Theme 3 : Reading

• Engels
• MBO
• Studiejaar 3

Do you like to read? Answer the question in English

Tegenwoordige tijd (present simple)

SHIT Regel

She / he / it  --> s

Ik speel	I play
jij speelt	You play
hij speelt	he play s
zij speelt	she play s
het speelt	it play s
wij spelen	we play
jullie spelen	you play
zij spelen	they play

Let op! Eindigt het ww op een s- klank dan krijg je + es

I watch TV - He watches TV

I wash the car - She washes the car

Wat is je juiste spelling van de volgende werkwoordsvervoeging : hij speelt

1. he play
2. she plays
3. she play
4. he plays

Wat is je juiste spelling van de volgende werkwoordsvervoeging : zij kijken

1. I watch
2. she watches
3. they watch
4. we watch

Wat is je juiste spelling van de volgende werkwoordsvervoeging : hij danst

1. she dance
2. he dance
3. she dances
4. he dances

Let's get to work

Wat: leesvaardigheid opdracht 1 t/m 11

Hoe: uitleg van de docent

Hulp: Studiemeter - Engels Vervolg A1 - Thema 3 - Hoofdstuk 2 Lezen --> voor de audiofragmenten. Luister en lees mee!

Tijd: 30 minuten

Klaar: oefen met de woorden via Quizlet en de tegenwoordige tijd oefenen

https://quizlet.com/_8auayw?x=1jqt&i=2c5hm7 (opdracht 3)

https://quizlet.com/_8aubjq?x=1jqt&i=2c5hm7 (opdracht 5)

https://quizlet.com/_8aubms?x=1jqt&i=2c5hm7 (opdracht 7)

http://www.english-room.com/grammar/presentsimpletense_affirmative_1.htm (present simple)

https://www.englishmaven.org/HP6/Present%20Tense%20Exercise%209.htm

http://a4esl.org/q/h/lb/psv.html

https://www.english-4u.de/en/tenses-exercises/present-simple.htm

opbrengst: samen nakijken

What kind of hobby do you have? (ex. soccer, reading, sports, painting etc.)

Opdracht 1: Vertel over je hobby

Wat: vertellen over je hobby

Hoe: bedenk waar je wat over wilt vertellen (vb. sport, muziekinstrument of een andere hobby

Schrijf eerst in het Nederlands op wat je wilt vertellen. Vertel wat over de volgende punten:

1. Wat je hobby is

2. Hoe vaak je dat doet (vb. two times a week)

3. Wanneer je dat doet

4. Wat je er leuk aan vindt

5. Wat je er niet leuk aan vindt

Bedenk nu hoe je dit in het Engels kan zeggen. Schrijf nu de Engelse zinnen op. Maak gebruik van het Word document 

Hulp: (online) woordenboek

Tijd: 15 minuten

Klaar: bekijk de volgende video en schrijf 4 dingen op die je leuk vindt om te doen en 4 dingen die je niet leuk vindt om te doen 

Opbrengst: samen nakijken

Wat is je hobby?

Hoe vaak je dat (jouw hobby) doet?

Wanneer je dat doet?

Wat je er leuk aan vindt?

Wat je er niet leuk aan vindt?

Ontkennen met het werkwoord zijn (to be)

Nederlands	Engels	Kort
Ik ben niet blij	I am not happy	I 'm not happy
Jij bent niet blij	you are not happy	you're not happy
Hij is niet blij	he is not happy	he isn't happy
Zij is niet blij	she is not happy	she isn't happy
Het is niet blij	it is not happy	it isn't happy
wij zijn niet blij	we are not happy	we aren't happy
Jullie zijn niet blij	you are not happy	you aren't happy
Zij zijn niet blij	they are not happy	they aren't happy

Bij bijna alle andere werkwoorden gebruiken we een vorm van to do

Nederlands	Engels	Kort
Ik heb geen eten	I do not have food	I don't have food
jij hebt geen eten	You do not have food	You don't have food
hij heeft geen eten	he does not have food	He doesn't have food
zij heeft geen eten	she does not have food	she doesn't have food
het heeft geen eten	it does not have food	it doesn't have food
wij hebben geen eten	we do not have food	we don't have food
jullie hebben geen eten	you do not have food	you don't have food
zij hebben geen eten	they do not have food	they don't have food

Vertaal naar het Engels : Ik werk niet

1. I don't work
2. I doesn't work

Vertaal naar het Engels: Hij is niet

1. She is not
2. she isn't
3. He' isnt
4. He isn't

Vertaal naar het Engels: Wij gaan niet

1. We not go
2. We doesn't go
3. We don't go
4. We go

Vul de juiste ontkenning in de zin in: He ..... here

1. isn't
2. aren't
3. am not

Vul de juiste ontkenning in met het werkwoord to do
Marie .....work here anymore

1. don't
2. doesn't

Vul de juiste ontkenning in met het werkwoord to do
We.....live in Paris

1. don't
2. doesn't

Vertaal naar het Engels
(hij vindt niet leuk)
Leuk vinden - like

Homework: 11th of may 2020

Leren: woorden en zinnen van Thema 3 (lezen) + spreken en gesprekken voeren opdracht 3 (ontkenning)

Maken: spreken opdracht 3,4,5,6

Bereid beide rollen van het gesprek voor.