Hoofdstuk 11.2 Zonne-energie K4 les 2

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

H11: Energie
Benodigheden
- laptop
- Binas
- Rekenmachine 


Tassen op de grond
Telefoons in de zakkie

Welkom kader 4!
Ga zitten en start met:

Ga verder met de examensite opdrachten. 




Jas over je stoel

Slide 2 - Diapositive

Practicum
Welkom Kader-3 
Start met opdracht 2, 4, 6 en 8 van 2,3 Temperatuur
Je hebt straks je laptop nodig                     START IN:



Neem plaats en leg je spullen alvast klaar.
timer
3:00

Slide 3 - Diapositive

We gaan starten!
                                                                                               Wachttijd:
stopwatch
00:00

Slide 4 - Diapositive

H11: Energie
Introductie
§ 11.1 Fossiele brandstoffen

§ 11.2 Zonne-energie
§ 11.3 Windenergie
§ 11.4 Waterkracht
§ 11.5 Energie besparen

Slide 5 - Diapositive

Lesprogramma
  1. Huiswerk controle
  2. Terugblik
  3. Leerdoelen
  4. Instructie (uitleg)
  5. Afsluiting 
  6. Huiswerk
  7. Nabespreking

Slide 6 - Diapositive

Huiswerkcontrole
Maak opdrachten op de examensite

Slide 7 - Diapositive

Over welke opgaven van
het huiswerk zijn er vragen?

Slide 8 - Carte mentale

Terugblik
  1. Je kunt de drie belangrijkste toepassingen van fossiele brandstoffen beschrijven.
  2. Je kunt uitleggen hoe een ‘gewone’ energiecentrale elektrische energie produceert.
  3. Je kunt berekeningen uitvoeren met (elektrische) energie, vermogen en tijd.
  4. Je kunt uitleggen hoe een kerncentrale kernenergie omzet in elektrische energie.
  5. Je kunt toelichten wat wordt bedoeld met de afvalwarmte van een energiecentrale.
  6. Je kunt uitleggen wat thermische verontreiniging is en hoe je die kunt voorkomen.
  7. Je kunt milieuproblemen beschrijven die horen bij het gebruik van fossiele brandstoffen.

Slide 9 - Diapositive

Warmte gaat altijd ...
A
Van een hoge naar een lagere temperatuur
B
Van een lage naar een hoge temperatuur

Slide 10 - Quiz

Leg uit waar de elektriciteit die je thuis gebruikt vandaan komt.

Slide 11 - Question ouverte

Het opgewarmde water van energiecentrales wordt geloosd in rivieren. Van welke stof neemt de hoeveelheid in het water dan af?
A
lucht
B
aardgas
C
stikstof
D
zuurstof

Slide 12 - Quiz

Welke invloed heeft het opwarmen van oppervlaktewater op de vissen?

Slide 13 - Question ouverte

Waardoor wordt zure regen veroorzaakt?

Slide 14 - Question ouverte

Waardoor wordt smog veroorzaakt?

Slide 15 - Question ouverte

Leg uit waarom smog ontstaat als het niet waait.

Slide 16 - Question ouverte

Waarom dragen veel mensen mondkapjes op plekken met smog?

Slide 17 - Question ouverte

Leerdoelen 11.2 Zonne-energie
  1. Je kunt beschrijven hoe planten gebruikmaken van de stralingsenergie in zonlicht.
  2. Je kunt benoemen welke energie-omzetting plaatsvindt in een zonnepaneel.
  3. Je kunt uitleggen waardoor een zonnepaneel niet steeds hetzelfde vermogen afgeeft.
  4. Je kunt uitleggen dat mensen met zonnepanelen energie én geld kunnen besparen.
  5. Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met het rendement van een zonnepaneel.
  6. Je kunt berekeningen uitvoeren met rendement en energie, en met rendement en vermogen.

