KNM 2.1 - 2.3

KNM Thema 2
Nederlandse gewoonten 
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2MBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

KNM Thema 2
Nederlandse gewoonten 

Slide 1 - Diapositive

Vorige les
  • Maak toets 1 van Thema 1​
  • Maak opdracht 2 (toets) van Thema 2: Wat weet je al? (p. 22)​
  • (Extra huiswerk: lees de tekst en maak de vragen bij de tekst ‘Anne Frank’)


Slide 2 - Diapositive

Na deze les
…kun je de Nederlandse gewoonten herkennen ​
…kun je alle Nederlandse feestdagen noemen​
…kun je uitleggen wat het Wilhelmus is​
…kun je uitleggen waar het Wilhelmus over gaat







Slide 3 - Diapositive

Introductie
1. Wat betekent ‘een gewoonte’?
2. Wat vind jij typisch Nederlandse gewoonten?

Slide 4 - Diapositive

intro: extra vragen
1. Wat doe je als je te laat bent voor een afspraak?


2. De meeste Nederlanders schrijven hun afspraken in een agenda of in hun telefoon. Doe jij dat ook? Waarom wel of waarom niet?

3. Welke Nederlandse gewoonten vind je goed? Welke vind je raar? Waarom?

Slide 5 - Diapositive

2.1 Nederlandse gewoonten
Kijk naar de introductiefilm van thema 2.

1. De vrouw kijkt uit het raam. Ze kijkt naar de buren en praat over de buren.
Vind jij dat gewoon? Wat doe jij als je nieuwe buren krijgt?

2. Waarom nodigt de vrouw de buurman uit?



Slide 6 - Diapositive

Lezen 2.1 
Lees de tekst: 2.1 Gewoonten


Slide 7 - Diapositive

Noem dingen die in
Nederland gewoon zijn.

Slide 8 - Carte mentale

Omgaan met overlast: oefenen

Slide 9 - Diapositive

2.2 Feestdagen 
- Lees de tekst op p. 22

Slide 10 - Diapositive

Op welke feestdag zie je veel oranje?

Slide 11 - Question ouverte

Op welke dag is iedereen twee minuten stil?

Slide 12 - Question ouverte

Op welke feestdag zijn er veel lichtjes?

Slide 13 - Question ouverte

Op welke feestdag krijgen kinderen iets in hun schoen?

Slide 14 - Question ouverte

Op welke feestdag zeg je 'Gelukkig nieuwjaar'?

Slide 15 - Question ouverte

Welke feestdag is altijd op een donderdag?

Slide 16 - Question ouverte

Op welke feestdag kun je eieren zoeken?

Slide 17 - Question ouverte

Op welke feestdag eten Nederlanders oliebollen?

Slide 18 - Question ouverte

Op welke feestdag zijn er veel festivals?

Slide 19 - Question ouverte

2.2 Feestdagen 
1. Groepjes van vier
2. Bespreek oefening 4

Slide 20 - Diapositive

2.3 Het Wilhelmus
1. Heeft jouw land een volkslied?  
Waar gaat het over? 
2. Wanneer zingen mensen in jouw land het volkslied? 

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Presentaties
  • Iedereen geeft een presentatie over één paragraaf​
  • Schrijf je naam op de presentatielijst bij de paragraaf die jij gaat presenteren

Slide 23 - Diapositive

Huiswerk
  • Lees in je boek Thema 2.1, 2.2 en 2.3​
  • Maak de oefeningen op de computer 

Slide 24 - Diapositive