Herhaling 2.1

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Kennis uit 2.1 ophalen

pak je laptop en login op lessonup

Leerdoelen deze les:

Je weet wat direct  en indirect licht is en kan voorbeelden geven

Je kan natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen opnomen

Je kan schaduw tekenen

 ........... van de zon bereikt de aarde 

in de vorm van .......

Energie

straling

electromagnetisch spectrum

licht

Licht vormt maar een klein deel van alle soorten straling van het ..............

Het zichtbare deel van deze straling noem je ...... 

Energie

straling

licht

electromagnetisch spectrum

Voorbeelden van straling:

Infrarood licht

ultraviolet licht

radio golven

magnetron golven

direct, indirect en diffuus licht

Direct licht komt direct vanuit de bron

Indirect licht wordt vanuit de bron eerst weerkaatst (bijvoorbeeld op een witte muur)

Diffuus licht is licht dat gelijkmatig wordt verstrooid en verdeeld (door een lampekap of wolk), waardoor het licht alle kanten op valt en er geen harde schaduwen te zien zijn

Het weerkaatsen van licht heet reflectie. 

Licht kan diffuus en spiegelend gereflecteerd worden.

Natuurlijke lichtbron

Kunstmatige lichtbron

spaarlamp

brandende lucifer

houtvuur

vuurwerk

zon

bliksemflits

Lichtbronnen

Direct licht

Indirect licht

Een satelliet is 's nachts
zichtbaar als een ster.
Welke term hoort bij
een satelliet?

1. direct licht
2. indirect licht
3. kernschaduw
4. natuurlijke lichtbron

Licht legt altijd een rechte weg af

juist

onjuist

De lichtstralen van een puntvormige lichtbron gaan uit elkaar: ze divergeren. 

Schaduw

Een plaats waar geen 

direct licht komt

Dus wel indirect licht

Schaduw tekenen

Teken vanaf de lichtbron

twee lijnen (randstralen)

langs het voorwerp

Schaduwsoorten

Kernschaduw

Bij twee of meer lichtbronnen:

de plaats waar geen 

direct licht van één van de 

lichtbronnen komt

Halfschaduw

Hoe heten de
rode pijlen?

1. Zichtlijnen
2. Randstralen
3. Kijklijnen
4. Randpijlen

Welke uitspraak over
schaduw klopt?

1. gebied buiten de randstralen
2. gebied waar het helemaal donker is
3. gebied waar geen indirect licht komt
4. gebied waar geen direct licht komt

Welke uitspraak over
kernschaduw klopt?

1. donkerder dan halfschaduw
2. lichter dan halfschaduw
3. bij twee lichtbronnen de plek waar licht van één bron komt
4. bij drie lichtbronnen, de plek waar geen licht van twee lichtbronnen komt

Zien

Je ziet een voorwerp als er licht van dat voorwerp in je oog valt.

Het voorwerp weerkaatst licht van lichtbronnen naar alle kanten

(divergerend).

Je ziet een lichtbundel alleen als het licht                                               

weerkaatst door stofdeeltjes in de lucht.

Hoe kan het dat je een
voorwerp ziet?

1. Elk voorwerp geeft licht.
2. Elk voorwerp weerkaatst licht in één richting.
3. Elk voorwerp weerkaatst licht in alle richtingen
4. Er komt licht uit je ogen dat weerkaatst wordt door het voorwerp.

Wanneer zie je een
lichtstraal?

1. Altijd
2. Nooit
3. Als er stof in de lucht aanwezig is.
4. Als het licht gekleurd is.

Gezichtsveld

Het gebied dat je kunt zien.

Zichtlijnen

Klein experiment

Doe één oog dicht.

Doe je twee handen met een kleine opening voor het open oog.

Kijk wat je nu kunt zien van het lokaal zonder je hoofd te bewegen.

Maak de opening steeds groter.

Wie heeft er nog vragen over het huiswerk van paragraaf 2.1?

Nieuwe lesstof

Bestudeer paragraaf 2.2

schrijf je vragen of wat onduidelijk is op

Oefenen met de lesstof

Bestudeer paragraaf 2.2

Maak opgave 14, 15, 16

Leer paragraaf 2.1

Neem je geodriehoek mee volgende les!

Ik heb vandaag veel geleerd
over licht en schaduw:

😒🙁😐🙂😃