1vwo- chap 5 online- le 2 avril 2020

la deuxième leçon en ligne

Bienvenue 
Nous allons travailler à distance (we gaan op afstand werken)
Het is belangrijk dat jullie niet tegelijktijd  praten, dus onderin zie je een microfoon, als je het aanklikt, dan hoor ik je niet.
Ik zal het chatten ook openen, zo kan je een vraag stellen.
Ik zal jullie een na een uitnodigen om vragen te stellen.
We gaan de dias bekijken en daar geef ik nog aanwijzingen.
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

la deuxième leçon en ligne

Bienvenue 
Nous allons travailler à distance (we gaan op afstand werken)
Het is belangrijk dat jullie niet tegelijktijd  praten, dus onderin zie je een microfoon, als je het aanklikt, dan hoor ik je niet.
Ik zal het chatten ook openen, zo kan je een vraag stellen.
Ik zal jullie een na een uitnodigen om vragen te stellen.
We gaan de dias bekijken en daar geef ik nog aanwijzingen.

Slide 1 - Diapositive

programme de la leçon
But du cours + vocabulaire +
Explication des adjectifs (évaluation)
Explication des nombres
+ quizz
Wat heb je geleerd?

Slide 2 - Diapositive

Doel=but
Jij kan  de bijvoeglijk naamwoorden gebruiken:
jij kent de vormen 
en de  plaats van  het bijvoeglijk naamwoord in het Frans.
Jij kent de telwoorden van 70 t/m 1000,, jij kan tellen.

Slide 3 - Diapositive

Questions:
Vandaag gaan we de bijvoeglijk naamwoorden herhalen:
Wat is een bijvoeglijk naamwoord eigenlijk?
Wat zijn de vormen van het bijvoeglijk naamwoord?
Waar plaats je  het bijvoeglijk naamwoord in het Frans?
Ken je het liedje van de bijvoeglijk naamwoorden die voor het zelfstandig naamwoord staan?

Slide 4 - Diapositive

les adjectifs = les formes (uitgangen)

De normale regel:
mannelijk        vrouwelijk
         ?                    ?             (enkelvoud)
         ?                    ?            (meervoud)
Wat is het meervoud van beau.-nouveau... ?
Wat is het vrouwelijke vorm van beau - nouveau  - rouge -jaune.....?
Wat is het meervouds vorm van vieux /gris ... (trucje????)
timer
1:00

Slide 5 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoorden in het Frans: 
Het bijvoeglijk naamwoord staat
1-  achter het zelfstandig naamwoord of
2- achter de P.V.
exemples: 
Le jean bleu, la robe rouge, les chaussures vertes
Le jean est bleu, la robe est ., les chaussures sont vertes.
behalve :bon beau joli haut long petit jeune vieux grand gros mauvais méchant nouveau autre premier .(rangtelw)....dernier
bijvoeglijk naamwoorden

Slide 6 - Diapositive

Wat is hier de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
A
Elle porte les blanches chaussures.
B
Elle porte les chaussures blanches.
C
Elle porte les chaussures blanche.
D
Elle porte les chaussures blancs.

Slide 7 - Quiz

Quelle est la couleur de la rose ?
A
la rose rouges.
B
la rouge rose.
C
la rose rougee.
D
la rose rouge.

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste vorm van het bevoeglijk naamwoord?
A
Il y a des éléphants gris dans la voiture rouges.
B
Il y a des éléphants gris dans la voiture rouge.
C
Il y a des éléphants noirs dans la voiture rouge.

Slide 9 - Quiz

Welke zin is NIET goed?
A
La girafe a un long cou.
B
La girafe a un cou long.
C
La girafe a un longue cou.
D
La girafe a un longs cou.

Slide 10 - Quiz

Tu trouves qu'elle est belle?
A
Maxima est une belle reine.
B
Maxima est une reine belle.

