§4.4 Bronnen: mensen op de vlucht

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 4 Migratie van en naar de EU

In het verdrag van Schengen staat dat:

1. Asielzoekers worden vehoord door de IND
2. Alle Europeanen overal mogen wonen/werken w
3. Europa vluchtelingen moet opnemen

Een harde grens is hetzelfde als?

1. open grens
2. gesloten grens

Wat zijn illegalen ?

1. Mensen die uit andere landen komen
2. Mensen die buiten de EU vandaan komen
3. Mensen die uit andere landen komen zonder asielstatus
4. Mensen die asiel hebben aangevraagd

Welke groep krijgt makkelijk een visum?

1. Vluchtelingen
2. Studenten
3. Kennismigranten
4. Asielzoekers

Harde of zachte grens?

1. Harde grens
2. Zachte grens

Wat is een asielzoeker?

1. Een vluchteling die in het dierenasiel wil werken
2. Een vluchteling die in Nederland bescherming vraagt
3. Nederlands die zoeken naar een opvang voor hun huisdieren
4. Iemand die zijn land ontvlucht is omdat het er niet veilig is

Doel paragraaf 4

Waar zijn mensen op de vlucht en waarom?

Herkomst vluchtelingen

• In 2018 zijn er totaal 71 miljoen mensen gevlucht. Dit is bijna 5x de bevolking van Nederland.
• Een groot deel van de vluchtelingen vlucht naar een deel van het eigen land. Dit noem je ontheemden.

Aantal ontheemden

.

Opvang vluchtelingen

In Syrië is sinds 2011 oorlog en een groot gedeelte is gevlucht naar Libanon. 

Libanon zelf kreeg er 2 miljoen

bij, maar heeft maar 4,3 miljoen

inwoners.

Hierdoor grote gevolgen:

Gevolgen

Wat voor gevolgen zag je in het filmpje?

• Huizentekort
• Werktekort
• Overbelasting scholen en ziekenhuizen

Wat zijn ontheemden?

1. vluchteling binnen eigen land
2. vluchteling die naar buitenland vlucht
3. mensen zonderhuis
4. vluchteling die met de auto vlucht

Hoeveel vluchtelingen waren er in 2018?

1. 60 miljoen
2. 17 miljoen
3. 71 miljoen
4. 80 miljoen

Wat voor problemen ervaart Libanon met vluchtelingen?

1. te weinig huizen
2. te weinig werk
3. te veel eten
4. te veel artsen

Waar komen de meeste vluchtelingen vandaan?

1. Afghanistan
2. Somalië
3. Syrië
4. Alle drie

Aan de slag!

LB: Bladzijde 62-63

WB: Bladzijde 81-83 (Opdracht 1, 2 en 5)