Blok 2, les 11, afronden 10 en 100 tallen en < > dan
Rond af op een tiental!
38 ≈ ?
A
30
B
40
1 / 32
La durée de la leçon est: 20 minÉléments de cette leçon
Rond af op een tiental!
38 ≈ ?
A
30
B
40
Slide 1 - Quiz
Rond af op een tiental!
138 ≈ ?
A
130
B
140
Slide 2 - Quiz
Rond af op een honderdtal!
439 ≈ ?
A
400
B
500
Slide 3 - Quiz
Rond af op een honderdtal!
1439 ≈ ?
A
1400
B
1500
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Rond af op een tiental!
18 ≈ ?
Slide 8 - Question ouverte
Rond af op een tiental!
34 ≈ ?
Slide 9 - Question ouverte
Rond af op een tiental!
91 ≈ ?
Slide 10 - Question ouverte
Rond af op een tiental!
95 ≈ ?
Slide 11 - Question ouverte
Rond af op een tiental!
107 ≈ ?
Slide 12 - Question ouverte
Rond af op een honderdtal!
370 ≈ ?
Slide 13 - Question ouverte
Rond af op een honderdtal!
180 ≈ ?
Slide 14 - Question ouverte
Rond af op een honderdtal!
240 ≈ ?
Slide 15 - Question ouverte
Rond af op een honderdtal!
1495 ≈ ?
Slide 16 - Question ouverte
Rond af op een honderdtal!
1049 ≈ ?
Slide 17 - Question ouverte
Rond af op een honderdtal!
1998 ≈ ?
Slide 18 - Question ouverte
Rond af op een duizendtal!
1439 ≈ ?
A
1000
B
2000
Slide 19 - Quiz
Rond af op een duizendtal!
7934 ≈ ?
A
7000
B
8000
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Wat is het juiste symbool.
A
3 < 5
B
3 > 5
Slide 23 - Quiz
Wat is het juiste symbool.
A
112 < 101
B
112 > 101
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Diapositive
Welk symbool hoort op de stipjes < of >
12 .. 21
Slide 26 - Question ouverte
Welk symbool hoort op de stipjes < of >
83 .. 38
Slide 27 - Question ouverte
Welk symbool hoort op de stipjes < of >
110 .. 111
Slide 28 - Question ouverte
Welk symbool hoort op de stipjes < of >
99 .. 90
Slide 29 - Question ouverte
Wat is het juiste symbool.
A
4 x 5 < 6 x 4
B
4 x 5 > 6 x 4
Slide 30 - Quiz
Wat is het juiste symbool.
A
5 x 5 < 7 x 4
B
5 x 5 > 7 x 4
