Waarom krantenjongen, maar secondewijzer en horlogemaker?
krant: kranten
seconde: secondes/seconden
horloge: horloges
Slide 6 - Diapositive
Waarom boekenkast, maar rijstepap en benzinepomp?
Slide 7 - Diapositive
Waarom boekenkast, maar rijstepap en benzinepomp?
boek: boeken
rijst en benzine: geen meervoud
Slide 8 - Diapositive
Waarom berenvacht, maar beregezellig?
Waarom reuzenverhaal, maar reuzeleuk?
Slide 9 - Diapositive
Waarom berenvacht, maar beregezellig?
Waarom reuzenverhaal, maar reuzeleuk?
Bij beregezellig en reuzeleuk heeft het niet te maken met beren of reuzen, maar deze woorden hebben een versterkende betekenis: je bedoelt heel gezellig en heel erg leuk.
Slide 10 - Diapositive
Waarom schrijf je huilebalk en rodekool i.p.v. huilenbalk en rodenkool?
Slide 11 - Diapositive
Waarom schrijf je huilebalk en rodekool i.p.v. huilenbalk en rodenkool?
De eerste delen van deze woorden zijn géén zelfstandig naamwoorden, maar werkwoorden (huilen) of bijvoeglijk naamwoorden (rode).
Slide 12 - Diapositive
Waarom schrijf je zonnestraal en koninginnedag?
Slide 13 - Diapositive
Waarom schrijf je zonnestraal en koninginnedag?
We hebben/hadden hier maar één zon en één koningin.
Slide 14 - Diapositive
Samenstellingen kunnen ook gemaakt worden door woorden gewoon aan elkaar te plakken:
lees + boek = leesboek
huis + werk = huiswerk
Soms moet er dan een -s worden toegevoegd. Als het goed is, hoor je dat aan het woord.