3D - wo. 14/9/2022

3D - woensdag 14 sept. 2022
1.                                    - is iedereen er?
2.  het Taaldorp-mondeling: Tessa
3.  Wie heeft wat gedaan?
4.  bron B: "J'ai quatre parents" samen lezen
5.  (H) Uitleg bij bron C : Het Bezittelijk Voornaamwoord
6.  check de taak: wat moet er deze week gebeuren?


1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3D - woensdag 14 sept. 2022
1.                                    - is iedereen er?
2.  het Taaldorp-mondeling: Tessa
3.  Wie heeft wat gedaan?
4.  bron B: "J'ai quatre parents" samen lezen
5.  (H) Uitleg bij bron C : Het Bezittelijk Voornaamwoord
6.  check de taak: wat moet er deze week gebeuren?


Slide 1 - Diapositive

Taaldorp klas 2  -   mondelingen

Mabein
Rens
Tessa
-

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Ebook. p. 9

Slide 7 - Diapositive

bezittelijk voornaamwoord
het bezittelijk voornaamwoord
in het Frans (klas 3)

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

woord vrl. ev. + klinker? > mnl bez vnw !
- mijn vriendin = : ..... amie (vrl. ev.) > mon-ma-mes   ma amie
- maar :  ma amie > 2 klinkers.... > m' amie  
- en dat klinkt helaas als:  (ma) mamie  = (mijn) oma
- voor de  duidelijkheid kiezen Fransen voor:  mon amie....

- son ami = zijn/haar vriend / son amie = zijn/haar vriendin
- sa adresse > son adresse = zijn/haar adres

Slide 10 - Diapositive

mijn =
A
ton - ta - tes
B
son - sa - ses
C
mon - ma - mes
D
leur - leur - leurs

Slide 11 - Quiz

jouw = .......
A
ton - ta - tes
B
son - sa - ses
C
mon - ma - mes
D
notre - notre - nos

Slide 12 - Quiz

zijn = ................
A
son - sa - ses
B
ton - ta - tes
C
mon - ma - mes
D
votre - votre - vos

Slide 13 - Quiz

haar = .............
A
mon - ma - mes
B
son - sa - ses
C
ton - ta - tes
D
votre - votre - vos

Slide 14 - Quiz

ons / onze =
A
notre - notre - nos
B
votre - votre - vos
C
son - sa - ses
D
leur - leur - leurs

Slide 15 - Quiz

jullie / uw = .......
A
notre - notre -nos
B
leur - leur - leurs
C
votre - votre - vos
D
son - sa - ses

Slide 16 - Quiz

hun = ................
A
votre - votre - vos
B
leur - leur - leurs
C
son - sa - ses
D
notre - notre - nos

Slide 17 - Quiz

mon = .............
A
mijn
B
jouw
C
haar
D
zijn

Slide 18 - Quiz

ma = .............
A
mijn
B
jouw
C
haar
D
zijn

Slide 19 - Quiz

mes = .............
A
mijn
B
jouw
C
haar
D
zijn

Slide 20 - Quiz

ton, ta, tes = ............
A
mijn
B
jouw
C
zijn
D
haar

Slide 21 - Quiz

son = ...............
A
zijn - haar
B
mijn
C
onze
D
jouw

Slide 22 - Quiz

sa = ..........
A
zijn - haar
B
jouw
C
jullie - uw
D
mijn

Slide 23 - Quiz

ses = ..............
A
zijn - haar
B
hun
C
jullie - uw
D
ons - onze

Slide 24 - Quiz

notre, nos = .............
A
ons - onze
B
jullie - uw
C
zijn - haar
D
hun

Slide 25 - Quiz

votre, vos = ............
A
ons - onze
B
zijn - haar
C
mijn
D
jullie - uw

Slide 26 - Quiz

leur, leurs = ...............
A
hun
B
zijn - haar
C
onze
D
jullie - uw

Slide 27 - Quiz

ZIJN
HAAR
MIJN
JOUW
mon
ma
mes
tes
ta
ton
son
sa
ses

Slide 28 - Question de remorquage

HUN

ONS / ONZE
JULLIE / UW
notre
vos
leurs
leur
votre
nos

Slide 29 - Question de remorquage

mijn moeder
mijn vader
mijn ouders
mon père
ma père
mes père
mon mère
ma mère
mes mère
mon parents
ma parents
mes parents

Slide 30 - Question de remorquage

jouw nichtje
jouw neef
jouw broers
ton cousin
ta cousin
tes cousin
ton cousine
ta cousine
tes cousine
ton frères
ta frères
tes frères

Slide 31 - Question de remorquage

zijn zus
zijn broer
zijn zussen
son frère
sa frère
ses frère
son soeur
sa soeur
ses soeur
son soeurs
sa soeurs
ses soeurs

Slide 32 - Question de remorquage

haar zus
haar broer
haar broers
son frère
sa frère
ses frère
son soeur
sa soeur
ses soeur
son frères
sa frères
ses frères

Slide 33 - Question de remorquage

haar vriendin
zijn vriendin
haar vriend
zijn vriend
son copine
sa copine  
ses copine
son copine
sa copine
ses copine
sa copain
son copain
ses copain
ses copain
son copain
sa copain

Slide 34 - Question de remorquage

haar vriend
zijn vriend
son ami
sa ami
ses ami
son ami
sa ami
ses ami

Slide 35 - Question de remorquage

haar vriendin
zijn vriendin
son amie
sa amie
ses amie
son amie
sa amie
ses amie

Slide 36 - Question de remorquage

onze moeder
onze vader
onze  ouders
notre père
nos père
notre mère
nos mère
notre parents
nos parents

Slide 37 - Question de remorquage

jullie nichtje
jullie neef
jullie broers
  votre   cousin
    vos   cousin
    votre   cousine
      vos
 cousine
  votre   frères
     vos
   frères

Slide 38 - Question de remorquage

hun zus
hun broer
hun zussen
leu frère
leurs frère
leur soeur
leurs soeur
      leur 
    soeurs
    leurs           soeurs

Slide 39 - Question de remorquage

ZIJN
HAAR
MIJN
JOUW
ONS / ONZE
UW / JULLIE
HUN
mon
ma
mes
tes
ta
ton
son
sa
ses
nos
notre
votre
 vos
leur
leurs

Slide 40 - Question de remorquage

En dan nu...
...misschien nog even Quizlet
anders: in D-uren /thuis:
1) aan de slag met de maakopdrachten 1 t/m 18
2) en Voca A, B, bron C en D leren op Quizlet!

Slide 41 - Diapositive