Tegenargumenten en weerleggingen (herhaling)

Tegenargumenten en weerleggingen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Tegenargumenten en weerleggingen

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je al?
- standpunt
- waarderend argument
- feitelijk argument
- onderschikkend argument
- nevenschikkend argument

Slide 2 - Diapositive

Ik heb mij dit weekend geërgerd aan al die aandacht voor Max Verstappen.
De Formule 1 zou verboden moeten worden.
Dat racen is heel slecht voor het milieu.
standpunt
 argument
 argument

Slide 3 - Question de remorquage

nevenschikking

Slide 4 - Diapositive

onderschikking

Slide 5 - Diapositive

tegenargumenten en weerleggingen

Slide 6 - Diapositive

In een betogende tekst wil de schrijver de lezer overtuigen van zijn standpunt. Hij doet dat door argumenten voor zijn standpunt aan te voeren. Een schrijver kan zijn lezer ook overtuigen door mogelijke tegenargumenten te ontkrachten. We noemen het een weerlegging wanneer de schrijver aantoont dat de tegenargumenten niet kloppen.

Slide 7 - Diapositive

Ik vind dat de gemeente een goede manier van afvalscheiding heeft ingevoerd. (standpunt) Afgelopen jaar is daardoor maar liefst 61% meer afval op milieuvriendelijke wijze verwerkt. (argument voor) Daar staat tegenover dat het afvalscheidingssysteem te ingewikkeld is geworden met voor ieder huishouden een groente-, fruit- en tuinafvalcontainer met een groene deksel, een papiercontainer met een blauwe deksel, een plasticcontainer met een oranje deksel, en een textiel-, een glas- en een restafvalcontainer in de buurt. (argument tegen). Uit onderzoeken in andere gemeenten in Brabant die met dit systeem werken, blijkt echter dat burgers heel snel wennen aan deze nieuwe manier van afvalscheiding. (weerlegging)

Slide 8 - Diapositive

Een tegenargument en een weerlegging worden vaak voorafgegaan door signaalwoorden die een tegenstellend verband aangeven: daarentegen, maar, hoewel, echter, toch, ofschoon, ondanks dat, (aan de ene kant …) aan de andere kant, daar staat tegenover dat.

Slide 9 - Diapositive

Ik vind dat de gemeente een goede manier van afvalscheiding heeft ingevoerd. (standpunt) Afgelopen jaar is daardoor maar liefst 61% meer afval op milieuvriendelijke wijze verwerkt. (argument voor) Daar staat tegenover dat het afvalscheidingssysteem te ingewikkeld is geworden met voor ieder huishouden een groente-, fruit- en tuinafvalcontainer met een groene deksel, een papiercontainer met een blauwe deksel, een plasticcontainer met een oranje deksel, en een textiel-, een glas- en een restafvalcontainer in de buurt. (argument tegen). Uit onderzoeken in andere gemeenten in Brabant die met dit systeem werken, blijkt echter dat burgers heel snel wennen aan deze nieuwe manier van afvalscheiding. (weerlegging)

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Wapens moeten ook in Nederland te koop zijn. Zij beschermen jou tegen overvallers.

Bovendien maken ze indruk op je vrienden.
A
weerlegging
B
tegenargument
C
argument

Slide 12 - Quiz

Amsterdam is de mooiste stad van Nederland. Dat komt door de grachten. Het is daardoor wel druk met toeristen.
Daarentegen, levert dit wel geld op voor de ondernemers aan die grachten.
A
weerlegging
B
tegenargument
C
argument

Slide 13 - Quiz

Max Verstappen is op dit moment de beste coureur van de wereld. Alle F1-auto's zouden dezelfde motor moeten hebben. Hierdoor worden de races spannender.

De auto-industrie heeft hier echter niets aan.
A
weerlegging
B
tegenargument
C
argument

Slide 14 - Quiz

's Avonds mogen wij niet meer sporten in clubverband. Dit is heel slecht voor de gezondheid van de mensen. De sportclubs moeten daarom weer openen.

Hierdoor wordt de conditie van iedereen beter.
A
weerlegging
B
tegenargument
C
argument

Slide 15 - Quiz