3.1 Symmetrie

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Welkom

Paragraaf 3.1 Symmetrie

Leg bladzijde 120 voor je open!

Wat heb je gisteren gegeten?

Voorkennis

Wat weet je al?

Lesdoelen

• Je leert een ander woord voor vouwlijn. 
• Je leert wat lijnsymmetrie is. 
• Je leert wat schuifsymmetrie is. 

Hoeveel lesdoelen zijn er in deze les?

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

Uitleg theorie

Wat heb je geleerd van dit filmpje?

Schrift

Neem het voorbeeld over in je schrift.

Het voorbeeld staat bij de volgende dia (deze neem je over).

Nadat je deze overgenomen hebt maak je hiervan een foto en zorg je dat deze hier wordt geüpload. 

(deze dia komt na het voorbeeld).

Neem het voorbeeld over in je schrift.

Foto hier uploaden.

Je kan het!

Enkele oefeningen...

Loodlijn

Evenwijdige lijn

Hoeveel symmetrie assen heeft deze figuur?

1. 1
2. 2
3. 4
4. 6

Hoeveel symmetrie assen heeft dit figuur?

1. 2
2. 4
3. 6
4. 8

Is deze afbeelding draaisymmetrisch?

1. Ja
2. Nee

Welke afbeeldingen zijn draaisymmetrisch?

1. 1,2,3,4
2. 1,2,4
3. 1,2,3
4. 1,2

Welke afbeeldingen zijn puntsymmetrisch?

1. 3
2. 2,3,4
3. 1,3,4
4. 3,4

Van een draaisymmetrisch figuur is de kleinste draaihoek 40 graden. Is dit figuur ook puntsymmetrisch?

1. JA
2. NEE

Hoeveel symmetrie-assen heeft dit figuur denken jullie?

1. 1
2. 3
3. 4
4. 6

Welke figuren zijn lijnsymmetrisch?

1. Alleen het vliegtuig.
2. Alleen het verkeersbord.
3. Geen van beide.
4. Allebei.

Hoeveel symmetrieassen
heeft deze figuur?

1. 1
2. 2
3. 4
4. 8

Welke figuren zijn draaisymmetrisch?

1. Alle drie.
2. Alleen 1. en 2.
3. Alleen 1. en 3.
4. Alleen 2. en 3.

Wat is de kleinste draaihoek?

1. 120°
2. 60°
3. 180°
4. 360°

Wat is de kleinste draaihoek?

1. 90°
2. 72°
3. 36°
4. 180°

Wat is de kleinste draaihoek?

1. 30°
2. 60°
3. 90°
4. 120°

Wat is de kleinste draaihoek?

1. 90°
2. 120°
3. 180°
4. 360°

Wat is de kleinste draaihoek?

1. 30°
2. 45°
3. 60°
4. 90°

Wat is de kleinste draaihoek?

1. 30°
2. 45°
3. 60°
4. 90°

Welke eigenschappen
heeft deze figuur?

1. Geen symmetrie.
2. Alleen lijnsymmetrie.
3. Alleen draaisymmetrie.
4. Lijnsymmetrie en draaisymmetrie.

Welke eigenschappen
heeft deze figuur?

1. Geen symmetrie.
2. Alleen lijnsymmetrie.
3. Alleen draaisymmetrie.
4. Lijnsymmetrie en draaisymmetrie.

Welke eigenschappen
heeft deze figuur?

1. Geen symmetrie.
2. Alleen lijnsymmetrie.
3. Alleen draaisymmetrie.
4. Lijnsymmetrie en draaisymmetrie.

Welke eigenschappen
heeft deze figuur?

1. Geen symmetrie.
2. Alleen lijnsymmetrie.
3. Alleen draaisymmetrie.
4. Lijnsymmetrie en draaisymmetrie.

Sleep de juiste antwoorden naar elkaar.

Vraag: hoeveel symmetrieassen heeft de tekening

1

1

2

4

welke van de figuren is symmetrie's

Welke vormen van symmetrie ken je?

Wanneer is een draaisymmetrisch figuur ook puntsymmetrisch?

Huiswerk

Maak in deze les:

Opgave 1 t/m opgave 26 

Bladzijde 120.

Ben je klaar?

Ga dan werken aan de digitale leeromgeving van Getal & Ruimte!

Succes!

Nakijken

Je gaat eerst het huiswerk van de deze (of vorige) les nakijken. 

1. Gebruik hiervoor een andere kleur pen. 

2. Zet een krulletje of vinkje bij de opgave die goed zijn. 

3. Verbeter je antwoorden.

Maak een foto van je gemaakte sommen

Maak een foto van je gemaakte sommen

Wat heb je geleerd van deze les?

Wat vind je nog moeilijk aan deze les?

Lesafsluiting

• Met de volgende opgave kun je laten zien dat wat je geleerd hebt vandaag ook kunt!

• Klaar voor de quiz? 

Sleep de juiste antwoorden naar elkaar.

Vraag: hoeveel symmetrieassen heeft de tekening

1

1

2

4

welke van de figuren is symmetrie's

Tot ziens iedereen