TH1 - Lezen H1 paragraaf 2,3,4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Welkom TH1

Binnenkomen

Boeken neerleggen

Beginnen

Leesmoment

Blz. 64 van je werkboek: 

Lees tekst 1 en 2 van Pipa Leeuwenhart

Ben je eerder klaar? Begin in je schrift aan opdracht 1

Oefentoets paragraaf 3

Schrijf op in je schrift: oefentoets par. 3 Hoofdgedachte

Pak je werkboek op blz. 21, zodat je naar de theorie kunt kijken. 

Beantwoord de vragen op de oefentoets. Je mag niet op de toets schrijven. Klaar?

 Werk verder aan opdracht 1 en 2 van Fictie blz 64 en verder

Aan de slag

Pak je werkboek er weer bij en ga verder met 

opdracht 1, lees daarna tekst 3 en maak tot slot opdracht 2

H1 Meer dan lezen par. 2,3,4

Par2: Blz. 17 Opdracht 2

 Par3: Blz. 22Opdracht 3,

En tot slot paragraaf 4, opdracht 3 op blz. 28

Aan de slag

Werk aan je leesautobiografie.

Schrijf je verslag uit in je schrift (kladversie)

Als je vanmiddag thuis bent: pak je laptop en typ je verslag.

Print het daarna uit. Stop het in je werkboek van NN en lever het vrijdag aanstaande in. Succes!!!

Toets H1 paragraaf 2,3,4

2 = Onderwerp van de tekst (dmv orienterend lezen: bekijk de tekst, plaatjes en lees de inleiding)

3= Hoofdgedachte van de tekst

4= Tekstdoelen en tekstsoorten

Meer dan lezen paragraaf 3

Hoofdgedachte van de tekst: De samenvatting van de belangrijkste informatie van de tekst IN 1 ZIN!!!

Maak opdracht 3 blz. 22

Lees tekst 1 en 2

Huiswerk: Maak daarna de vragen

Klaar?

Maak voor jezelf een samenvatting van het groene blok. 

Gebruik de woorden: onderwerp van de tekst, hoofdgedachte van de tekst. Schrijf ook het verschil tussen oriënterend lezen en precies lezen op. 

Klaar? Momentje vrij, boek erbij. Lees in je eigen leesboek.

Oefentoets 2,3,4

Volgende week gaan we de oefentoetsen maken van paragraaf 2, 3 en 4. 

Zorg ervoor dat je de theorie van tevoren hebt doorgenomen. 

Zelf doen: Waar staat de theorie? 

Het onderwerp van een tekst:

1. Wat de titel zegt
2. Waar de tekst over gaat
3. Waar de alinea over gaat
4. De samenvatting van de hele tekst

Ik kijk naar de titel, naar de plaatjes, tussenkopjes, lees inleiding.

1. Dat is scannend lezen
2. Dat is zoekend lezen
3. Dat is grondig lezen
4. Dat is orienterend lezen

Waaraan herken je een tussenkopje?

1. Soort van titel boven een tekstdeel
2. Aan de titel
3. Aan de kleur
4. Woorden die in de inleiding staan

Een inleiding heeft vaak

1. geen alinea's
2. illustraties
3. 1 of 2 alinea's
4. tussenkopjes

Leg uit waarom het tussenkopje Profielwerkstuk niet klopt bij alinea 2 in tekst 1 op blz. 17. Wat had het tussenkopje moeten zijn.

Dus hoe had deze alinea wel moeten heten? Verander het tussenkopje en geef het de juiste naam

Wat moet je weten voor de toets van paragraaf 2 Onderwerp?