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive





70  soixante-dix            (60-10)
71 soixante et onze      (60 et 11)
72 soixante-douze       (60-12)
73 soixante-treize        (60-13)
74 soixante-quatorze (60-14)
75 soixante-quinze     (60-15)
76 soixante-seize         (60-16)
77 soixante-dix-sept   (60-10-7)
78 soixante-dix-huit    (60-10-8)
79 soixante-dix-neuf  (60-10-9) 
les nombres 70-79

Slide 13 - Diapositive

80 quatre-vingts (4-20 met een s)
81 quatre-vingt-un      (4-20-1 geen s)
82 quatre-vingt-deux (4-20-2 geen s)
83 quatre-vingt-trois  (4-20-3 geen s)
84 quatre-vingt-quatre(4-20-4 geens)
85 quatre-vingt-cinq     (4-20-5 geen s)
86 quatre-vingt-six        (4-20-6 geen s)
87 quatre-vingt-sept    (4-20-7 geen s)
88 quatre-vingt-huit     (4-20-8 geen s)
89 quatre-vingt-neuf    (4-20-9 geen s)
les nombres 80-89

Slide 14 - Diapositive


90 quatre-vingt-dix (4-20-dix)
91 quatre-vingt-onze    (4-20-11 )
92 quatre-vingt-douze (4-20-12)
93 quatre-vingt-treize  (4-20-13)
94 quatre-vingt-quatorze(4-20-14)
95 quatre-vingt-quinze     (4-20-15)
96 quatre-vingt-seize         (4-20-16)
97 quatre-vingt-dix-sept (4-20-17)
98 quatre-vingt-dix-huit    (4-20-18)
99 quatre-vingt-dix-neuf  (4-20-19)
les nombres 90-99

Slide 15 - Diapositive

100 cent
101 cent un           (geen -)
102 cent deux     (geen -)
103 cent trois     (geen -)
104 cent quatre (geen -)
105 cent cinq      (geen -)
106 cent six         (geen -)
107 cent sept      (geen -)
108 cent huit       (geen -)
109 cent neuf      (geen -)
les nombres 100-109

Slide 16 - Diapositive

110 cent dix 
111   cent onze        (geen -)
112  cent douze     (geen -)
113 cent treize        (geen -)
114 cent quatorze (geen -)
115 cent quinze      (geen -)
116 cent seize          (geen -)
117 cent dix-sept (wel - tussen 10en7 = want 17 is kleiner dan 100)
118 cent dix-huit (wel - tussen 10 en8)
119 cent dix-neuf (wel - tussen 10en9)
les nombres 110-119 let op -

Slide 17 - Diapositive

120 cent vingts
121 cent vingt et un
122 cent vingt-deux
123 cent vingt-trois
124 cent vingt-quatre
125 cent vingt-cinq
126 cent vingt-six
127 cent vingt-sept
128 cent vingt-huit
129 cent vingt-neuf
les nombres 120-129

Slide 18 - Diapositive

130 cent trente
geen streepje
131 cent trente et un
132 cent trente-deux
133 cent trente-trois
134 cent trente-quatre
135 cent trente-cinq
136 cent trente-six
137 cent trente-sept
138 cent trente-huit
139 cent trente-neuf
les nombres 130-139

Slide 19 - Diapositive

140 cent quarante
         geen streepje 
141 cent quarante et un
142 cent quarante-deux
143 cent quarante-trois
144 cent quarante-quatre
145 cent quarante-cinq
146 cent quarante-six
147 cent quarante-sept
148 cent quarante-huit
149 cent quarante-neuf
les nombres 140-149

Slide 20 - Diapositive

150 cent cinquante 160 cent soixante
170 cent soixante-dix
180 cent quatre-vingts (hier extra s want er staat geen telwoord achter 20)
181 cent quatre-vingt-un 
(hier geen s achter vingt want er staat 1 achter vingt. 
cent quatre 104 is groter dan 100, dans geen streepje
quatre-vingt kleiner dan 100 dus -
vingt-un kleine dan 100 dus -
190 cent quatre-vingt-dix
200 deux cents (hier wel een s want er staat geen ander telwoord achter honderd en
geen - want het telwoord is groter dan 100.      
201 deux cent un
(geen s opschrijven achter cent want er staat een andere telwoord:1 en deux cent is groter dan 100 dus geen -, cent un is groter dan 100  dus geen -)

Slide 21 - Diapositive

Les nombres
- Tussen tiental en eenheid staat een streepje, behalve bij 
21, 31, 41, 51, 61 en 71. Daar staat et in plaats van het streepje.
- Vingt en cent krijgen in het meervoud een -s wanneer er geen ander telwoord achter staat.
Vergelijk: quatre-vingts en quatre-vingt-un, deux cents en deux cent un
- 1000= mille krijgt nooit een -s. deux mille/dix mille etc...

