Theme 6 In the city, Reading, grammar 17

Reading & grammar

Reading: The Treehouse experiment
Grammar 17: The future
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Reading & grammar

Reading: The Treehouse experiment
Grammar 17: The future

Slide 1 - Diapositive

What do you think of when I say:
Treehouse?

Slide 2 - Carte mentale

We're going to read together: please make sure your microphone is on when it's your turn to read out loud.




Want to read in your textbook? Look for page 102 

Slide 3 - Diapositive

Zorg dat je meeleest en weet waar we zijn voor als jij moet voorlezen of een vraag moet beantwoorden! 




Want to read in your textbook? Look for page 102 

Slide 4 - Diapositive

akward
gathering
publish
squirrel
eekhoorn
verzamelen
génant
uitgeven

Slide 5 - Question de remorquage

Lees nogmaals, zelfstandig! Hierna krijg je vragen.



Want to read in your textbook? Look for page 102 

Slide 6 - Diapositive

Je krijgt nu 6 open vragen. Als het goed is kan je die beantwoorden zonder de tekst nogmaals te lezen. Mocht je dat wel nodig hebben gebruik dan je tekstboek blz. 135-136
Je krijgt nu 5 vragen. Als het goed is kan je die beantwoorden zonder de tekst nogmaals te lezen.

Slide 7 - Diapositive

1. What do people nowadays worry about?
timer
0:30

Slide 8 - Question ouverte

2. What was Nick's experiment?
timer
0:30

Slide 9 - Question ouverte

3. What is he celebrating when he takes a dip in the river?
timer
0:30

Slide 10 - Question ouverte

4. What has happened since Nick returned to the real world?
timer
0:30

Slide 11 - Question ouverte

5. Which 21-century gadget(s) did Nick use during his stay in the forest?
timer
0:30

Slide 12 - Question ouverte

Grammar 
17 Toekomstige tijd (future)
(TB page 95 óf 147)

Slide 13 - Diapositive

Welke tijden kennen we al:
Tegenwoordige tijd (Present Simple)
Gebruik: Bij feiten, gewoonte en regelmatige gebeurtenissen.
Vorm: bij he/she/it hele werkwoord  +s
Voorbeeld: He works at the supermarket.

Let op!
study -> studies | boy -> boys | watch -> watches 



Slide 14 - Diapositive

Welke tijden kennen we al:
Duurvorm (Present Continuous)
Gebruik: Om te zeggen dat iets NU bezig is. 
Vorm: vorm van to be + werkwoord + ing
Voorbeeld: He is doing a Lesson Up at the moment.

Let op!
sit -> is sitting | give -> giving 



Slide 15 - Diapositive

              Grammar 17
Toekomstige tijd (Future)
Gebruik: Om te zeggen dat iemand iets van plan is of wat er gaat gebeuren.
Vorm: Vorm van to be + going to + hele werkwoord
Voorbeeld: I am going to eat a sandwich at lunch.
Let op!
Vragend maken, to be vooraan! | Ontkennen, not na to be!



Slide 16 - Diapositive

0

Slide 17 - Vidéo

Gebruik de future:
She ______video games. (to play)

A
To be going to play
B
Be going to play
C
Going to play
D
Is going to play

Slide 18 - Quiz

Gebruik de future:
I_________ it today. (to fix)
A
am going to fix
B
going to fix
C
is going to fix
D
am fixing

Slide 19 - Quiz

Gebruik de future:
They_______ a film in the cinema. (watch)
A
are going
B
are going to watch
C
is going to watch
D
going to watch

Slide 20 - Quiz

Gebruik de future:
It _____________ on this beautiful day!
(rain)
A
is raining
B
is going to rain
C
to be going to
D
is going to be raining

Slide 21 - Quiz

Gebruik de future:
My parents _________if I am home late.
(mad)
A
are going to be mad
B
are mad

Slide 22 - Quiz

Welke TIP geef je mij naar aanleiding van deze les.

Slide 23 - Question ouverte

Welke TOP geef je mij naar aanleiding van deze les?

Slide 24 - Question ouverte

Well done!! See you next time.

Slide 25 - Diapositive