Slide 18 - Diapositive

Stralingsenergie
De energie in zonlicht wordt stralingsenergie genoemd.
Als zonlicht op het aardoppervlak valt, wordt het licht gedeeltelijk geabsorbeerd. 
De stralingsenergie wordt daarbij omgezet in. Op die manier worden het aardoppervlak en de atmosfeer daarboven verwarmd.

Planten gebruiken zonlicht om glucose te maken van koolstofdioxide en water. 
De stralingsenergie in het zonlicht wordt daarbij 
omgezet in chemische energie van glucose en
daarvan afgeleide stoffen. 
Dit heet fotosynthese.

Slide 19 - Diapositive

Zonnepanelen
Een zonnecel kan de stralingsenergie in zonlicht direct omzetten in elektrische energie.

In de praktijk worden zonnepanelen gebruikt die bestaan uit tientallen zonnecellen (afbeelding 2).

Onder ideale omstandigheden (voor Nederland) levert zonnepaneel een elektrisch vermogen van ongeveer 300 W.

Dit maximale elektrisch vermogen wordt ook wel het piekvermogen genoemd.

Slide 20 - Diapositive

Zonne-energie gebruiken
  •  Eerst moet die energie worden omgezet naar de spanning van het lichtnet: 230 V.
  • Daarvoor zorgt een apparaat dat een omvormer wordt genoemd. 
  • Die maakt de elektrische energie geschikt voor de elektrische apparaten in huis.

  • De omvormer geeft de elektrische energie (nu met de juiste spanning) af aan het lichtnet in huis. 
  • De leidingen vervoeren de elektrische energie naar de apparaten die op dat moment aanstaan.

Slide 21 - Diapositive

Het rendement van een zonnepaneel
Een energie-omzetting is meestal niet 100% efficiënt. Dat geldt ook voor zonnepanelen. 
De meest verkochte soort zonnepanelen heeft een rendement van ongeveer 16%. 
Dat betekent dat het zonnepaneel maar 16% van de stralingsenergie in het zonlicht omzet in elektrische energie. 






De overblijvende 84% wordt omgezet in warmte waar je verder niets aan hebt (afbeelding 3).

Slide 22 - Diapositive

Voorbeeldopdracht 1
In een laboratorium wordt een zonnepaneel getest. 
Er valt 1600 W aan stralingsenergie op het paneel. 
Het elektrisch vermogen is in deze situatie 292 W.
Bereken het rendement van het zonnepaneel.
gegevens
Pop = 1600 W
Paf = 292 W
gevraagd
η = ? %


Uitwerking:

η = Paf/Pop  × 100%

η = 292/1600 × 100% = 18%


Slide 23 - Diapositive

Aan de slag!
Maak opdracht: van paragraaf 11.2 Zonne-energie
1 t/m 12
Je mag samenwerken!

Slide 24 - Diapositive

Waar wil je nog extra uitleg over?

Slide 25 - Carte mentale

Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?

Slide 26 - Carte mentale

Afsluiting: we weten.................
  1. Je kunt beschrijven hoe planten gebruikmaken van de stralingsenergie in zonlicht.
  2. Je kunt benoemen welke energie-omzetting plaatsvindt in een zonnepaneel.
  3. Je kunt uitleggen waardoor een zonnepaneel niet steeds hetzelfde vermogen afgeeft.
  4. Je kunt uitleggen dat mensen met zonnepanelen energie én geld kunnen besparen.
  5. Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met het rendement van een zonnepaneel.
  6. Je kunt berekeningen uitvoeren met rendement en energie, en met rendement en vermogen.

Slide 27 - Diapositive

Het is duidelijk waar we met het hoofdstuk aan het werk gaan
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Sondage

Ik begrijp de leerdoelen van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage

De les was leuk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Sondage

Afsluiting
Volgende les:

Huiswerk:

  • Zet in je planner!!
  • Maak opdrachten op de examensite

Dank voor jullie aandacht!

Slide 31 - Diapositive

Samenvatting

Slide 32 - Diapositive