Slide 22 - Diapositive

Hoe schrijf je een telwoord in het Frans?  Net zo als in het Nederlands. Jij begint van links naar rechts. B.V.:
21555
-een en twintig duizend (vingt et un mille)
-vijf honderd (cinq cent)
-vijf en vijftig (cinquante cinq)
en nu de streepje in het Frans:
 jij neemt de telwoorden 2 per 2, jij kijk of ze groter dan 100 zijn =geen streepje, kleiner dan 100 zijn= wel een streepje

vingt et un mille cinq cent cinquante cinq
vingt et un mille cinq cent cinquante-cinq
vingt et (hier staat et dus geen -)
et un (hier staat et dus geen -)
un mille (1+1000  groter dan 100 dus geen-)
mille cinq (1000+5=groter dan 100 geen streepje)
cinq cent (500= groter dan 100 geen streepje)
cent cinquante (100+50=groter dan 100 geen streepje)
cinquante cinq(50+5=kleiner dan 100 dus wel een streepje

Slide 23 - Diapositive

les nombres
getallen t/m 2000

Slide 24 - Diapositive

Schrijf het telwoord 991677 in het Frans 
Jij begint van links naar rechts net zoals in het Nederlands
timer
3:00

Slide 25 - Diapositive

991677
991 duizend = neuf cent quatre vingt onze mille
677 = six cent soixante dix sept 
de streepjes 991677

Slide 26 - Diapositive

991677
991 duizend = neuf cent quatre vingt onze mille
677 = six cent soixante dix sept 
neuf cent quatre-vingt-onze mille six cent soixante-dix-sept
de streepjes 991677

Slide 27 - Diapositive

444.444
schrijf het telwoord in het Frans!
timer
3:00

Slide 28 - Diapositive

444.444
quatre cent quarante quatre mille quatre cent quarante quatre
nu de streepjes: je neemt van links naar rechts 2 telwoorden, jij kijkt of ze groter of kleiner dan 100 zijn:
groter geen -
kleiner wel -


444444 streepjes

Slide 29 - Diapositive

Schrijf het telwoord in het Frans 149674

Slide 30 - Diapositive

149674
 149 duizend= cent quarante neuf mille
674=six cent soixante quatorze 
en nu de streepjes
149674 streepjes

Slide 31 - Diapositive

Qu'est-ce que tu as appris aujourd'hui?

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo

le verbe aller + le futur proche
le verbe aller + le futur proche
Qu'est ce que tu aimes?
phrases à répéter

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo

Faire des biscuits
Als je niet weet wat je moet doen dit week-end, kan je gaan bakken! Op de volgende dia vind je het recept van de "petits gateaux pour le thé"
Gebruik google translate om de woordjes en de zinnen te vertalen in het NL.
Maak vervolgens een foto van je koekjes

Slide 36 - Diapositive

ingrédients:
150 g de farine
50 g de beurre
100 g de sucre
2 cuillères à soupe de cannelle en poudre ou sucre vanillé
5 cl de crème (allégée si on veut)

Slide 37 - Diapositive

Préparation:10 min 
Cuisson: 7 ' 
Préchauffer le four à 180°C 
Avec la farine, le sucre, la cannelle et le beurre coupé en petits morceaux, faire une pâte sablée (comme pour un crumble).
Ajouter la crème fraîche et 


Note de l'auteur


pétrir  pour obtenir une boule de pâte qui ne colle pas, (ajouter éventuellement un peu de farine) et étaler au rouleau en une couche fine (3mm d'épaisseur).
Avec un verre, découper des cercles que l'on dispose sur un papier cuisson, mettre ua four 6 à 7'  

Slide 38 - Diapositive