebruikte straf voor ketters.

Maarten Luther

Maarten Luther was een Duitse monnik met kritiek op de kerk. Hij wilde de kerk hervormen (veranderen):

• Luther was tegen aflaatbrieven (daarmee kocht je een plekje in de hemel)
• Hij vond dat mensen zelf de bijbel moesten kunnen lezen
• Hij vond dat alles wat niet in de bijbel stond, moest worden afgeschaft, zoals de verering van heiligen

De hervorming

Toen de paus de ideeën van Luther hoorde, werd hij woedend: de kerk wilde niet veranderen.

Daardoor ontstond er een nieuwe kerk. Er waren nu twee christelijke geloven. Die gebeurtenis heet de hervorming.

Twee christelijke stromingen

Er waren na de hervorming twee stromingen binnen het christelijk geloof:

• Katholieken: christenen die vinden dat de paus in Rome de leiding heeft over de kerk. Je kunt een katholieke kerk herkennen aan veel versieringen en beelden van heiligen.
• Protestanten: Voor protestanten is de bijbel de basis van het geloof. Protestantse kerken zijn sober (saai) en er zijn geen beelden en weinig versieringen. Protestanten sluiten zich aan bij hervormers als Luther en Calvijn.

Ruzie

Het protestantse geloof verspreidde zich vooral in Noordwest-Europa.

Met hulp van katholieke koningen probeerde de katholieke kerk om de protestanten te bestrijden. Dat leidde soms zelfs tot oorlogen.

Hoe ziet een katholiek kerkgebouw er uit?

Maarten Luther had kritiek op de katholieke kerk. Welke kritiek had hij?

Hoe ziet een protestants kerkgebouw eruit?

Wat is DE HERVORMING?

Aan de slag:

Samen opdracht 1.

Maak opdracht 2 t/m 10

Of -->

Maak een presentatie waarin je de volgende vragen beantwoordt:

• Hoe ging de kerk om met mensen die anders dachten over het geloof?
• Welke drie punten van kritiek had Luther op de kerk?
• Wat is de hervorming?
• Welke twee stromingen ontstonden binnen het geloof?
• Wat zijn de verschillen?

Afsluiten

In de middeleeuwen waren veel mensen katholiek. De katholieke kerk wordt bestuurd door de paus en werd erg rijk en machtig.

Er kwam steeds meer kritiek op de kerk. De mensen met kritiek werden ketters genoemd en werden hard aangepakt.

Maarten Luther wilde de kerk veranderen, maar dat mislukte. De kerk splitste in twee geloven: de katholieken en de protestanten. 

De splitsing van de kerk wordt de hervorming genoemd.

De hervorming zorgde voor veel ruzie tussen de geloven en tussen landen