B3 2021 les 1

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

B3 2021 les 

Lesdoel:

Ik oefen met kijk en luisteren 

Ik oefen met lezen

Ik oefen met de onregelmatige werkwoorden

Nodig:

Je werk en tekstboek.

Vragen tijdens deze les?

Stel ze in de chat of steek je hand op in Teams.

What do you wish for 2021?

Watch the video and answer the questions

00:00

Hoe zeg je Gelukkig Nieuwjaar in het Engels?

00:11

Write down the name of the country in English:

00:35

01:20

Write down the name of the country in English:

01:44

Write down the name of the country in English:

02:31

Do you know where this is, write down the name of the country.

02:45

Hoe zeg je vuurwerk in het Engels?

Textbook page 47

Workbook page  84

Luister de tekst terwijl je meeleest op blz 47

A great catch

Maak nu opdracht 5 op blz 84 van het werkboek, maak een foto en lever die hier in.

Opdracht 6 True or False
1. Princston heeft gisterochtend veel vis gevangen

1. true
2. false

2. De dieven verbergen een deel van het geld in Staten Island

1. true
2. false

3. De dieven geven zichzelf aan.

1. true
2. false

4. De politie kwam na een paar uur al achter de waarheid.

1. true
2. false

5. Princston wist meteen wat hij met het geld wilde doen.

1. true
2. false

6. De politie was onder de indruk van de dieven.

1. true
2. false

Irregular verbs

Irregular verbs 1-25

regelmatige werkwoorden krijgen: -ed 

• I walked to school this morning.

• We cooked dinner for the whole family.

Past simple

(verleden tijd in het Engels)

onregelmatige werkwoorden hebben allemaal een eigen verleden tijd.

• give --> Yesterday my dad gave me some money.

• see  --> I saw a great film last week.

Irregular verbs

go - went - gone

1e rijtje: tegenwoordige tijd (present simple)

2e rijtje: verleden tijd (past simple)

3e rijtje: voltooide tijd (present perfect + have)

Today, I go to school.

Yesterday, I went to school.

I have gone to school.

Lets practice

dig - ..... - dug

1. dig
2. dug
3. dag
4. digged

..... - brought - brought
(brengen)

1. bring
2. brought
3. bringed
4. brang

bet - ..... - bet
(wedden)

cost - cost - .....
(kosten)

1. cosed
2. costed
3. cost
4. coset

..... - drew - drawn
(tekenen)

1. drawed
2. drawn
3. drew
4. draw

blow - ..... - blown
(blazen)

1. blow
2. blown
3. blowed
4. blew

breed

broadcast

build

come

deal

bred

bred

broadcast

broadcast

built

built

came

come

dealt

dealt

..... - broke - broken
(kapot maken)

1. break
2. broke
3. broken
4. breaked

bite - ..... - bitten
(bijten)

1. bit
2. bitten
3. bite
4. bited

begin - ..... - begun
(beginnen)

1. begin
2. began
3. begun
4. beginned

beat - beat - .....
(verslaan)

1. beaten
2. beat
3. beated
4. bead

bleed - bled - .....
(bloeden)

1. bleed
2. bledded
3. blead
4. bled

DO

CATCH

BE

BUY

DRINK

did

caught

was/were

bought

drunk

caught

done

bought

drank

been

..... - chose - chosen
(kiezen)

1. chose
2. choose
3. chosen
4. chosed

burn - burnt/burned - .....
(ver)branden

1. burn
2. burnt
3. burnt/burned
4. burned

become - ..... - become
(worden)

Klaar met deze les?

Zet in de chat dat je klaar bent. Je hoort dan of je nog wat moet doen.